Voorzichtig zijn met diverse soorten kinderbijbels
DS. TJ. DE JONG IN „STANDVASTIG"
DORDRECHT — Kinderbijbels zijn bedoeld om de Bijbel uit te leggen en te verklaren. Maar het resultaat is dikwijls, dat men van de regen in de drup komt. Waar de opvoeder niet de Schrift van Boven kreeg uitgelegd en niet in de gereformeerde geloofsleer is geoefend vanuit het Woord, daar is de uitleg in vertaling en kinderbijbel misleiding. Dit schrijft ds. Tj. de Jong van Garderen in het decembernummer van Standvastig, het orgaan van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS).
In een eerder artikel waarschuwde ds. De Jong al voor de ontwikkeling, dat de kinderbijbel in de gezinnen en voor de kinderen de plaats van de gewone Bijbel gaat innemen. De kinderbijbel mag niet meer zijn dan een gids naar de Bijbel zelf. Daarom maakt hij er bezwaar tegen, dat steeds meer kinderbijbels genoemd worden ,.Bijbel voor de kinderen", ,,Bijbel voor kleuters" enz. Men wil de bijbelse boodschap begrijpelijk maken voor kinderen. Maar vaak is het resultaat een verdraaien van de boodschap naar het menselijk begrip en verstand, verduisterd door de zonde.
Op de mens aan
" Ds. De Jong noemt het een droeve zaak, als de kinderbijbel de Bijbel van zijn plaats verdringt. ,,We dachten dat een oorzaak daarvan was, dat vele kinderbijbels wat meer op de mens aan werken, de theologische veronderstellingen en uitgangspunten liggen meer in de lijn van de natuurlijke mens, die toch niet ongodsdienstig wil zijn. Een andere oorzaak is de ontstellende onkunde die er ligt ook bij de vaders en moeders, die hun profetisch ambt, die hun priesterlijke bediening in en met het gezin niet meer kunnen verrichten vanwege hun verstandelijke en hartelijke onkunde. De kinderbijbel moet hèn leren".
Daarom noemt de Garderense predikant het woord ,,kinderbijbel" mislei- dend. Vele kinderbijbels richten zich bewust ook tot de volwassenen. Bovendien worden ze als handboeken gebruikt door onderwijzers en op zondagsscholen. Bovendien is een kinderbijbel geen Bijbel. ,,Toch gebruiken we deze term omdat er geen andere is en deze is ingeburgerd."
De kinderbijbel is voor ds. De Jong aanvaardbaar als ,,hulpmiddel voor ouders om de kinderen het Woord bij te brengen. Dus geen afschuiven van de taak op een schrijver of schrijfster." Daarom adviseert hij, om niet meer dan één keer per dag uit de kinderbijbel te lezen. Het allerbeste is volgens hem, dat ouders zelf de kinderen de geschiedenissen van het Woord vertellen en op hun plaats verkondigers zijn van het Woord. Daarbij kan een kinderbijbel een goed hulpmiddel zijn.
Kind als maatstaf
De keuze van een goede kinderbijbel is dan bijzonder belangrijk. De tendens in de hedendaagse kinderbijbels is, het uitgangspunt volledig in het kind te leggen. Ds. De Jong: ,,Men tracht niet het kind naar Gods Woord te brengen in de weg der middelen, maar andersom. Het kind wordt niet meer bijgebracht de eerbied voor het Woord vanuit ontzag voor het Boek. Het tegenover van het Woord wordt niet meer gevoeld. De Bijbel moet een boek zijn als alle andere boeken. Weet men dan niet, dat het in de natuur van de mens ligt om het Woord terzijde te schuiven en dat dat ook ligt in de natuur van onze kinderen, die liever een plaatjesboek hebben dan een Bijbel?"
De gedachte, dat het kind moet zien, begrijpen en verstaan met het uitwendige om tot geloof te komen en om de Bijbel geloofwaardig te doen zijn, noemt ds. De Jong ,,een geheel verkeerd uitgangspunt".
"Boeken der leken"
Hij laat zien, dat vooral Roomse kinderbijbels kennelijk selecteren op wat voor de jeugd nuttig en wenselijk wordt geacht. ,,De kinderbijbels selecteren de Bijbel en schermen haar af". Deze gedachte vindt (bewust of onbewust) ook steeds meer ingang in het protestantisme. Ds. De Jong herinnert aan de Middeleeuwen, aan beelden en gebrandschilderde ramen die boeken der leken genoemd werden. In de Reformatie ging het erom, dat kerkmensen opgevoed werden om zelf de Schrift te lezen. Thans ziet hij een stroom de tegengestelde richting opgaan.
Op een conferentie over „Kind en Bijbel", eind 1975, werd gesteld, dat ,,het protestantse godsdienstonderwijs de neiging heeft uit te gaan van de Bijbel en de Roomskatholieke catechese vooral van de leefwereld van het kind". Ds. De Jong: ,,Hier staan tegenover elkaar Erasmus met zijn humanisme en de mens in het middelpunt en het ,,Sola Scriptura" van de Reformatie. „Genoemde conferentie stelde zich vrijwel unaniem op tegen de stelling, dat ,,heel de Bijbel voor heel het kind" moet zijn.
Ds. De Jong: ,,Vanuit de praktijk en gesprekken over gebruik van kinderbijbels is me gebleken, dat ook voor het gebruik van kinderbijbels in zogenaamde rechtse kringen geldt, wat geldt van de eerste Roomskatholieke kinderbijbel, dat wie deze kinderbijbel gelezen had, voldoende wist om zinvol godsdienstig te kunnen zijn, het doel was niet het gaandeweg komen tot zelfstandig lezen der Schrift.
Vele ouders weigeren hardnekkig dit te erkennen, terwijl ze wanneer ze eerlijk zijn, ook van de gedachte uitgaan, dat het kind, de mens voldoende weet wanneer hij/zij de kinderbijbel kent. Dan liggen de zogenaamd duistere Middeleeuwen niet achter ons, maar zijn we erin en liggen ze voor ons", aldus ds. De Jong. De Garderense predikant noemt het een duidelijk negatieve zaak, dat kinderbijbels altijd selecteren en krachtens hun aard moeten selecteren, waardoor de boodschap versmalt. Daarom dringt hij erop aan, dat de kinderen al in de tijd, dat zij op de basisschool zitten, van hun ouders een Bijbel krijgen.
De selectie in de kinderbijbel is geheel afhankelijk van de godsdienstige en pedagogische opvattingen van de schrijvers. ,,Men zij uiterst voorzichtig met welke kinderbijbels men aan komt dragen. Let toch vooral niet alleen op het uiterlijke. Het gaat om de inhoud en de onsterfelijke zielen onzer kinderen." Van de zestig tot zeventig kinderbijbels die in omloop zijn, moet verreweg het merendeel verre verworpen worden.
,,Het aantal kinderbijbels waar de Schrift wordt gezien naar de uitleg van de Drie Formulieren van enigheid is zeldzaam op het grote geheel van het aanbod. Verreweg de meeste kinderbijbels gaan uit van gedachten die niet in overeenstemming met de Drie Formulieren van enigheid zijn".
Als „goed hulpmiddel" noemt ds. De Jong alleen de kinderbijbel van Vreugdenhil, de Banier-uitgave ,,Vertellingen uit het Grote Boek" en de uitgave van B. J. van Wijk (welke laatste niet meer in de handel is).
,,Vele kinderbijbels werken door verschillende factoren mee aan een voortgaande vervlakking in geestelijk opzicht en een verdere vervreemding van de prediking die tracht te zijn, door genade, prediking naar de volle raad Gods vanuit het Woord Gods. Ook in zogenaamd ,,rechtse" kringen blijkt de kinderbijbel aan populariteit te winnen.
De Schrift zegt dat we de geesten hebben te beproeven of ze uit God zijn. Dat allen die met kleuters, kinderen en jongeren te maken hebben dit mochten bedenken met name ook ten aanzien van de hulpmiddelen die gebruikt worden bij het godsdienstonderwijs in gezin, in school en in de zondagsschool", aldus ds. De Jong in het decembernummer van Standvastig.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 3 januari 1977
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 3 januari 1977
Reformatorisch Dagblad | 8 Pagina's