Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kritisch boek over theologie Bavinck, Berkouwer en Kuitert

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kritisch boek over theologie Bavinck, Berkouwer en Kuitert

Proefschrift ds. S. Meijers in Leiden verdedigd

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LEIDEN — Dit proefschrift is een grote lawine. Een verwensing aan het adres van de promotoren. Maar ook uzelf wordt er bijna onder bedolven, u bent ook slachtoffer. U hebt trouwens de bijzondere gave van het kritisch vragen stellen. Maar waar is de eigen plaatsbepaling? Ik zit met grote verlegenheid. U biedt wel brokskens, u bent een bescheiden man en u weet vaak minder dan uw gesprekspartners.

Zo sprak sistermiddag in een zeer vol groot Auditorium der Leidse universiteit prof. dr. H. Berkhof tot drs. S. Meijers. Prof. Berkhof, hoogleraar vanwege de Ned. Hervormde kerk in de systematische theologie (dogmatiek), trad op als promotor van drs. Meijers, die sinds enkele jaren Hervormd predikant in de Sleutelstad is. Daarvóór was hij o.a. predikant in Ameide en Tienhoven en in Ermelo. Sijtse Meijers (geb. 1928) promoveerde op een zeer omvangrijke (zo'n 440 bladzijden) studie over „Objectiviteit en existentialiteit. Hun verhouding in de theologie van Herman Bavinck en in door hem beïnvloede concepties". Die concepties bleken dan vooral de theologische werken van de Gereformeerde G. C. Berkouwer en H. M. Kuitert en van de Hervormde A. A. van Ruler te zijn. Als copromotor trad gisteren de opvolger van Berkouwer (en Bavinck) aan de VU op, prof. dr. Jan Veenhof, die zelf ook op Herman Bavinck is gepromoveerd.

Uitgangspunten

Promotor prof. Berkhof ging in op het uitgangspunt van de (tot de Geref. Bond behorende, red. RD) promovendus. Dat is het formele gezag van de H. Schrift. Want pas zó is er volgens u een waarachtig ,,tegenover" van God. Zo wilt u ontsnappen uit allerlei eenzijdigheden, aldus Berkhof, Maar wat levert uw rotsvaste uitgangspunt nu op? Dat heeft me teleurgesteld. U zegt te vaak, dat u zich keert tegen elk schema en dat de openbaring alle modellen te boven gaat. Dat lijkt wel agnosticistisch. Meijers betoogde daarop, dat zijn dissertatie niet de pretentie had van een alternatief tegenover de door hem kritisch ondervraagde theologen. Een afgerond systeem is niet mogelijk, geen enkele methode is afdoende. Ik verwacht het meer van de wijsheid in de omgang met de H. Schrift dan van een constructie, ontleend aan het Schriftgezag, aldus ds. Meijers. De volgende opponent, de ethicus prof. H. J. Adriaanse, had bezwaren tegen de twee grondbegrippen in de titel. Als u ze, zo zei hij, zonder kritiek handhaaft, heb ik ernstige bezwaren en dan staat er letterlijk onzin; namelijk dat kennis onafhankelijk van ons denken zou zijn. Maar als u er wel kritiek op hebt, hoe kunt u dan volhouden dat dit dan géén denkconstructie zou zijn?

Bovendien zijn de termen objectiviteit en existentialiteit niet duidelijk; u geeft er wel verschillende betekenissen aan, andere dan prof. Jonker deed, aan wie u ze ontleende. Uw eigenlijke probleem is de leer van de H. Prof. G. C. Berkouwer (links) en prof. Herman Bavinck werden door Meijers kritisch beoordeeld. Bavinck doceerde eerst in Kampen, later aan de VU. Schrift, en daarvoor lenen deze termen zich niet. Zo ontgaat uw redenering mij deels, aldus Adriaanse.

Meijers meende, dat de keuze van deze termen niet toevallig was: hij wilde zich er niet op vastleggen en had ze min of meer overgenomen van prof. (H.) Jonker, maar ze iets anders gevuld. Objectiviteit is openbaring en existentialiteit is de kennis van die openbaring. Daarmee wil ik, aldus Meijers, geen bepaald denkpatroon suggereren dat recht zou kunnen doen aan die openbaring. Ik wil geen denk-schema, geen object-subject-relatie, geen autonoom denkende mens.

Aanvechtbaar

De emeritus-ethicus prof. H. J. Heering was vol verwondering en bewondering over de studie. Hij meende, dat men in Leiden niet zo gewend was, dat discussies van de VU in Leiden beslecht werden... U doet Kuitert recht, aldus Heering, ook in uw scherpste kritiek. Maar uw eigen posities zijn minstens even aanvechtbaar, bijv. t.a.v. het concept der geschiedenis. U verwijt Bavinck wat u bij Kuitert juist wel eist. Blijft u niet steken in een platonische Godsidee, waarbij het eeuwige voor u de a se-itas Dei" (het door en uit Zichzelf-zijn van God) is?

Meijers: Hel probleem van de "natura" (is: continuïteit) en de historiciteit kunnen wij met onze denkcategorieën wel benaderen, maar niet doorvorsen. Met de intrede van de heilsopenbaring is volgens Bavinck niet iets nieuws toegevoegd aan de geschiedenis. Bij Kuitert is echter het verwachtingspatroon veel te groot. En de eeuwigheidsdimensie wordt altijd weer uit de tijd gedrukt.

Correlatie

Tenslotte was het woord in deze gedachtenwisseling aan copromotor prof. dr. J. Veenhof. (De hoogleraren Berkouwer, die wel aanwezig was, en Kuitert, die verstek liet gaan, namen zelf niet aan de discussie over hun opvattingen deel). Veenhof had verschillende vragen. Zo zag hij, dat Meijers snel kwalificeert en bijv. Berkouwer allerlei latente zaken toedicht: agnosticisme, latente gnosis, synergisme enz. Alles bijeen kan dat natuurlijk gewoon niet waar zijn. Zo deelt u Berkouwer in partjes.

Diens theologie legt veel nadruk op het begrip correlatie: geloof èn openbaring. Hebt u dat voldoende geanalyseerd en ziet u het niet slechts als onderlinge afhankelijkheid (interdependentie)?

Meijers vond wel, dat er bij Berkouwer alom een latent a-priorisme aanwezig is en dat hij in zijn studie juist wel veel kritiek had op het correlatie-begrip van Berkhof, die daarin van Berkouwer verschilt.

Stellingen

Toch meende Veenhof, dat Meijers een te grote afstand creëert tussen Berkouwer en Bavinck; de eerste zou de inhoud van de Schrift onderbrengen bij de "theopneustie" (door Gods Geest beademd), de tweede niet. Veenhof ontkende dat: ze zeggen juist hetzelfde. Meijers: Berkouwers aansluiten bij Bavinck is er wel, maar de vraag is: waar leidde dat toe? Dus die afstand is toch groter.

De door Kok te Kampen uitgegeven dissertatie gaat vergezeld van 24 stellingen o.a. tegen De Sopper en Thielicke. De laatste stelling zegt, dat de gemechaniseerde boer, wiens land onteigend wordt en die daar met een beroep op de H. Schrift geen voordeel uit wil trekken, de in cultureel opzicht meest volwassen mens is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1979

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Kritisch boek over theologie Bavinck, Berkouwer en Kuitert

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1979

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's