“Echte vreugde in de Heere”
Ds. B. van der Heiden: Mozes kon niet zonder God
Een nieuw jaar. De agenda is misschien nog leeg. En wat dit jaar zal gebeuren? Geen idee. Eén ding is duidelijk: in het nieuwe jaar is de Heere onmisbaar. Mozes heeft dit ervaren, toen hij zei: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken! Ds. B. van der Heiden: “Al zou je voorspoed hebben, trouwen, een diploma behalen, wat is dat zonder de Heere?”
Kunt u zeggen waarom Mozes beleed dat hij niet zonder God kon?
“De Heere had het volk van Israël aangewezen hoe Hij gediend wilde worden. Maar Aäron maakte op verzoek van het volk een gouden kalf. Het volk wilde met dat kalf geen andere goden dienen, maar door dat kalf de Heere aanbidden. Dat was een eigenwillige godsdienst: God dienen op onze manier, in plaats van op de manier die God aanwijst. Die overtreding van Zijn gebod door het volk, maakt de Heere toornig. Hij wil niet meer met het volk optrekken. Hij zegt dan: Ga heen, trek op van hier, gij en het volk, dat gij uit Egypte opgevoerd hebt, naar het land, dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Aan uw zaad zal Ik het geven; En Ik zal een engel voor uw aangezicht zenden (Exodus 33). De Heere spreekt niet meer over Zijn volk dat Hij uit Egypte heeft geleid. Ook zegt Hij dat niet meer Hijzelf, maar een engel met hen mee zal gaan. Maar, en dat is het wonder van Gods onveranderlijke Welbehagen, de Heere kan van Zijn Woord, Zijn belofte niet af. Het volk zal wel in Kanaän komen. Mozes is met een engel echter niet tevreden. Hij wil dat God Zelf meegaat. Hij is er diep van overtuigd dat het alleen met de Heere veilig is: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken! Die engel is wel machtig genoeg het volk in Kanaän te brengen, maar Mozes kan de Heere Zelf in zijn leven niet missen. Gods kinderen zien uit, elke keer weer, naar de ontmoeting met de Heere. Dat is eigenlijk wat hier staat. Het gaat Mozes niet zozeer om de komst in het land Kanaän, maar om de nabijheid van God Zelf. Hij kan niet zonder de God van de belofte. Dan antwoordt de Heere in vers 17: Deze zelfde zaak, die gij gesproken hebt, zal Ik doen, dewijl gij genade gevonden hebt in Mijn ogen. De Heere gaat dus toch mee.”
Waarom is het belangrijk dat de Heere meegaat?
“Stel je voor dat de Heere tegen mij zou zeggen: ‘Als je sterft, ga je naar de hemel’. Zou ik dan kunnen zeggen: ‘Nou, dat is dan goed, ik ben tevreden’? Dat kan toch niet? Het echte leven ligt in de gemeenschap met de Heere. Als de Heere Zijn liefde in het hart heeft uitgestort, zoek je Hem. ‘Uw aangezicht in gunst tot mij gewend, schenkt mij in ’t kort verzadiging van vreugde’ zegt Psalm 16. Dat is ook de bede aan het begin van het jaar. Want al zou je voorspoed hebben, trouwen, een diploma behalen of andere mooie dingen krijgen, wat is dat zonder de Heere? Van huis uit is dat verlangen naar de nabijheid van de Heere er niet. Daarom is het nodig een besef te krijgen van de grootheid en de macht van de Heere en van onze schuld voor God. Als de Heere in je leven komt, dan komt er een band met Hem. Dat is onmiskenbaar. Dan leer je dat je buiten Hem staat. De wereld gaat iets van haar glans verliezen. De echte blijdschap ligt niet in carrière, in geld of in verkering, maar in de Heere. Hij komt weer in het middelpunt te staan. Je ziet dan niet alleen de verlorenheid van de zondaar, maar ook de rijkdom en het geluk van een kind van God. Dat kan jaloers maken en tot bekering leiden.”
Hoe kun je weten of de Heere meegaat in je leven?
“Als de Heere Zijn liefde en genade openbaart, is dat een ervaring. Het is iets wat je meemaakt. God krijgt dan weer een plaats in het leven. Er komt ook een hartelijke begeerte om naar de wil van de Heere te vragen. Er komt een verborgen omgang met de Heere. Concreet zou je kunnen zeggen: Je gaat bij een beslissing je afvragen wat de Heere ervan zal vinden, of Hij het goed vindt. Nee, het is helaas niet zo dat onze gedachten altijd vol van de Heere zijn. Zo was het in het paradijs wel. Nu is de dagelijkse bede nodig: ‘Wend, wend mijn oog van de ijdelheden af’. Maar je levensrichting wordt er wel door bepaald. Zo is het in het natuurlijke leven ook. Als je van iemand houdt, heeft die een plaats in je leven. En als je iets meemaakt, denk je aan hem of haar. En dat is maar een heel zwak beeld van de verborgen omgang met de Heere. Taal is te arm om de liefde van de Heere en de omgang met Hem uit te drukken. Daarom kan ik zo heel goed begrijpen dat we in de Bijbel niets lezen over wat Petrus heeft ervaren toen hij de Heere Jezus ontmoette na de opstanding. Hij heeft nooit kunnen zeggen wat hij daar innerlijk ervaren heeft.”
Kan de Heere ook met onbekeerde mensen optrekken?
“Hij toont in ieder geval in hun leven Zijn grote lankmoedigheid, verdraagzaamheid en geduld. Ook wil Hij de gebeden van onbekeerden verhoorden. Psalm 65 zegt: Gij hoort het gebed; tot U zal alle vlees komen. Alle vlees, staat er, dus niet alleen de uitverkorenen. Vlees is een aanduiding voor de mens na de zondeval, in wie nu de zonde woont. Hij hoorde naar het geroep van Kaïn, Hagar in de woestijn, de farao van Egypte, Saul en Achab. Het is aangrijpend te zeggen, maar de Heere wil wel naar mensen horen, terwijl wij niet naar Hem willen luisteren. Hoeveel keer klopt Hij niet met Zijn Woord of door omstandigheden op de deur van het hart? De Heere wil zeker naar het gebed van een onbekeerde horen. Immers, ook in het leven van een bekeerde ligt geen enkele verdienste. Ook die kan de Heere alleen verhoren om Christus’ wil.”
Wat is de boodschap voor jonge mensen in 2009?
“Dat er bij God genade te vinden is. Op vele plaatsen in de Schrift klinkt de lokstem van het Evangelie. En, weet je wat zo groot is? Voor de Heere is er nooit een hopeloos geval. Hoe diep je ook weggezonken bent, bij God is genade en ontferming. Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken. Nou, dan kan het voor de grootste der zondaren. ‘Hij heelt gebrokenen van hart, die met hun zonden en ellenden tot Hem zich ter genezing wenden’. Het is een groot wonder, met je verloren leven, met je schuld - die maakt dat je het waard bent om weggezonden te worden - bij Hem terecht te komen. Je gaat niet zo makkelijk naar iemand toe die boos op je is. Daar is heel wat voor nodig. Zo is het ook in de bekering. Als de Heere in je leven komt, leer je je naam zondaar spellen, leer je hoe schuldig je staat voor Hem. Dan gaan we Hem zoeken. Maar dat komen tot de Heere in je schuld en verlorenheid gebeurt ook omdat er liefde in je hart is gekomen. En die liefde trekt naar Hem toe met de bede of Hij Zich in je leven wil bekendmaken. Zoek daarom toch de Heere. Vraag als je ’s morgens opstaat, altijd aan de Heere of Hij mee wilt gaan op deze dag. Begin de dag met Hem en de Bijbel. Laat het Woord toch je levenskompas zijn. Als je bedenkt dat de mens, de lieveling van de hemel, zo noemt Boston de mens in de staat der rechtheid, God zo op het hart getrapt heeft, dan is het zo’n wonder dat Hij zo’n schepsel nog draagt en spaart. Dan is Hij het ook zo waardig om gediend te worden. ‘Och, of nu al wat in mij is Hem prees!’”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 2009
Daniel | 36 Pagina's