Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IN MEMORlAM Ds. SIMON VAN DORP

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN MEMORlAM Ds. SIMON VAN DORP

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(18 december 1880—6 december 1963)

Vrijdag 6 december j.1. beelde een huisgenote van de familie Van Dorp mij op om mee te delen, dat ons medehoofdbestuurslid, Ds. Simon van Dorp zo juist was ontslapen. Zeer onverwachts nog. De zondag tevoren was hij nog met zijn vrouw tweemaal onder de bediening des Woords geweest. In de week daaropvolgende zagen we hem nog op z'n gebruikelijke wandeling. Enkele dagen voordien las ik hem nog een brief van Ds. de Lange uit Kenya voor. En dan opeens dit. Er is inderdaad maar één schrede tussen ons en de dood.

Of het hem ook zo overviel als ons? Achteraf zeggen we, dat uit vele dingen bleek, vooral ook uit zijn gebed in de kring van de familie, hoezeer Ds. van Dorp naar dit gebeuren heen leefde. Toen God hem dan ook riep, mocht hij getuigen bereid te zijn en vrede te hebben, omdat hij de Heere bij zich wist.

Wel ging het alles anders dan hij zich gedacht had. Hij had dit trouwens in heel zijn leven ervaren, dat onze gedachten niet altijd Gods gedachten zijn. In 1940 moest hij zijn ambtswerk voortijdig om gezondheidsredenen neerleggen. Dat is heel wat voor hem geweest. Ds. van Dorp was met heel z'n hart pastor, herder, bewogen om de zielen. (Op de maandag voor de dag van zijn sterven deed hij nog ziekenbezoek!) Daarom had hij het zo moeilijk, toen hij de gemeente, de kudde, los moest laten. Dit „minder worden" te aanvaarden, moest hij door veel strijd heen leren en eigenlijk is er aan die worsteling hier nooit meer een eind gekomen. Toen het bezwaarlijk werd een dienst waar te nemen, deed hij het toch, al vreesden anderen, dat het teveel zou zijn. Hij kon niet meer, maar wilde toch zo graag die kansel nog eens op. Daar zal stellig, evenzeer als bij ieder ander heel wat van hem zelf bij geweest zijn. Maar het had ook andere oorzaken. In zijn jeugd reeds legde God hem de keuze in het hart om de Heere te dienen met alle gaven, die hem waren geschonken. Met grote innigheid kon hij daar altijd weer over spreken. Daarom dacht hij er in de laatste dagen toch nog weer aan om zich nog eens aan zijn ogen te laten helpen. Misschien, dat hij daarna nog weer wat kon schrijven. Over God, Die zo goed is voor slechte mensen. Dat werd immermeer de grondtoon van zijn getuigenis. Zelfs met zijn keuze van eertijds kon hij niet zoveel meer doen. Hij zag in zijn leven zoveel tekort en schuld. Ds. van Dorp was geen man om dat uit te stellen. Hij beleefde het. Maar zo werd de genade Gods hem steeds groter en daarom had hij nog zoveel willen schrijven. Het ging echter niet meer.

Zo was het ook min of meer met zijn plaats in het hoofdbestuur van onze Gereformeerde Zendingsbond. Wij dachten wel eens, waarom houdt hij niet op. Vergaderingen vielen hem soms zwaar. Toch was hij er. Hij kon geen stuk meer lezen. Hij probeerde toch nog op de hoogte te blijven om zo nog mee te mogen werken aan de verkondiging van het Evangelie tot aan de

einden der wereld. Zo bleef hij maar willen, ook al ging het soms eigenlijk niet meer.

Nu heeft de Heere dan opeens een eind aan deze strijd gemaakt. De laatste maal, dat we elkaar ontmoeten, zei hij: Weet je, waar ik de meeste zorg over heb? Dat God mijn vrouw wegneemt, voordat Hij mij thuis haalt. Het is wel niet goed om bezorgd te zijn, dan wantrouwen we de Heere, maar ik kom altijd maar weer terug op de vraag, wie dan zo'n oude blinde man nog zou willen verzorgen. In antwoordde toen, dat God, als het nodig zou zijn, best wel een plaatsje voor hem zou hebben. Niet wetend op welke wijze het vervuld zou worden. God heeft toen het Zijn tijd was zijn moegestreden dienstknecht een plaats en Zijn rust gegeven. Het leven was hem Christus, zo was het sterven hem gewin.

Voor onze zendingsarbeid betekent zijn heengaan een gevoelig verlies. Ds. van Dorp en onze Gereformeerde Zendingsbond behoorden bijéén. In ons werk vooral heeft hij zijn liefde tot de zaak van de Koning uitgeleefd. Hij heeft velen tot toewijding aan de zendingszaak bewogen. We denken vooral ook aan de voorbede, waarmee Ds. van Dorp ons werk en in het bijzonder de werkers op het zendingsveld heeft begeleid. Nu is hij niet meer, maar we weten, dat Gods welbehagen ook zo door Zijn eigen hand gelukkig voort gaat.

Missen zullen we hem wel bij alle gelegenheden, waarbij we als Gereformeerde Zendingsbond samen komen, vooral in de vergaderingen van ons hoofdbestuur. Ds. van Dorp had daarin sedert 26 oktober 1916 zitting. Hij sloeg, zo het hem maar enigszins mogelijk was, geen samenkomst over en als hij er was, dan w& s hij er ook. Daar bleef hij ook, zoals herhaaldelijk betuigd werd aangaande zijn leven en werken zichzelf gelijk in zijn liefde voor de waarheid Gods en de gereformeerde belijdenis. Vanuit de liefde zocht hij het zendingswerk te behartigen. Naar zijn aard en karakter beslist en vasthoudend en daarom wel eens niet gemakkelijk, maar toch steeds vol overtuiging en toewijding. Doelbewust heeft hij daarom ook vastgehouden aan zijn „ideaal" van een eigen, op Gods Woord en onze belijdenis gefundeerde opleiding voor predikanten in de Toradjakerk. Het zijn. verdrietige jaren voor hem geweest, toen het er steeds meer op ging lijken, dat deze gedachte nooit werkelijkheid zou kunnen worden. Des te meer moet 't een grote voldoening voor hem geweest zijn, toen Ds. van Dorp na de reis van Ds. van Dijk uit diens verslag mocht vernemen, dat ditzelfde verlangen ook nog altijd in de Toradjakerk leeft en dat men onze hulp daartoe inroept.

Woensdag 11 december j.1. werd hij begraven. Ds. van der Pol heeft toen namens de G.Z.B. in z'n toespraak uiting gegeven, aan onze dankbaarheid voor dat, wat God ons in deze broeder schonk.

En zo zullen we het dan nu zonder Ds. van Dorp moeten doen. Het is nog wat onvoorstelbaar. Ruim 46 jaar heeft hij mee leiding gegeven. Maar het kan, omdat God, Wiens beloften in Jezus Christus ja en amen, is gebleven.

De Heere moge het mevrouw van Dorp in het bijzonder doen ervaren, dat Zijn vertroostingen nooit te klein zijn. Want moge het voor ons wat onvoorstelbaar zijn, dat Ds. van Dorp er niet meer is, het is voor haar, die zo innig met haar man verbonden leefde, naar de mens gesproken niet te doen. Maar de Heere kan het in de moeilijkste weg met Zichzelf zo goed maken, dat het ons ondanks alles aan niets ontbreekt.

Z.

Dit artikel werd u aangeboden door: Gereformeerde Zendingsbond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Alle Volken | 8 Pagina's

IN MEMORlAM Ds. SIMON VAN DORP

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Alle Volken | 8 Pagina's