God en mens werken met elkander samen
Van Bruggen tijdens promotie:
LEIDEN — In het Groot auditorium van het Academiegebouw der Leidse Universiteit aan het Rapenburg in Leiden, promoveerde woensdagmiddag W. van Bruggen, hervormd predikant te Wassenaar, tot doctor in de theologie. Hij verdedigde met succes zijn proefschrift dat als titel ,futurum en eschaton" draagt.
De ondertitel van het proefschrift luidt: „over de verhouding van het handelen van God en de mens in de geschiedenis met het oog op de toekomst". Zowel futurum als eschaton zijn woorden voor toekomst. Futurum vatte de promovendus op als toekomst van ons uit, gegroeid als vrucht van menselijk handelen. Eschaton zag hij als toekomst van God uit, opgevat als laatste werkelijkheid.
De prpbleemstelling laat zich het eenvoudigst onder woorden brengen in termen van de komst van het Koninkrijk. Is dat dan alleen Gods werk, zodat ons handelen er niet toe doet, of is het juist ons werk waar God alleen nog een kroon op zet? Of is het mogelijk een samenwerking tussen God en mens, zodat ons handelen een bijdrage aan de komst van het Rijk levert.
Samen met God
Van Bruggen bepleit in zijn proefschrift een zogenaamd foederaal-coöperatief denkmodel. Met dat coöperatieve aspect bedoelt hij het handelen van God en ihens zo te verbinden dat God en mens samenwerken als bondgenoten.
Prof. dr. H.J. Adriaanse leverde kritiek op het gebruik van de algemene filosofische begrippen optimisme en pessimisme. Eschaton zonder futurum is bij u pessimisme, zo zei hij, dat geeft problemen. De promovendus antwoordde echter dat uitgaande van God er geen sprake is van pessimisme, wel vanuit ons gezien. Over het verloop van het handelen toonde Van Bruggen zich pessimistisch, over de afloop optimistisch.
Hoop
De historicus prof. dr. J.W. Schuite Nordholt sprak er zijn verbazing over uit dat de promovendus de apocalyptische literatuur pessimistisch genoemd had, temeer daar boeken als Daniël altijd hoop gegeven hadden. Dat was slechts hoop op een uiteindelijke toekomst, zo kreeg de hoogleraar als antwoord. „Mijn hoop is ook voor de geschiedenis waarin wij nu staan".
Prof. dr. M. de Jonge leverde felle kritiek op de exegetische onderbouwing en was zelfs een oordeel dat het betoog van de promovendus daardoor gedeeltelijk verviel. Het „hora est" Eet het echter niet meer toe deze kritiek te beantwoorden.
Prof. dr. G. H. ter Schegget kon daardoor zelfs helemaal geen vragen meer stellen en zei met moeite dit te accepteren. In zijn proefsclirift had Van Bruggen Ter Scheggets theologie al onder de loep genomen, in de stellingen had hij dat nog eens fijntjes samengevat. Stelling 9 luidt: „Als „de bijbel dient te worden teruggegeven aan hen voor wie hij bestemd is" (G. H. ter Schegget) namelijk aan de armen in de zin van economisch uitgebuiten, is het niet in te zien, dat verder bijbelgebruik aan de westerse theologie zou zijn toegestaan".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1983
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1983
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's