Intrede kand. A. Vlietstra te Melissant

Ds. A. Vlietstra van Doornspijk wees er zijn zoon op, dat een dienaar nooit mag zwijgen als het om Gods zaak gaat. Een dienaar moet de gemeente zeggen wat God zegt.

Aan de handoplegging namen deel de predikanten C. Oorschot, M. van der Linden, M. Aangeenbrug, J. van de Bom, J. J. W. Mouthaan, W. Pieters, M. Vlietstra (oom van de kandidaat) en z'n vader ds. A. Vlietstra.

Als tekstwoorden voor zijn intrede koos ds. A. Vlietstra jr. Ezechiël 2 de verzen 3,4 en 5.

Deze tekst begint met „mensenkind". Ook een dienaar des Woords is een zondig mensenkind. Èen adamskind, hij mag en kan zich niet verheffen boven zijn gemeente. Ezechiël had de prediking tot afkerigen die nog wel kinderen genoemd werden, maar ze zijn hard van aangezicht. Zij weigerden schaamrood te worden. Zij zijn stijf van hart, ze buigen niet voor Gods wetten en inzettingen.

Toch moet het Woord des Heeren klinken „Zo zegt de Heere, Heere". Al zijn wij wederspannig, de Heere komt met Zijn Woord tot ons. Niemand onzer kan zich op zijn onwetendheid beroepen. Allen is het aangezegd. Hetzij u hoort, hetzij u laat, de prediking is tot u gekomen. In Christus is er verzoening te vinden. Hij heeft de toom Gods vanwege onze wederspannigheid gedragen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen