Eredienst in het teken van het heilige
Prof. dr. Immink publiceert boek over protestantse eredienst
DRIEBERGEN -De eredienst is een ontmoeting van de gemeente met God, aldus prof. dr. F. G. Immink. Er gebeurt meer dan het horen van een preek: er wordt gebeden, gezongen, gecollecteerd en gemeenschap beleefd. De eredienst is een plaats waar het heilige gebeurt, stelt de theoloog in zijn deze week verschenen boek "Het heilige gebeurt".
Hij voelde zich innerlijk gedrongen om zijn boek "Het heilige gebeurt. Praktijk, theologie en traditie van de protestantse kerkdienst" (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer) te schrijven. Aan de ene kant stuit prof. Immink, praktisch theoloog en rector van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), op een evangelicalisering waarin een verplatting van de eredienst dreigt; aan de andere kant is er een hoogliturgische invulling waarin het esthetische en psychologische te zeer de overhand hebben. "Bij de eerste kom je een geloofsbeleving tegen waarin zonde en strijd worden gezien als een gepasseerd station, bij de tweede tref je hoogdravende symbooltaal aan waarbij de gewone man niet bereikt wordt. Dan krijg je wel eens het gevoel: zeg het toch gewoon."
In de eredienst laat God Zich kennen. "Het heil wordt ondervonden, maar nooit zo dat de mens het in de vingers krijgt. Het blijft een mysterie. De kerkdienst kenmerkt zich echter wel door een zekere ordening, waarin het heilige gestalte krijgt."
De schrijver ziet de eredienst als een "religieuze performance", waarbij niet alleen gepreekt, maar ook gebeden en gezongen wordt en waar de sacramenten worden bediend. Door de kerkgang doen mensen innerlijke kracht op, juist omdat ze God ontmoeten. "Er gebeurt iets met de mens in de eredienst. De oude betekenis van eredienst is godsdienstoefening: we oefenen de godsdienst uit. Dat wil niet zeggen dat het altijd zo beleefd wordt. De preek kan over de hoofden heen gaan. Toch gebeurt er wel iets met je in de samenkomst van de gemeente. Kerkgangers zijn gedurende de dienst druk in de weer met hun geloof en met de vragen van hun leven."
De gedachte dat de eredienst bestaat uit een 'actieve' predikant op de preekstoel en een 'passieve' hoorder in de kerkbank is een karikatuur, aldus prof. Immink. "De eredienst is de samenkomst van de gemeente waarin de gemeenschap met Christus wordt beleefd. Kerkgangers zijn daar actief bij betrokken. Als je op zondag niet in de kerk komt, mis je wat. Dat is niet slechts te verklaren uit een schuldgevoel, maar dan ontbreekt er gewoon iets. Je deelt niet in de lofprijzing, de voorbede, de gemeenschap."
Prof. Immink bepleit een herwaardering van de eredienst. Daarbij blijven Woord en sacrament centraal staan. Maar, zo voegt hij eraan toe, onderschat niet de rol van de zogenaamde "gemeentetheologie". "Veel preken staan in een bepaald kader of stramien, zowel aan de rechter- als aan de linkerflank. Aan de bevindelijk orthodoxe kant is dat bijvoorbeeld het stramien van de wedergeboorte, aan de vrijzinnige kant de humane liefde. Gemeenteleden zijn gewend om vanuit dat stramien naar de preek en de gebeden te luisteren. Maar kan de Schrift nog wel voor verrassingen zorgen en de tekstuitleg wel tot zijn recht komen?"
In de evangelicale wereld speelt de liedcultuur een belangrijke rol. "Ik heb op zich geen bezwaar tegen het gebruik van opwekkingsliederen, als dat maar niet ten koste gaat van de kerkelijke liedcultuur. In de kerk mag er best ruimte zijn voor emotie en ervaring. Het geloof is niet alleen een zaak van het verstand, maar ook van het gemoed. Als het maar niet te platvloers wordt, zodat het besef van het heilige teloorgaat."
Hoewel de auteur zijn uitgangspunt kiest in de protestantse, vooral gereformeerde traditie, waardeert hij het besef van sacramentaliteit in de rooms-katholieke traditie. Uitvoerig bespreekt hij de achtergronden van het klassieke avondmaalsformulier, en de breuk met de roomse offermis. Ook komt de (kinder)doop ter sprake. "De kwestie van overdoop of doopvernieuwing is in sommige gemeenten een heikel punt. De doop is voor mij een eenmalig gebeuren en kan niet overgedaan worden. Wanneer een randkerkelijke tot bewust geloof komt, kan het gebeuren dat iemand daarvan getuigenis wil afleggen. Toch is de overdoop geen optie. Het gaat er dan juist om dat de doopgedachtenis tot leven komt. Dat we een liturgische vorm vinden om de beloften die in de doop bezegeld zijn toe te eigenen en zo tot een gefundeerde belijdenis komen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 augustus 2011
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 augustus 2011
Reformatorisch Dagblad | 10 Pagina's