Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De boodschap gehoord, maar niet begrepen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De boodschap gehoord, maar niet begrepen

M. C. Mulder, directeur Centrum voor Israëlstudies, promoveert aan TUA op studie over gedeelte Romeinen 9 en 10

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

APELDOORN - Heeft God Zijn volk, Israël, verstoten? vraagt Paulus in Romeinen 11:1. "Dat zij verre", stelt hij. "Volstrekt niet." Tegelijk benadrukt de apostel echter Israëls eigen verantwoordelijkheid, in Romeinen 10 onder andere. Hoe verhouden deze twee lijnen zich tot elkaar? In zijn proefschrift probeert dr. M. C. Mulder die vraag van een antwoord te voorzien.

Aan het einde van het gesprek, op zijn werkkamer in het gebouw van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), haalt de promovendus een boek uit zijn tas. Het betreft een al wat oudere inleiding in de Talmoed, geschreven door een joodse hoogleraar, J. L. Palache. "Als deze man lesgaf over de Tenach, het Oude Testament, hoefde hij die niet eens mee te nemen naar zijn colleges: hij kende 'm helemaal uit het hoofd."

Voor Paulus gold waarschijnlijk hetzelfde, zegt dr. Mulder. "En wat je dan in zijn brief aan de Romeinen bijvoorbeeld ziet, is dat hij sommige teksten uit het Oude Testament tamelijk vrij citeert, maar óók dat de context, het verband waarin een tekst staat, op de achtergrond vaak nadrukkelijk meeklinkt. Alleen, als lezer weet je dat niet altijd."

Aan de TUA promoveerde de directeur van het interkerkelijke Centrum voor Israëlstudies (CIS) in Ede gisteren op een studie over "Israël in Romeinen 10", met als ondertitel "Intertextuele en theologische analyse van de oudtestamentische citaten in Romeinen 9:30-10:21" (uitg. Boekencentrum, Zoetermeer).

De ondertitel zou mensen kunnen afschrikken...

"Wat ik heb gedaan, is alle teksten uit het Oude Testament die Paulus in dit gedeelte uit de Romeinenbrief aanhaalt, uit Jesaja onder andere, nauwkeurig onderzoeken. Wat betekenen ze? Hoe luidden ze oorspronkelijk? In welk verband staan ze? Eigenlijk zoals rabbijnen dat ook doen. En dat leidde tot opmerkelijke conclusies.

Vaak zie je dat mensen als het gaat om wat Paulus over Israël zegt, vooral Romeinen 11:26 citeren: "En alzo zal gans Israël zalig worden." Maar ook die woorden staan in het verband van Romeinen 9 tot en met 11 als geheel, waarbij Romeinen 10 een cruciale rol vervult.

Steeds geldt dat de apostel Israëls verkiezing én eigen verantwoordelijkheid aan elkaar verbindt. Daarbij laat hij de Schriften zelf spreken. En ik heb ontdekt dat, als je de teksten die hij citeert in hun verband leest, er vaak een nieuw licht valt op de toch spanningsvolle verhouding tussen Gods verkiezing enerzijds en Israëls verantwoordelijkheid anderzijds."

Kunt u een voorbeeld geven?

"Het verrassendst was voor mij dat ik ontdekte wat Paulus nu bedoelt als hij in hoofdstuk 10:19 de vraag stelt: Heeft Israël de boodschap, van het Evangelie dus, niet begrepen?

Eerder in hoofdstuk 10 benoemt de apostel de gouden ketting tot het geloof. In een paar woorden: de gezonde woorden, de prediking, het gezonden moeten worden, het horen, het geloven. Maar dan dus: Heeft Israël het niet begrepen? Vervolgens citeert hij Mozes, citeert hij Jesaja - waarbij hoofdstuk 48, 49, 52, 53 meeklinken. En wat blijkt dan? Israël heeft de boodschap wel degelijk gehoord. Wij, zegt Paulus tegen zijn volksgenoten, hebben het gehoord. Maar, laat hij dan met behulp van Jesaja zien, het was geen werkelijk horen. Net als de profeet verschillende keren zegt: Jullie hebben het wel gehoord, maar niet werkelijk verstaan. Het gaat erom dat God Zijn volk brengt naar een kwalitatief ander horen."

Wat moest Israël "verstaan"?

"Uiteindelijk wat Paulus schrijft in Romeinen 10:4, dat Christus het einde van de wet is. Niet de wet leidt tot rechtvaardigheid, maar alleen het geloof in Christus, de Messias. Waarbij ik "einde" in deze tekst ook als "einde" wil vertalen; niet als "doel"."

Tegelijk blijft Romeinen 11:26 staan: Alzo ... geheel Israël zalig. Hoe leest u deze woorden?

"Romeinen 11 valt buiten het gedeelte dat ik in mijn proefschrift heb geanalyseerd. Toch zeg ik er wel iets over. Want deze woorden laten iets zien van hoop, perspectief, als het gaat om Israëls toekomst. Gods trouw, ondanks Israëls ontrouw, Israëls niet horen, niet verstaan. Tegelijkertijd blijft dit ook voor mij, om het met Paulus te zeggen, een mysterion, een geheimenis."

U bent, behalve docent judaïca aan de TUA, directeur van het CIS. In hoeverre verwacht u uw voordeel te kunnen doen met de resultaten van uw studie?

"Wat ik in de achterliggende jaren nog eens te meer heb ervaren, is hoe belangrijk het is om sámen met Israël de Schriften, zijn eigen Schriften, het Oude Testament, te bestuderen. Om samen met Israël daarnaar te luisteren. Precies zoals Paulus het in zijn brief aan de Romeinen doet. En aan de andere kant ben ik nog dieper onder de indruk geraakt van Gods trouw aan Israël. Hij heeft Zijn verbond met Israël niet opgezegd."

Over dat laatste wordt niet bepaald eenduidig gedacht, zoals bijvoorbeeld de recente studie van drs. H. de Jong over de landbelofte (uitg. Willem de Zwijgerstichting) laat zien.

"Henk de Jong was gisteren mijn bevriende opponens... Maar inderdaad: als het hierover gaat, gaan onze wegen uit elkaar, al moeten we de verschillen niet groter maken dan ze zijn. Zelf ben ik ervan overtuigd dat ook 1948, het geboortejaar van de staat Israël, een teken is van Gods trouw aan Israël. Al zeg ik er meteen bij dat ik uit de Bijbel niet zomaar een blauwdruk kan afleiden over Israëls grondgebied."

Hoe zou u het belang van uw dissertatie als het gaat om de theologie in haar breedte willen karakteriseren?

"Ik hoop dat mijn studie laat zien dat de aanpak waarvoor ik heb gekozen, de intertextuele analyse, vruchtbaar, verrijkend kan zijn als het gaat om het bestuderen van andere gedeelten in het Nieuwe Testament waarin teksten uit het Oude Testament worden geciteerd. In de andere apostolische brieven, maar ook in de evangeliën. Juist ook voor het gesprek tussen christenen en joden."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2011

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's

De boodschap gehoord, maar niet begrepen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 juni 2011

Reformatorisch Dagblad | 14 Pagina's