Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het pinksterverlangen van Karel van Oordt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het pinksterverlangen van Karel van Oordt

"Centraal staat in ons hele leven de hoop op de terugkomst van Jezus Christus"

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn liefde voor het oude bondsvolk is alom bekend. Hij was de oprichter van Ook achter de stichting van het King David Fund, het Huis op de Berg, het Cheider en de Midbar Foundation was hij de stuwende kracht. Deze verbondenheid aan het joodse volk komt direct voort uit zijn lidmaatschap van de Katholiek Apostolische Kerk. Hoewel "de laatste van de twaalf apostelen" in 1901 overleed, weet Karel van Oordt zich gedreven door hun boodschap. Portret van een vurig zoeker naar de eenheid van Gods huisgezin en het heil van Israël.

Hij ziet z'n vader nog liggen, geknield in de huiskamer. Terwijl de avondschemering zich over de aarde uitstrekte, verootmoedigde de zakenman zich met zijn kinderen voor God, bad om verzoening over het zondige van die dag en legde de nood van de verdeelde christenheid aan de Heere voor. „Mijn moeder is overleden toen ik één was. De zus van mijn vader is toen bij ons in huis gekomen voor de verzorging van de vier jonge kinderen. Maar de grootste rol bleef weggelegd voor mijn vader. Hij was een zeer pastoraal mens, met een geweldige liefde voor zijn kinderen. Eigenlijk voor alle mensen die hij tegenkwam. Ik sliep bij hem op de kamer, 's Morgens vroeg ik hem soms: Wat betekent dit of dat woord? Daar kwam ik op, omdat mijn vader de nachtwake hield. Hij bad dan hardop, denkende dat ik sliep. Dat was meestal ook het geval, maar als ik wakker was luisterde ik mee, zonder dat hij het wist. Het was zo'n heilig moment, dat ik zelfs m'n ogen niet open durfde doen... Ja, mijn vader was een vroom mens, die nimmer zweeg over de Heere Jezus. Zijn gebed was geen formaliteit. Hij streed met God. De herinnering daaraan is voor mij nog altijd heilig. Het is mijn gebedsschool geweest. Ik zal nooit vergeten dat ik als kind in een vlaag van woede vloekte. Mijn vader was daar zo door geshockeerd, dat hij me een ongelooflijk pak slaag gaf Terwijl hij anders nooit sloeg. En hij huilde. Dat deed me nog veel meer pijn. Daarna ging hij met me op de knieën, om samen met mij mijn schuld te belijden."

Edward Irving
Vader Van Oordt was subdiaken in de Katholiek Apostolische gemeente van Amersfoort. De Katholiek Apostolische Kerk ontstond in het begin van de vorige eeuw, als een internationale en oecumenische opwekkingsbeweging. Een van de toonaangevende voorgangers was de Londense prediker Edward Irving. Irving was ervan overtuigd dat in het laatst der dagen het ambt van apostelen en profeten zou worden hersteld en dat de bijzondere gaven van de Heilige Geest zouden terugkeren. Zijn invloed was groot. Het chiliasme van McCheyne en veel van zijn vrienden is voor een belangrijk deel te verklaren uit hun contacten met Irving. McCheyne nam later afstand van zijn opvattingen, maar hield wel grote achting voor zijn geestelijk leven. Na Irvings dood getuigde hij: „Op hem zie ik terug met dezelfde heihge eerbied als waarmee ik de heiligen en de martelaars uit vorige tijden beschouw. Een heilig man, ondanks al zijn waanideeën en dwalingen." In de loop van drie en een halfjaar werden binnen de Katholiek Apostolische Kerk twaalf mannen aangewezen als door God geroepen apostelen. Zij waren het die het zogenaamde Testemonium opstelden. Centraal daarin staat de noodzaak van verootmoediging en de roep tot eenheid. Wekelijks werden gebedssamenkomsten gehouden. Maar het hart van de Katholiek Apostolische Kerk klopte in de wekelijkse viering van het Heilig Avondmaal, de dagelijkse morgen- en avonddienst en de huisgodsdienstoefeningen. In Nederland ontstond een grote gemeente in Den Haag, die invloed uitoefende op mensen als Capadose, Da Costa, De Liefde en prof dr. G.H. Gunning.

Gezinsgebed
In 1901 overleed de laatste apostel. Wereldwijd waren inmiddels duizend Katholiek Apostolische Gemeenten ontstaan. Verweesd bleven ze achter. Anno 1994 zijn ook alle door de apostelen geordende ambtsdragers weggevallen. De leden zijn elders gastlid, in ons land meestal van de Hervormde Kerk. Zondagsmiddags komen ze nog bijeen, in gebedssamenkomsten. Gasten die deze diensten bijwonen krijgen te horen dat ze trouw dienen te blijven op de post waar God hen stelde. Niet het hdmaatschap van een kerkafdeling, maar van de heilige, algemene, christelijke kerk is immers bepalend. De vaste huisgodsdienstoefeningen bleven binnen de Katholiek Apostolische Gemeenten bestaan en vormen volgens Van Oordt de ruggegraat ervan. „Ik ben opgegroeid met het gezinsgebed, elke morgen en elke avond om half acht. Ook in mijn eigen gezin is dat altijd gewoonte geweest, 's Morgens beginnen we met het Gloria, waarna we een vaststaand Schriftgedeelte lezen. Dan gaat de vader voor in gebed. We besluiten met het gezamenlijk bidden van het "Onze Vader", 's Avonds is de indehng hetzelfde, alleen de gebedsonderwerpen zijn anders, 's Morgens staat de lofprijzing en de aanbidding centraal, in de avond is dat vooral de schuldbelijdenis en voorbede. Dan is er ook meer tijd voor gesprek."

Samenkomst
De devotie leidde in de familie Van Oordt allerminst tot wereldmijding. Van Oordt senior handelde in kleurstoffen voor de textielindustrie. Na verloop van tijd kwam daar een afdeling chemische produkten bij. De leiding daarvan liet hij aan zijn zoon over. Diens idee om Israëlische chemische produkten te gaan importeren, werd een eclatant succes voor de AAKO. De onderneming in Leusden groeide uit tot een miljoenenconcern. In 1979 verkocht Karel van Oordt het bedrijf aan zijn medewerkers. Het resterende deel van zijn leven wilde hij zich uitsluitend voor zijn idealen inzetten: het dienen van de Katholiek Apostolische Gemeenten in Nederland en de ondersteuning van het joodse volk. Voor het laatste richtte hij onder meer "Christenen voor Israël" op, een organisatie die tot doel heeft praktische hulp te bieden aan de staat Israël. Zijn dienst aan de Katholiek Apostolische Kerk bestaat uit catechiseren door het hele land en het voorgaan in de zondagse gebedsamenkomsten van de gemeente te Amersfoort. „Er wordt een uur gelezen en gebeden, volgens een vast rooster. We denken dat de Heiland veel verdriet heeft van de verscheurdheid van Zijn lichaam en we willen met de Heere meebidden om genezing van het huisgezin Gods."

Catechese
Het catechetisch onderwijs ziet Van Oordt als zijn belangrijkste taak. „Ik heb daar destijds een zegen voor ontvangen en ik ken geen mooier werk. Vanaf hun zevende jaar gaan kinderen bij ons op catechisatie. Laatst behandelde ik met jongens en meisjes van twaalf en dertien jaar de vraag: waarom ga je naar de kerk? Dan zie je zó de genade van de Heilige Geest, dat die kinderen nog geloven. Ze zitten niet op reformatorische scholen, maar bezoeken algemene of zogenaamd christelijke scholen waar ze frontaal in botsing komen met de wereld. En toch blijven ze staande. Ik denk dat dat te verklaren is uit de huisgodsdienst, waardoor het hele gezinsleven bepaald wordt. Ten diepste natuurlijk door de genade van God, maar een van de middelen die de Heere daarvoor gebruikt is het morgen- en avondgebed. Niét overslaan. Dat is zo'n verleiding, zeker als je moe uit je werk komt. Ook wat dat betreft heb ik ontzettend veel te danken aan Annie, m'n vrouw. Die heeft het in ons grote gezin altijd zo georganiseerd dat de huisgodsdienst niet in de knel kwam."

Van Lodenstein
De voormalige zakenman beschouwt de Katholiek Apostolische Gemeenten niet als een kerk in de gangbare betekenis van het woord, maar als een eenmalig werk van God in de Kerk. Zelf bezoekt hij zondagsmorgens de hervormde gemeente van Amersfoort en één keer per maand de Engelse kerk in Utrecht, waar zijn kinderen zijn gedoopt en belijdenis deden. „Omdat onze familie jaren in Amerika heeft gewoond, werden mijn grootvader en vader daar gastlid. Daarin speelde ook mee dat je bij het doen van belijdenis in de Anglicaanse kerk niet belooft dat je anglicaans wordt, maar dat je de Heiland zult volgen en een trouw lid zult zijn van de kerk. Daar kunnen wij van harte ja op zeggen. Die opvatting is trouwens niet voorbehouden aan mensen van de Katholiek Apostolische Gemeenten. Gelukkig niet zeg. Net zo min als de huisgodsdienst. Ik had in m'n jeugd vrienden van de Gereformeerde Gemeenten, waar men 's avonds ook op de knieën ging, net als wij. Als kind ervoer ik geen enkel verschil. De kritiek kwam van de synodaal gereformeerden. Wat is daar vandaag nog van over? Het kuyperianisme heeft onrijpe druiven voortgebracht. Wij hebben altijd meer een band gevoeld met de bevindelijke traditie. In ons liedboek vind je gezangen uit de sfeer van de Nadere Reformatie. Het lievelingslied van mijn vader was bij voorbeeld dat prachtige vers van de grote Godsman Jodocus van Lodenstein: "Heil'ge Jezus! mij ten leven, ter heiligmaking mij gegeven."

Brede afwijzing
De brede afwijzing van de Katholiek Apostolische Kerk doet Karel van Oordt verdriet, maar is voor hem geen teken van gemis aan geestelijk leven bij de critici. „Men heeft de hand des Heeren niet herkend in het werk van genezing dat Hij wilde bewerken. Maar dat staat de zaligheid niet in de weg. Net zomin als het herkennen ervan de zaligheid gééft. We weten toch allemaal dat er maar één weg tot God is. Ik word zalig door het geloof in het offer van Jezus Christus en nergens anders door." Bij alle kritiek ziet hij bovendien een steeds bredere aandacht voor thema's die in de Katholiek Apostolische Kerk altijd centraal hebben gestaan. „Wat wij van de apostelen geleerd hebben, namelijk het bidden om het herstel van de zichtbare eenheid van de kerk, vind je Goddank niet alleen meer bij ons. Ook de verwachting van de terugkomst van Jezus Christus, als de verlosser der wereld, en het verlangen naar de gaven van de Heilige Geest is gelukkig geen katholiek apostolische liefhebberij meer. De inzichten van mensen als Irving werken onder de inwerking van de Heilige Geest door, zowel in Rome als in de Reformatie."

Charismatische vernieuwingen
Bij de ontwikkeling van de charismatische beweging zet Van Oordt overigens vraagtekens. „Hij zal het uit het Mijne nemen en u verkondigen, zegt de Heiland van de Heilige Geest. Hij zal van Mij getuigen. Als de Heilige Geest spreekt, doet Hij nooit alsof Hij de Zoonis. In de charismatische vernieuwing wordt het getuigenis van de Heilige Geest oncontroleerbaar. Volkómen oncontroleerbaar. Profetie in het Nieuwe Testament wil zeggen dat de Heere licht geeft over Zijn Woord. Nooit dat volslagen nieuwe dingen worden gezegd. Ze doen in de charismatische beweging net of de Heere God door hen spreekt. Dat is niet zo. God hééft gesproken, in Zijn Woord. En daarmee is de canon afgesloten. Ik zie de charismatische vernieuwing absoluut niet als een voortzetting van de ideeën van de Katholiek Apostolische Kerk. De twaalf apostelen hebben in het Testemonium geen aanvulling gegeven op de canon, maar de kerk gewezen op haar zonden en het oordeel dat aanstaande is. De eerste apostelen konden zeggen: „Het heeft de Heilige Geest en ons goed gedacht..." Dat hebben de apostelen van de Katholiek Apostohsche Kerk nooit gezegd. Ze waren door God geroepen voor de specifieke taak om de kerk toe te rusten voor de terugkomst van de Heere Jezus."

Heilsbeloften
De wederkomst van Christus is voor Van Oordt onlosmakelijk verbonden aan de heilsbeloften voor Israël. „In elke dienst en huissamenkomst binnen de Katholiek Apostolische Gemeenten werd en wordt voor Israël gebeden. Daar ben ik bij opgegroeid. Maar dat is niets nieuws. Dat deden veel oudvaders t> ook. Al Gods beloften aan de gemeente gegeven zullen in de kerk worden vervuld. De kerk is het lichaam van Christus en het huisgezin van God. Dat wordt nergens van Israël gezegd. Maar al de beloften aan Israël gegeven zullen in Israël worden vervuld. Die doet God gestand in onze dagen, maar velen zijn ziende blind en horende doof Terwijl het een nacht van waken is voor de Heere der heerscharen om Zijn volk terug te brengen, hoe de vijand ook tekeer gaat. De Heere Jezus zal weer staan op de Olijfberg en dan zal er naar de profetische belofte een groot geween zijn als over de dood van hun eniggeborene, als zij Hem zien Die zij doorstoken hebben."

Zwart-wit
Zijn overtuiging dat God Zelf Israël zal wederbrengen, maakt de voorman van "Christenen voor Israël" in het algemeen huiverig voor kerkelijke Evangelieverkondiging onder de Joden. Wel ziet hij een opdracht voor individuele christenen weggelegd. „Door mijn opvoeding ben ik ermee vertrouwd geraakt om met mensen die in nood zijn te bidden. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet over de Heere en Zijn liefde spreek. Hier niet en in Israël niet. Dat is geen verdienste, het is gewoon een vanzelfsprekendheid. Zoals ik ook graag over Annie en onze acht kinderen spreek. Waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Zo eenvoudig is het eigenlijk, ja." Ondanks zijn standpunt wil Van Oordt geen negatief oordeel uitspreken over het feit dat de Schotse prediker John Duncan destijds door zijn kerk werd vrijgesteld voor evangelisatiewerk onder deJoden in Boedapest. „Dan vraag je van mij een veroordeling van een man die de roepstem van God volgde. Daar kan ik toch alleen maar dankbaar voor zijn. Bij de synodaal gereformeerden was het vroeger altijd zwart-wit. Maar daar loop je vroeg of laat mee vast."

Bedekking
„De Bijbel zegt dat er een bedekking over Israël is gekomen. Dat verklaart voor mij waarom de zendingsarbeid onder Joden nauwelijks resultaat heeft gehad. God heeft Israël tijdelijk aan de kant gezet. Maar ze blijven bemind, om der vaderen wil. Daarom zal God op Zijn tijd de opgelegde bedekking wegnemen. Hij heeft ze allen onder de ongehoorzaamheid besloten, opdat Hij ze allen barmhartig zou zijn. Ik denk dat de Heere nu bezig is met Zijn volk. De hoop op de komst van de Messias is door Zijn Heilige Geest gewekt. Ik geloof dat zij de Messias zullen ontmoeten. Van een twee-wegenleer moet ik niets hebben. Dat is een theologische vondst, waarvoor ik in de Bijbel geen enkele aanwijzing zie. Maar we moeten ons ook niet in de plaats van God stellen. Met een vriend stond ik eens bij de Klaagmuur. Hij huilde en zei: „Wat erg Karel, dat al deze mensen verloren gaan." Waarop ik hem zei: „Ben jij God?" Er is maar één Naam onder de hemel gegeven tot zaligheid en dat is de Naam van Jezus. Maar het oordeel is aan God gegeven, niet aan mensen. Wij kennen de diepte van God niet. Paulus eindigt zijn theologie over Israël met de uitroep: „O diepte van rijkdom beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen." Ik ken nog niet de eerste lettergreep van de diepte en de liefde van God. Mijn opdracht is niet om te oordelen, maar om te getuigen. Er is geen Jood die ik ontmoet, met wie ik niet over de Heerejezus spreek. Ze beginnen er trouwens meestal zelf over."

Voorbidder
Zoals hij een werk van genezing voor Israël verwacht, zo verwacht Van Oordt ook een werk van genezing voor de kerk. „Het is een merkwaardig iets met de Katholiek Apostolische Gemeenten", mijmert hij hardop. „We hebben altijd heel veel nadruk gelegd op het ambt, de gaven van de Heilige Geest, de gemeenschap met de Heere in de viering van het Avondmaal en het verbond dat God in de doop aangaat met een kind. Nu kun je bij ons niet meer in het ambt worden bevestigd. Er kan geen kind meer gedoopt worden. Je kunt geen belijdenis meer doen. Je kunt niet meer het Avondmaal met elkaar vieren. We zijn heel dankbaar dat de Hervormde Kerk en de Anglicaanse kerk ons die grote gastvrijheid bieden om bij hen gastlid te zijn, anders waren we van alles verstoken. Toch geloven wij dat de Heere Zijn werk op Zijn tijd en wijze, door de mensen die Hij dan roept, zal voleindigen. Centraal in ons hele leven staat de hoop op de terugkomst van Jezus Christus, ledere dag is een dag dichter bij Zijn wederkomst." U voelt zich geen thuisloze in kerkelijk Nederland? „Absoluut niet. Ik hoor gewoon bij dè Kerk."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 mei 1994

Terdege | 80 Pagina's

Het pinksterverlangen van Karel van Oordt

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 mei 1994

Terdege | 80 Pagina's