Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods beloften zijn waarachtig, de mens is verantwoordelijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods beloften zijn waarachtig, de mens is verantwoordelijk

In het geloof is de zekerheid van de keuze

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Gaat het goed of slecht met de kerk", zo vroegen wij aan de jubilerende predikant. Dat weet ik niet, was zijn antwoord. Ik oordeel niet over andere kerken. God houdt Zijn kerk in stand. Hoe het ook is, ik geloof dat er nog getrouwe knechten zijn. Daar verblijd ik me in. Alle dingen moeten medewerken ten goede, dat geldt ook voor de toestand van de kerk. Ds. Kok heeft géén wisselvallig leven gehad. Ik boog er niet op, zo zei hij, maar ik ben niet veranderd in mijn prediking. Vanaf het begin van mijn ambtelijke werk zijn er preken van me uitgegeven. Er waren er weinig. Het was nodig voor de leesdiensten. Van die preken zijn er ettelijke bewaard gebleven. Vandaar dat ik kan aantonen, dat ondanks de conflicten die er waren, hetgeen ik uitdroeg geen zier veranderd is.

Ds. Kok werd niet moedeloos, toen hij in Veenendaal buiten het verband van de Geref. Gemeenten kwam te staan. Hij zegt nooit een hard woord gesproken te hebben tegen deze gemeenten. Integendeel, ik heb ze nog lief. Ik predikte al gedureude 35 jaar Gods beloften aan iedereen. Ik had nooit last, Men moet het dan ook meer als samenloop van omstandigheden zien dat dit gebeurd is; Ds. Kok verblijdt zich. Een zaak die ingang moet hebben, waarover gesproken moet worden, zal verdrukt worden. Hij acht zich gelukkig bij dezelfde leer gebleven te zijn.

Er wordt weinig gepreekt vanuit de diepe val in Adam, vanuit het verdoemelijk zijn voor God. Dat vindt ds. Kok jammer. Want tot het hele menselijk geslacht, dat in deze staat verkeert, komt God met zijn beloften, wij moeten, zo vindt hij die beloften niet beperken tot degenen voor wie waarvan God besloten beeft dat zij zalig zullen worden. Anders is de zonde geen zonde meer. De mens heeft dan een voorwendsel.
Ds. Kok koestert geen harde gedachten, zo schreven wij. Ook niet tegen degenen die tégen zijn opvattingen schrijven. Hij wil ze nog wel geld geven om schrijfpapier te kopen ook.
Meent u dat de prediking allereerst de oproep tot geloof moet inhouden, of de aandrang op de noodzaak van de wedergeboorte, als een werk Gods begonnen door de Heilige Geest, zo vroegen wij de Nijkerker predikant. Het geloof behoort tot het wezen van de mens, zo zei hij. Op het eerste gehoor een merkwaaroig antwoord. Duidelijker gezegd, is: het geloof behoort tot het wezen van de duivel, ik spreep als tot gelovige mensen, met een concienue, met ingeschapen Godskennis. De duvelenen weten ook dat er een God is en zij sidderen.
Men praat tegenwoordig veel langs de wedergeboorte heen. Men spreekt weinig over de verkiezing. De Heere begint bij de wedergeboorte, met de levendmaking. Gods goedentierenheid leidt tot bekering. Wanneer iemand Gods goedentierenheid smaakt, smaakt hij Gods verkiezende liefde. De verkiezing is opgekomen uit Zijn goedentierenheid. Niemand kan zeggen, op een moment, ik ben wedergeboren. God plaatst zijn wet in het hart van de mens, snijdt hem af uit Adam. Dat is een werk zonder ons in ons. Zulken kunnen het maar niet uitmaken: ben ik met God begonnen of is Hij met mij begonnen. Over hen zegt Paulus, ik heb op je leven gelet. Hij zag de vracht.

Keuze

Als de mens teruggeleid wordt zegt hij: toen ik betrekking op God mocht krijgen kwam ik tot een onberouwelijke keus, ondanks het gemis van de Heere. De waarachtige bekering, die is in Christus. Christus leert de wet Gods. Die wet leert de mens zijn ellende kennen. Er is nog een wet, de wet van het werkverbond. Die wet, aldus ds. Kok is de kracht der zonde. De wet van Christus is echter de kracht der liefde. Door Christus' wet lief te krijgen zegt men: wat ben ik een verschrikkelijk mens. Een mens weent nooit ten volle over de zonde. Maar Christus heeft ten volle over de zonde geweend. Vanuit Hem beweent een waar christen ook van ganser harte de zonde.
Ds. Kok is een liefhebber van de „oudvaders". Wat ik na gezegd heb, zo stelt hij, staat alles in de eerste zeven zondagen van de catechismus van Comrie. Er is er niet één die het zo duidelijk stelt als hij. Ik sluit met mijn prediking geheel bij de ouden aan, daarin is in 60 jaar geen verandering gekomen, ik zou willen dat die oudvaders meer gelezen werden.

Verbond

U zult in mijn preken niet aantreffen het massaal hanteren van het genadeverbond, aldus ds. Kok. Dat is particulier. En ik preek doorgaans voor onbekeerde mensen. Hoewel er tweeërlei mensen zijn, moet ook ik iedere dag bekeerd worden. De beloften waarmee ik tot de mensen kom in de prediking behoren tot het wezen van het verbond. Bij de beloften komt het aan op de waarachtigheid: Hij kan en wil en zal in nood, zelfs bij het naderen van de dood, volkomen uitkomst geven. God stelt Zijn trouw dan ook voor als een huwelijksverbond. De mens blijft hier volledig verantwoordelijk. Maar wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.
Het geloof, onmisbaar tot zaligheid, begint echter niet met de toegeëigende daad, aldus ds. Kok. Er ligt wel zekerheid in. Dat is de zekerheid van Ruth, die wist met dat volk te willen leven en die God te willen dienen.
Die zekerheid is de zekerheid van de keus, ook al moet men er zelf builen vallen. God is het immers waard gediend te worden. Dat is iets anders dan de verzekering. Die komt daarna, van buitenaf, van God. Evengoed is ook het geloot een gave Gods. Geloven is niet moeilijk. Maar als liet bij ons onmogelijk is moet God er aan te pas komen.

Beloften

Ds. Kok heeft vroeger veel verkeerd op gezelschappen, ook onder onkerkelijken. Daar lazen zij dan de preken van Erskines, dat klinkt me nog in de oren. Zij kwamen met de beloften voor ieder. Het geloven vloeit voort uit het goddelijk geloven. Daarom moeten de beloften gepredikt worden. Maar zij die tot God bekeerd worden krijgen wel het recht en de straf lief.
Met die beloften, aldus ds. Kok, kwam ook Hellenbroek zo sterk naar voren. Ik was de eerste student die door ds. Kersten is opgeleid. Hij liet mij catechiseren uit Hellenbroek. Deze komt ook met Gods beloften tot onbekeerde mensen. In 1931, aldus ds. Kok, werd een tweetal predikanten veroordeeld omdat zij de verkiezing eenzijdig preekten. Maar enige tijd later besloot men dat de beloften alleen voor de uitverkorenen waren.
Noem mij een gebed zonder daarin van een belofte gebruik te maken, aldus ds. Kok. Het is er niet. Anders wordt het een wanhoopsgebed. Als men niet wil bidden met gebruikmaking van een belofte wordt het „Bergen valt op ons en heuvelen bedekt ons". Een wanhoopsgebed.

Verstandelijk

Ik heb het aan de catechlsanten weleens zo voorgelegd, aldus de Nijkerker predikant, jullie hebben allemaal wel eens gebeden om enige uitredding. Het spijt me, zo zei hij, dat je niet gul bent om dat te erkennen.
Want de Heere Jezus vroeg over de negen melaatsen die niet teruggekomen waren, waar van zij? Hij wilde ze meer geven. Zij hebben echter zijn ontfermende liefde niet aanvaard. In Gods Woord staat niet voor niets: Bidt en u zal ontvangen. Dat zegt men wel, het moet echt zijn, anders kan de Heere het niet verhoren. Maar ook als we slechts verstandelijk weten wedergeboren te moeten worden kunnen wij in ons gebed zeggen, ik kom alleen omdat ik weet dat ik bekeerd moet worden.

Verantwoordelijk

Christus staat tegenover de zondeval. Van Hem wordt gezegd in psalm 2, Eis van Mij en Ik zal de heidenen geven tot uw erfdeel. Er staat ook, nu dan, gij koningen, handelt verstandiglijk, laat u tuchtigen, gij rechters der aarde. Kust de Zoon opdat Hij niet toorne. Het geldt dus, aldus ds. Kok, dat de hele wereld aan Christus gegeven is. Zo wordt aan de wereld het evangelie gepredikt, anders kon zij niet in het gericht met de Heere komen. De zin des Heeren, zondaren te zaligen, is opgekomen uit Zijn goedentierenheid.
De waarheid - gij zult de dood sterven ten dage als ge van de verboden vrucht eet - is daar tegenop gekomen. Menselijk gesproken veroorzaakte dat enige verlegenheid.
Vandaar de vraag, wie zal met Zijn hart Borg worden. Het was echter een vraag. Dat getuigde van Gods soevereiniteit. De Vader heeft de Zoon en de Heilige Geest vrijgelaten, vandaar een soevereine vraag en een soeverein antwoord. Christus nu werd uit soevereine liefde Borg van het verlossingsplan. De mens staat volledig verantwoordelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1975

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Gods beloften zijn waarachtig, de mens is verantwoordelijk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1975

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's