Vergeten Duitse theoloog Iwand was man die meetelde in zijn tijd
„Den Hertog leverde prestatie, maar nam niet duidelijk afstand van modern standpunt"
Wie in ons land de naam noemt van de Duitse theoloog Hans Joachim Iwand, zal slechts bij weinigen tekenen van herkenning bespeuren. Een vorige generatie predikanten maakte nog wel eens gebruik van zijn preekschetsen, die onder de naam "Predigtmeditationen" in de jaren '60 van onze eeuw in twee bundels zijn verschenen; maar wij hebben de indruk dat dit van de huidige generatie predikanten niet meer geldt. En toch is Iwand in zijn land een theoloog van betekenis geweest. Zeker, in de schaduw van Barth en van Bultmann, die zijn ster deden verbleken, maar toch een man die meetelde.
Onlangs, op 14 april van dit jaar, heeft de christelijke gereformeerde predikant van Leiden, G. C. den Hertog, een lijvig proefschrift over de theologie van Iwand verdedigd en daarmee in theologenland opnieuw de aandacht op hem gevestigd. De verdediging vond plaats te Kampen, aan de Theologische Academie, uitgaande van de Johannes Calvijnstichting. Promotor was prof. dr. J. T. Bakker. Aan Den Hertog werd de doctorstitel cum laude verleend.
Den Hertog heeft getracht de theologie van Iwand in haar diepste kern bloot te leggen. Die kern vinden wij weergegeven in de ondertitel van zijn proefschrift: de „leer van de onvrije wil" in de theologie van Hans Joachim Iwand. De eigenlijke titel van het boek, "Bevrijdende kennis", geeft weer waar het Iwand om te doen is geweest.
Hans Joachim Iwand leefde van 1899-1960. Op 2 mei 1960, nog geen 61 jaar oud, overleed hij aan de gevolgen yan een hersenbloeding.
Liberale theologie
Den Hertog heeft het eefste hoofdstuk van zijn boek gewijd aan het leven en werk van Iwand. Hij deed dat weloverwogen. Iwands theologie heeft in een direct rapport gestaan met de werkelijkheid rondom hem, met wat hijzelf en zijn tijdgenoten, met name in Duitsland, van dag tot dag ondervonden. Als jong soldaat heeft Iwand nog persoonlijk iets meegemaakt van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. Evenals bij vele anderen stortte ook bij hegi, toen Duitsland de nederlaag leed, een hele wereld in. De liberale theologie, die lange tijd overheersend was geweest, voldeed niet meer. Met een optimistisch Gods- en mensbeeld kwam men niet meer uit. De mens bleek toch niet zo goed, humaan en opvoedbaar te zijn als tal van theologen hem hadden voorgesteld. En het liberale Godsbeeld vergruizelde onder het gewicht van de vele duizenden doden en onder het gewicht van vele andere verwoestingen en gruwelen.
Iwand was opgegroeid in een luthers predikantsgezin in Oost-Duitsland. De sfeer waarin hij opgroeide, zegt Den Hertog, was die van een verbinding van lutherse, enigszins piëtistisch getinte theologie en een conservatief-nationalistische politieke oriëntatie (p. 23). Ook in de jaren die volgden op de Eerste Wereldoorlog heeft Iwand zich daaraan nog niet direct geheel ontworsteld. In een wat later stadium gaat hij zich met Luther bezighouden. Maar tegelijk ook met de filosofen Kant en Hegel en heel de godsdienstfilosofie. De vragen die hij dan stelt zijn navenant. Zij hebben niet allereerst betrekking op het komen tot het persoonlijke heil, maar zijn veeleer wereldbeschouwelijk of zelfs uitgesproken filosofisch van aard. In dit alles hebben, zoals Den Hertog zegt, de tijdsomstandigheden op Iwands theologie grote druk uitgeoefend (p. 27).
Ontnuchtering
In 1933 kwam Hitler aan de macht. Het nationaal-socialisme drong zich op. Aanvankelijk stond Iwand er niet geheel onwelwillend tegenover. Mits het nationaal-socialisme maar niet de wereldbeschouwing van de staat zou worden, kon Iwand net als maatschappelijk-politieke stroming tot op zekere hoogte waarderen. Maar de ontnuchtering kwam al spoedig. Ook Iwand zelf kwam in conflict met de staat. Steeds wist hij de dans te ontspringen, maar hij behoorde tot de verdachten, tot aan het eind van de Tweede Wereldoorlog toè. In 1945 werd Iwand hoogleraar aan de theologische faculteit van Göttingen. In 1950 reeds verwisselde hij het hoogleraarschap te Göttingen met een zelfde functie te Bonn. Mede onder invloed van Barth kwam hij tot een kritische houding ten aanzien van theologie, kerk en maatschappij. Overal zag hij "restauratie" en "verstarring". Hij keerde zich tegen de herbewapening van de Bondsrepubliek en sloot zich aan bij de Duitse Vredesbeweging. Evenals Barth stond hij positief tegenover de zogenaamde Praagse Vredesconferentie, waaraan de naam van Hromadka is verbonden.
Tot zover over Iwands leven. Wij hebben al opgemerkt dat theologie en dagelijks leven, kennis en werkelijkheid, bij Iwand niet te scheiden zijn. Hij leidde een "theologisch bestaan" (Theologische Existenz heute) en stelde dat ook als eis.
Dat wil intussen niet zeggen dat de studie van Den Hertog biografisch van aard is. Zelf noemt hij haar systematisch, en dat is zij ook. De grondlijnen van Iwands denken bloot te leggen, is Den Hertogs doel geweest. Voor zover ik het beoordelen kan, moet ik zeggen dat hij daarin is geslaagd.
Luther
Opvallend en merkwaardig is de aansluiting die Iwand in zijn denken gezocht heeft bij Luther. Zo intensief heeft hij zich verdiept in de werken van Luther, dat wij er een paar waardevolle Lutherstudies aan over hebben gehouden. Toch, het ging Iwand er daarbij uiteindelijk niet om Luthers theologie te doorvorsen en het resultaat daarvan aan anderen door te geven. Daarvoor was Iwand te weinig historicus en te veel systematicus.
Om daar een énkel bewijs van te geven het volgende. Treffend is hoe Iwand in zijn boek "Glaubensgerechtigkeit nach Luthers Lehre" al dadelijk begint met Luther te deconfessionaliseren. Luthers uitspraak dat het hem niet ging om zijn eigen naam, wordt door Iwand, de systematicus, geïsoleerd, om zo te laten zien dat niemand zich in confessioneel opzicht op Luther beroepen kan. Zo wilde Iwand zelf het blijkbaar graag hebben, maar hij gaat intussen rustig voorbij aan tientallen andere uitspraken van Luther die duidelijk wel confessioneel bepaald zijn. Met andere woorden, er is op Iwands Lutherbeeld nogal wat aan te merken.
Voor eigen theologie heeft Iwand zijn uitgangspunt vooral willen nemen in Luthers leer van de onvrije wil. Zoals bekend, heeft Luther deze leer tegenover Erasmus verdedigd, die een boek had geschreven over de vrije wil. Luther stelde er tegenover: de menselijke wil is gebonden.
Den Hertog laat zien hoe deze leer van de onvrije wil door Iwand tot het sleutelbegrip van zijn theologie is gemaakt. Iwand heeft haar op deze wijze geïnterpreteerd: De mens kan niet willen dat God God is. Dat is zijn eigenlijke zonde. Maar door Jezus Christus is die zonde weggenomen, en zo de weg gebaand tot een nieuwe, „bevrijdende kennis".
Iwand is in dit alles niet blijven staan bij het persoonlijke beleven, en nog minder bij 's mensen innerlijkheid. Volgens hem heeft dit kritische begrip „onvrije wil" een hele „geschiedenis" opgeroepen (p. 87). En dan volgen bij Iwand allerlei beschouwingen die alleen nog maar heel in de verte aan Luther herinneren, eigenlijk zich van Luther geheel hebben losgemaakt.
Antropologie
Den Hertog zegt: Bij Iwand strekt de leer van de onvrije wil zich bepaald niet slechts uit tot het terrein van de antropologie, dat wil zeggen: de leer aangaande de mens. Ik citeer: „Pet gaat hier stellig niet om een beperkmg van de thematiek tot één punt, maar om de toegang tot de hele werkelijkheid van God en deze wereld" (p.lOO). En dan de zin: „In het geding is de grondslag van de kentheorie" (p.lOO). Ik wil hierbij opmerken: Als men dit Luther ooit zou hebben voorgehouden, zou hij zeker zijn schouders hebben opgehaald en gezegd hebben: Waar hebt u het eigenlijk over? Slechts aan de uiterste rand van Luthers denken vindt men wel eens iets over een kentheorie. Overigens dacht hij aan heel andere dingen als hij het had over de „onvrije wil".
Hetzelfde geldt ten aanzien van hetgeen wij een paar bladzijden verderop lezen. Ik citeer: „Concluderend kunnen wij zeggen, dat Iwand in de leer van de onvrije wil het archimedisch punt van zijn theologie heeft gevonden, dat perspectief biedt voor een overwinning van de scheiding tussen "natuur" en "geest" in de wetenschap, en tussen "denken" en "leven" in het algemeen" (p. 105)". Ik vraag: Och, wat moet hiermee beginnen die arme zondaar die Luther in zijn boek "Over de gebonden wil" voor ogen heeft gehad, worstelend met zijn slaafse gebondenheid aan zonde, duivel en hel, maar die tot zijn zielevreugd mag horen dat hij temidden van schuld, dood en ellende zich houden mag aan het machtige Woord van die God Die zich in Christus geopenbard heeft als een God van genade? Wat is bij Iwand Luthers leer van de onvrije wil méér dan slechts een startpunt voor allerlei eigen wijsgerig-theologische beschouwingen ? Het mag dan zijn dat Iwand haar gemaakt heeft tot het archimedisch punt van zijn theologie, zij is intussen toch wel ver verwijderd geraakt van haar oorsprong.
Contextualiteit
Ik wil waarlijk niet ontkennen dat Iwand soms zuiver reformatorische geluiden heeft laten horen. Bij voorbeeld waar hij het heeft over de kracht van het Woord Gods {p. 335), maar dat neemt niet weg dat de „contextualiteit" van zijn theologisch denken, waarover Den Hertog spreekt aan het einde van zijn boek, hoofdstuk V, Plaatsbepaling, naar mijn overtuiging hem zware parten heeft gespeeld. Een zonder meer zich houden aan het getuigenis van de Schrift als het Woord Gods, gelijk de reformatorische theologen steeds hebben gedaan, om dan vandaaruit de weg te zoeken naar het hart en naar de werkelijkheid rondom ons, was helaas niet Iwands methode. Zij is de kracht geweest van Luther en de andere hervormers, en heeft vrucht gedragen.
Ik zie in Iwands theologie een van de vele pogingen die steeds ondernomen zijn, om geloof en theologie te verbreden, om de eigen tijd erin op te nemen, om zich te laten gezeggen door de ons omringende werkelijkheid. Maar het mag toen wel treffend heten dat al dezre pogingen gedateerd bleven. De ene poging tuimelde steeds over de andere heen, de een deed de ander vergeten. Zij hadden nauwelijks meer dan enige tijdelijke betekenis. Zij hielpen noch mens noch wereld. Ook Iwand, en zijn theologie, zijn zo goed als vergeten, zijn naam hoort men zo goed als niet meer. Hij en zijn theologie zijn al dertig jaar na dato 'geschiedenis'. Dat is het lot van elk modern theoloog. En de vraag komt op: Wat is de vrucht van hun arbeid?
Pure innerlijkheid, ik geef het toe, kan ook ons doel niet zijn. Maar wie bepleit dat? Waar vindt men haar? Intussen, het hart blijft het hart. In de Schrift, en daarom ook in onze confessies, staan zonde en genade centraal. En vandaaruit hebben wij dan een woord voor de wereld, kritisch en reddend. De breedte, de tijd, de werkelijkheid, kan een monster zijn. Zij verslindt dan het besef van te staan voor Gods aangezicht, de ware godsvrucht, de bevinding. Dat zie ik ook bij Iwand gebeuren; ondanks het feit dat er bij hem soms reformatorische geluiden bijven doorklinken.
Prestatie
Den Hertog heeft een hele prestatie geleverd. Het is niet eenvoudig en gemakkelijk om binnen te dringen in de gedachtenwereld van iemand als Iwand. Den Hertog heeft Iwands denken tot op de draad blootgelegd. Niet dat het qu allemaal zo helder is. We worden binnengeleid in een proeftuin van allerlei wijsgerig-theologische en soms ook wel cultureel-politieke beschouwingen. In zo'n proeftuin staat niet alles keurig in het gelid. De onderlinge verbanden zijn niet altijd even duidelijk; zij ontgingen ook mij wel eens. Maar wat Iwand ten diepste bewoog, zijn eigenlijke intentie, heeft Den Hertog, naar mij dunkt, toch wel duidelijk gemaakt.
Waar staat Den Hertog zélf? Dat was de vraag die bij mij overbleef. Hij valt Iwand nogal eens bij. Blijkbaar wil ook Den Hertog verbreding, de breedte. Waarom koos hij Iwand als gids? Iwand was niet extreem, hij was niet voluit barthiaan, meer een 'gematigde', en hij was ook geen volgeling van Bultmann. Dat heeft zijn bekoring. Er zit ook iets verleidends in. Is Iwand ontkomen aan een algemeen maken van Gods genade in Christus?
Als christelijk gereformeerd predikant, staande in de reformatorische traditie, had naar mijn overtuiging bij Den Hertog een duidelijk afstand nemen van Iwand niet mogen ontbreken. Het ontbreekt wel.
De reformatorische theologie is een betere dan die van Iwand. Iwand is slechts acceptabel voor zover hij bleef in de banen van de reformatorische theologie. Willen wij ooit verder komen, dan zal die theologie voor ons méér moeten zijn dan alleen een startpunt. Alleen van déze theologie kan men zeggen dat zij vruchtbaar is, voor hart en leven, voor denken en werkelijkheid beide.
N.a.v. "Bevrijdende kennis. De leer van de onvrije
wil in de theologie van Hans Joachim Iwand",
door G. C. den Hertog; uitg. Boekencentrum, 's-Gravenhage,
1989; 478 blz.; prijs 69,50 gulden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1989
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1989
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's