Athanasius (circa 295-373)
Redder van de kerk
Voor de oosterse kerk is zijn naam nog altijd een begrip. In het westen werd de kerkvader Athanasius overvleugeld door Augustinus en raakte hij in de vergetelheid. Ten onrechte, vindt dr. P.F. Bouter. „Athanasius helpt ons om het unieke van de verschijning van Christus als de Zoon van God te zien en vast te houden.
De liefde voor Athanasius ontstond bij dr. P.F. Bouter, hervormd predikant te Bodegraven, in zijn eerste gemeente. „Ik ben daar mijn doctoraal gaan doen en moest iets van hem lezen. Een geschrift over de vleeswording van het Woord. Dat trof me ontzettend diep.” Na afronding van zijn doctoraalscriptie ontdekte Bouter in de bibliotheek van Utrecht een onbekend commentaar van Athanasius op de Psalmen. „Slechts een enkeling in de wereld wist van het bestaan af. Ik ben me erin gaan verdiepen. Dat heeft geleid tot een dissertatie, waarop ik in 2001 ben gepromoveerd.”
Waardoor werd u zo geraakt door het werk van Athanasius? „Dat heeft te maken met de wijze waarop hij spreekt over het heilsplan van God. Dat is voor Athanasius het centrale thema in de Bijbel. Uit louter goedheid is God in Zijn Zoon naar ons afgedaald, om ons terug te brengen naar de hoge positie waartoe Hij ons schiep. In al Athanasius’ werken klinkt de opzoekende liefde van God door.”
Het paradijs zag hij als een tussenfase naar de onvergankelijkheid in de hemel, bij gehoorzaamheid aan het proefgebod. Terecht? „In het licht van de hele Schrift valt daar veel voor te zeggen. In het paradijs kón de mens zondigen en daardoor sterfelijk worden. In de eeuwigheid is dat niet meer het geval. Daarom is de verlossing meer dan een terugkeer naar de oorspronkelijke situatie, en de nieuwe aarde hoger dan het aardse paradijs. Wat niet wegneemt dat de schepping goed was. De opvatting dat het gebrek in het paradijs al aanwezig was, vind je niet bij de kerkvaders en strijdt mijns inziens met Genesis 2 en 3.”
Vanwege zijn verdediging van de godheid van Christus is Athanasius de redder van de kerk genoemd. Is dat te sterk uitgedrukt? „Dat denk ik niet. Heel breed wordt zijn cruciale rol erkend. Als Athanasius niet zo standvastig was geweest, was de kerk volgens Von Harnack weggezakt in het Griekse denken. Pas vanaf de 19e eeuw heeft hij onder kerkhistorici ook tegenstanders. Hij zou een heerszuchtig man zijn geweest.”
Is er vanuit zijn geschriften reden voor die opvatting? „De kritiek komt uit de koker van de arianen. De historische bronnen bieden er geen bewijs voor. Athanasius was wel iemand die wist wat hij wilde. Anders kwam je ook niet op zo’n post, zeker niet op zo jonge leeftijd. Als bisschop van Alexandrië had hij gezag over heel Egypte plus een gebied eromheen, en was hij ook bij het politieke bestuur betrokken. Dat alles gaf hij liever op dan zijn overtuiging. Van de 45 jaren die hij bisschop was, bracht hij er zeventien in ballingschap door. Hij had dat kunnen voorkomen door wat water bij de wijn te doen, maar onwrikbaar hield hij vast aan dat waartoe hij zich geroepen wist. Daarin speelde zijn karakter ongetwijfeld mee. Toch zie ik deze houding vooral als genade die op deze man heeft gerust.”
Wat heeft het te zeggen dat hij van de eerste christen-keizers meer last had dan van keizer Julianus, die het heidendom in ere wilde herstellen? „Als het christelijk geloof in een land dusdanig groeit dat het met de overheid verbonden raakt, ligt er een nieuwe taak voor de kerk. Die roept tegelijk grote spanningen op. ‘Wie heeft het voor het zeggen?’ Dat laat zien dat het christendom nooit zonder druk zal zijn. Constantijn wilde vooral vrede in zijn rijk. Hij stond achter de uitspraken van het concilie van Nicea, maar toen hij merkte dat er vanwege Athanasius strijd ontstond, heeft hij hem verbannen. Hij werd in de problemen gebracht door de verdeeldheid van de kerk.”
Waarbij hij partij koos voor de arianen en de man die de klassieke christologie verdedigde naar een uithoek van zijn rijk liet voeren. „Dat is zo, maar hij haalde Athanasius formeel niet van zijn post en liet hem alle ruimte om contacten te onderhouden met de kerk in zowel het oosten als het westen. Als Constantijn hem echt monddood had willen maken, had hij hem ter dood veroordeeld of gevangen gezet. Dat heeft hij niet gedaan. Wat niet wegneemt dat Constantijn door zijn keuze de kerk schade heeft aangebracht.”
Volgens prof. Van de Beek bracht de ommekeer van Constantijn de kerk meer kwaad dan goed. „Zo zou ik het nooit zeggen. Dankzij de bekering van Constantijn breidde het christendom zich geweldig snel uit. Ik kan de radicaliteit van Van de Beek best waarderen, maar hij geeft voor mijn gevoel te weinig plaats aan het feit dat in de gang van de historie steeds nieuwe perioden voor de kerk aanbreken, met nieuwe verantwoordelijkheden. De stelling dat het na het jaar 300 mis is gegaan, omdat het christendom de staatsgodsdienst werd, is me veel te simpel. Neem China, waar het christendom ondanks alle vervolging enorm groeit. Het is goed mogelijk dat de communistische overheid op een gegeven moment het verzet laat varen, waardoor een christelijke wereldmacht China ontstaat. Dat lijkt me niet verkeerd. De nieuwe situatie zal de Chinese christenen wel voor nieuwe vragen en problemen plaatsen.”
Athanasius stelde dat Jezus naar deze wereld kwam om de mensheid te redden. Welke plaats had de verkiezing in zijn denken? „Daar verwijst hij in zijn geschriften een enkele keer naar, maar nooit als zelfstandig thema. Daarin onderscheidt hij zich overigens niet van zijn tijdgenoten. Augustinus is de eerste die de verkiezing echt als thema naar voren haalt. Daarom is de nadruk op de predestinatie iets van de westerse kerk. Athanasius wijst de verkiezing niet af, maar spreekt heel onbevangen over Gods liefde voor de wereld. Nodig is dat we die door geloof gaan beantwoorden.”
Dat lijkt aan te sluiten bij het denken van mensen als Arminius en Wesley. „Het arminianisme is een reactie op het centraal stellen van de uitverkiezing. Dat speelt bij Athanasius nog helemaal niet mee. Niets in zijn werken suggereert dat de Heere iets aanbiedt waarna de keus aan ons is. Je kunt Athanasius niet met terugwerkende kracht tot de vader van het arminianisme maken.”
Wat is de rode draad in zijn werken? „De verbinding van schepping en verlossing. De God Die alles maakte, zoekt me op om me te herscheppen zoals Hij me bedoelde. Daarbij is Athanasius wars van speculatie. We moeten niet proberen de dingen van God in ons kader te vatten. Hij is veel groter dan wij kunnen bedenken. Als je alles wilt beredeneren, raak je het geheim kwijt. Het verstand moet nederig en ondergeschikt aan het geloof worden ingezet.”
Hoe beoordeelt u Athanasius’ visie op de psalmen, die hij primair als profetie over Christus zag? „Voordat Christus mens werd, heeft Hij volgens Athanasius de psalmen gegeven. Dat zijn geen oude, stoffige liederen, maar door de Heilige Geest geschonken gebeden die ons in het heden aan Christus gelijkvormig willen maken. Daarom hebben ze voor Athanasius een geweldig belangrijke plaats in de heiligmaking. Dat is een zeer bijbelse gedachte. Ik ben geen gezangenhater, maar de psalmen verdienen een kolossale herwaardering. Die maken je tot een charismatisch christen. Ze leren je namelijk te bidden zoals de Heilige Geest wil dat je bidt: in smeken, schuld belijden, danken, aanbidden, loven… Het is toch geweldig als je liederen zingt die ook werden gezongen door David, de profeten, de Heiland, de apostelen, de kerkvaders, de vroege kerk, de kerk van de Middeleeuwen. Over gezangen kun je van mening verschillen, over de psalmen zou geen discussie moeten bestaan. Die zijn onopgeefbaar.”
Met name in zijn Paasbrieven gaf Athanasius allerlei concrete voorschriften voor levensheiliging. Baande hij daarmee de weg voor werkheiligheid en moralisme? „Dat kun je niet zeggen. Die voorschriften staan bij hem, net als bij Paulus, in het kader van het geheim van Christus’ dood en opstanding. Eerst schildert hij de rijkdom van de opgestane Christus, daarna komen de vermaningen. We kunnen daarvan leren dat de heiligmaking niet buiten onze eigen inzet en wil omgaat. Lijdelijkheid op het gebied van de heiliging is niet in de lijn van de Bijbel, de kerkvaders en de reformatoren. Athanasius was zeker geen moralist.”
Hij was wel een groot promotor van het monastieke leven en bijbehorende ascese. „Daarin was hij kind van ontwikkelingen in die tijd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Athanasius eraan heeft meegewerkt dat het huwelijk als een lagere staat van leven werd gewaardeerd. Tegelijk waarschuwde hij voor het gevaar van een geïsoleerd monnikendom. Hij probeerde de monniken ten volle bij het kerkelijk leven te betrekken. Laten we ook niet vergeten hoe veel zegen door kloosters is verspreid.”
Hoe is te verklaren dat deze reus in Gods kerk hier in de vergetelheid raakte? „Athanasius is nog steeds de grote kerkvader van het oosten. In het westen werd hij overvleugeld door Augustinus. Die leefde zo’n vijftig jaar later en borduurde voort op de lijn van Athanasius, maar was veel breder. Daardoor werd hij de grote man van de westerse kerk, wat niet betekent dat Athanasius volledig uit beeld verdween. Zo verschenen in de tijd van de Reformatie Nederlandse vertalingen van zijn brief aan Marcellinus over de psalmen en de werkjes ‘Tegen de heidenen’ en ‘Over de vleeswording van het Woord’. Maar hij was niet meer dan een klein zijstroompje naast de grote rivier van Augustinus. Dat was de man die het denken van Luther en Calvijn vormde. Dat kun je van Athanasius niet zeggen. Wel bleef men hem eren als de grote verdediger van de godheid van Christus, en niet te vergeten de godheid van de Heilige Geest.”
Wat is zijn betekenis voor deze tijd? „Door de opmars van de islam en het gesprek tussen kerk en jodendom is de vraag over de godheid van Christus weer volop actueel. Het op één lijn plaatsen van Mohammed, Mozes en Christus strijdt met het hart van het Evangelie. Athanasius helpt ons om het unieke van de verschijning van Christus als de Zoon van God te zien en vast te houden. Als geen ander heeft hij begrepen dat dit geen theoretische discussie is. De werkelijkheid van de verlossing is ermee in het geding.”
Bisschop en balling
Athanasius (circa 295-373) groeit op in Alexandrië, waar hij de laatste periode van christenvervolging door heidense Romeinse keizers meemaakt. In 313 komt daaraan een eind, door de ommekeer van Constantijn de Grote, de eerste christen-keizer. Op 8 juni 328 wordt Athanasius gewijd als opvolger van bisschop Alexander van Alexandrië, die hij als secretaris heeft bijgestaan op het Concilie van Nicea. Op dit concilie is de leer van Arius veroordeeld, maar al snel keert het tij. Constantijn wenst verzoening tussen beide partijen, voor Athanasius is dat onmogelijk. Zijn onverzettelijkheid leidt tot de uitspraak ‘Athanasius contra mundum’ (Athanasius tegen de rest van de wereld). In hun verzet tegen Athanasius spannen de arianen samen met de afgescheiden meletianen, die strijden voor een zuivere kerk. Inhoudelijk hebben ze niets gemeen, in hun afkeer van de bisschop van Alexandrië weten ze zich één. Het gevolg is dat Athanasius door Constantijn naar Trier wordt verbannen. Laten zullen nog vier perioden van ballingschap volgen. Vanuit den vreemde blijft Athanasius geestelijk leiding geven aan de christenheid in Egypte, onder meer door zijn jaarlijkse Paasbrieven. In de Paasbrief van 367 biedt hij als eerste de lijst van 27 boeken die de canon van het Nieuwe Testament zullen gaan vormen. Athanasius onderhoudt ook nauwe contacten met bekende monniken. Zijn beschrijving van het leven van de woestijnheilige Antonius heeft grote invloed. De geloofsbelijdenis die zijn naam draagt, is niet van zijn hand, maar bevat wel de schat van de kerk die hij zijn leven lang verdedigde. In Jezus werd God waarachtig mens en bleef hij waarachtig God.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 23 juni 2010
Terdege | 100 Pagina's