Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kinderevangelisatie hoort thuis bij plaatselijke kerkeraad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderevangelisatie hoort thuis bij plaatselijke kerkeraad

Ds. J. van Haaren en ds. A. Moerkerken docent Theologische school

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

UTRECHT — De Generale Synode van de Gereformeerde Gemeente, die ook gisteren in Utrecht bijeen was, heeft erin toegestemd om ds. A. Vergunst met ingang van januari 1981 ontslag te verlenen als docent van de Theologische school te Rotterdam. Als nieuwe docenten werden benoemd ds. J. van Haaren te Amersfoort en ds. A. Moerkerken te Nieuw-Beijerland. Zij zullen elk een bepaald aantal uren per week les gaan geven.

Naar aanleiding van het woensdag behandelde rapport van de zendingsdeputaten besloot de synode dat wanneer „er klachten zijn over de leer of het leven van een zendingspredikant, het de taak en de plicht van zendingsdeputanten is om deze klachten te onderzoeken en met de betrokken zendingspredikant te bespreken. Mocht deze geen betering betonen of zijn de klachten van zodanige aard, dat ingegrepen moet worden, dan bespreken deze deputaten de ingediende klachte met de kerkeraad, waaronder deze zendingspiedikant ressorteert.

Bevoegdheid

Mocht deze kerkeraad de klachten terzijde leggen, dan hebben zendingsdeputaten de bevoegdheid en het recht zich op de classis te beroepen, opdat die deze klachten alsnog beoordelen en dienovereenkomstig ook de gewenste stappen ondernemen kan. Opdat een classis zo spoedig mogelijk bijeenkomen zal, hebben deputaten het recht om de roepende kerk te verzoeken om op korte termijn een classis bijeen te roepen".

Tijdens deze zitting van de synode werd ds. M. Heerschap van Lethbridge (Canada) welkom geheten, die ook op de vergadering aanwezig was. Over het werk van de heer Schultink als evangelist aangesteld voor het werk onder de Zuidoostaziatische vluchtelingen, kon nog weinig gezegd worden. Veel van zijn tijd heeft hij op dit moment nodig voor de bestudering van de taal. Het werk onder de bootvluchtelingen is nog in een beginstadium.

Door ds. A. Vergunst werden, desgevraagd, mededelingen gegaan hoe het voorlopig comité tot stand gekomen is. Uiteindelijk is men er toe gekomen om de verantwoordelijkheid van dit werk, dat verschillende deputaatschappen aangaat (zending — evangelisatie — bijbelverspreiding en bijzondere noden) onder te brengen bij het deputaatschap van de Evangelisatie in Nederland en België.

Men betreurde het dat er zo weinig naar buiten gekomen is over de benoeming van de heer Schultink, ouderling van de Gereformeerde gemeente te Wageningen. Ds. L. Blok van Nunspeet merkte hierover nog op, dat er zeker in de toekomst wel publikaties in De Saambinder zullen komen ook wat betreft het doorgeven van adressen van gastgezinnen.

Wat betreft de problemen die ontstaan zijn in verband met het besluit van de vorige synode (1977) om voor evangelisten contact te zoeken met gemeenten in de nabijheid van de evangelisatiepost waar de evangelist dan ambtsdrager zou worden, werd besloten een commissie te benoemen, die de synode op de volgende zitting (op 3 en 4 december) zal adviseren. Dit advies zal dan ook gaan over de vragen die de deputaten aan het eind van hun rapport de synode voorlegden betreffende de verhouding en de positie van de ouderling-evangelist, stemrecht enz.

Op een vraag van ds. A. Vergunst antwoordde ds. A. F. Honkoop dat de evangelisten, na verkregen toestemming van de deputaten, naast hun werk op de eigen standplaats ook in andere gemeenten mogen voorgaan om voorlichting over het werk van de evangelisatie te geven. Zo heeft het werk van de evangelisatie meer bekendheid gekregen, zo benadrukte hij.

In verband met ontstane problemen rond de kinderevangelisatie zijn de deputaten van mening dat zij geen verantwoordelijheid meer kunnen dragen voor dit werk. Dat is voor ons een onmogelijke zaak aldus ds. A. F. Honkoop en wij hebben dan ook als deputaten beskiten, dat dit werk onder verantwoording van de plaatselijke kerkeraden moet geschieden. Op een vraag van ouderling Verweij uit Den Haag merkte hij op dat het zeker belangrijk werk is, maar het moet wel goed begeleid worden.

Dovenzorg

Onder dit deputaatschap ressorteert ,,Dovenzorg" uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten. Nauw bij dit werk zijn betrokken de predikanten D. Hakkenberg te Lisse en R. Boogaard te Leiden. Ds. Hakkenberg lichtte een schrijven toe van ,,Dovenzorg" waarin om advies en goedkeuring gevraagd werd om een predikant of kandidaat voor het werk onder de doven te beroepen, die wel verbonden blijft aan een gemeente. Het komt er dan op neer dat hij naast het werk in zijn gemeente, waarover dan afspraken gemaakt moeten worden, prediking en zielszorg onder de doven zal waarnemen.

Hier is een grote nood, zo stelde ds. Hakkenberg. De betreffende predikant zal hiervoor opgeleid moeten worden. Ds. Boogaard wees erop dat deze mensen een veel kleinere woordenschat hebben en al kunnen ze liplezen, veel van wij zeggen begrijpen ze niet. Na enige discussie werd het voorstel van Dovenzorg aangenomen door de synode, waarvoor ds. Hakkenberg dan ook zijn dank uitsprak

Een voorstel van de deputaten van „De Saambinder" om tot een betere taakomschrijving te komen van het deputaatschap, weid na bespreking door de synode'aanvaard. Dit houdt in dat in een situatie, waarin de inhoud van De Saambinder zeer duidelijk niet in overeenstemming is met de door de Generale synode aangenomen leer, het deputaatschap met de hoofdredacteur en de commissie van redactie overleg voert. In geval een dergelijk overleg niet tot de gewenste verbeteringen zou leiden, moet het deputaatschap als uiterste middel bevoegd zijn tot een schorsing van de hoofdredacteur en/of meerdere redacteuren totdat een volgende Generale synode hierover een besluit neemt. Men benadrukte dat hierover goed overleg met hoofdredacteur, deputaten en verder alle betrokkenen geweest is.

Gezinsverzorging

Wat de gezinsverzorging en bejaardenhulp betreft werd ervoor gepleit om al het mogelijke te doen om te komen tot een eigen organisatie die dit gaat verzorgen en dat zo aan onze eigen gezinnen door eigen mensen hulp geboden kan worden. De synode sprak er haar blijdschap en waardering over uit, dat de gezinsvervangende huizen van de grond komen. We kunnen dat niet genoeg waarderen en het werk op dit terrein wordt bijzonder op prijs gesteld aldus ds. A. F. Honkoop.

In verband met het bureau voor de levens- en gezinsproblemen, dat aan de orde kwam bij de behandeling van het rapport van deputaten Gezins- en Bejaardenzorg, kwam een discussie op gang, waarbij men zich zorgen maakte dat de kerk op een zijspoor gerangeerd wordt. Vaak gaat men eerst naar de maatschappelijft werker en als die al aan het werk is dan benadert men pas de ambtsdrager. Toch wilde ds. C. Harinck van Dordrecht hierbij opmerken dat we blij mogen zijn dat er binnen de gemeenten een bureau is, waar men als ambtsdrager terecht kan met bepaalde problemen.

GSA-Ede

Bij de behandeling van dit rapport kwam ook de Gereformeerde Sociale Academie te Ede ter sprake. Men was niet zo gelukkig met allerlei ontwikkelingen daar. Het rapport spreekt hoofdzakelijk van problemen met leerlingen, aldus ds. Van Haaren uit Amersfoort, maar moeten die problemen ook niet gezocht worden bij de docenten die aangesteld zijn. Geven die altijd wel onderwijs dat gegrond is op Schrift en Belijdenis, zo vroeg hij zich af. De bezorgdheid werd door de synode gedeeld en men stelde dat met grote aandacht de ontwikkelingen in Ede gevolgd moesten worden. Op dit moment wilde men nog niet zover gaan om de bestuursleden die namens de Gereformeerde Gemeenten in het bestuur zitting hebben terug te trekken, deze bestuursleden zullen wel kritisch waakzaam moeten blijven.

Uitgebreid ging de synode in op een schrijven van dit deputaatschap dat verband hield met de overbelasting van verschillende predikanten en het ontbreken van bepaalde deskundigheid. Er werd een commissie in het leven geroepen om de synode hierover op de voortgezette vergadering in december te adviseren.

In verband met de goede voortgang van het werk van de zendingsdeputaten werd nu al voorzien in vacatures ontstaan door het vertrek van ds. A. Vergunst en het bedanken van ds. H. Ligtenberg. In deze Vacatures werd voorzien in de benoeming van ds. L. Blok te Nunspeet en ds. H. Paul te Vlissingen. Al hoewel bij enkele afge vaardigden enige bezorgdheid leefde over bepaalde ontwikkelingen in het jeugdwerk, sprak de synode toch haar waardering uit voor het vele werk dat door de jeugdbond gedaan wordt. Ds. Hakkenberg wees op het geringe bezoek van predikanten aan de bondsdagen. De synode ondersteunde het voorstel van de deputaten jeugdzorg om de gemeenten te verzoeken collecten voor het jeugdwerk te houden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1980

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Kinderevangelisatie hoort thuis bij plaatselijke kerkeraad

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 september 1980

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's