Quellhorst-orgel niet gesloopt maar ingrijpend gerestaureerd
Hervormde Bethlehemkerk te Zwolle
De oude hanzestad Zwolle kunnen we op goede gronden een orgelstad van formaat noemen. Wie kent niet hel wereldberoemde Arp Schnitger-orgel in de de Grote- of Michaëlskerk. of het fraaie Scheuer-orgel in de Broerenkerk of de orgels in de Dominicanerkerk, Plantagekerk, Waalse- en Doopsgezinde kerk? In de afgelopen tijd werden deze orgels in het kader van diverse orgeltochten reeds door vele orgelliefhebbers bezocht.
Twee bijzondere orgels in de stad Zwolle konden daarbij niet beluisterd en bezichtigd worden vanwege het feit dat ze reeds lange tijd in restauratie waren. Daar is nu een eind aan gekomen. In een tweetal artikelen willen wij u kennis laten maken met het Quellhorst-orgel in de Bethlehemkerk en het Maarschalkerweerd-orgel in de Peperbuskerk. Deze week gaat het om het orgel in de Bethlehemkerk. Een kranteknipsel uit de vijftiger jaren meldde: „Zal Zwolse Bethlehemkerk spoedig worden gesloopt"? In het artikel werden plannen besproken om deze oudste kerk van Zwolle te slopen. Gelukkig is het toen bij plannen gebleven. Deze kerk is na tentoonstellingsruimte, pakhuis en nog veel meer te zijn geweest, thans geheel en al gerestaureerd en weer als kerk van de Ned. Herv. Gemeente volledig voor de eredienst ingericht.
Kerkhistorie
In dit kader is het wellicht van belang om in "t kort op de historie van deze kerk in te gaan, voor wij onze aandacht op het eveneens gerestaureerde orgel richten. Het is duidelijk dat de kerk van oorsprong een rooms-katholieke kerk is geweest. Het was in het jaar 1309, dat deken Bernhard van Vullenho, hier een huis en een hof bezat. Voor 1300 was er in Zwolle geen klooster. Deken Van Vullenho, lid van het kapittel van Deventer wilde in Zwolle een mannenconvent stichten als dochterklooster van het Bethlehemklooster in Doesburg. Zo kreeg Zwolle een eigen convent, dat de regel naleefde van Sint Augustinus. Na de grote stadsbrand in 1324 werd de kapel opnieuw opgebouwd. De toen gebouwde kapel vormt een deel van de huidige kerk. namelijk dat gedeelte dat grenst aan het Karel V-huis. Het tegen de kerk aan gebouwde Reventer heeft in de loop der eeuwen diverse functies gehad. Van oorsprong was het Reventer de eetzaal van de monniken terwijl het nu weer bij de Hervormde Gemeente in gebruik is als ontvangstzaal en bestemd is voor allerlei kerkelijk werk.
Orgelhistorie
In 1580 kwam het oude klooster in handen van de Protestanten en tot op de dag van vandaag is dat zo gebleven. De Hervormde Gemeente heeft onlangs het genoegen mogen smaken dit fraai gerestaureerde kerkgebouw opnieuw in gebruik te mogen nemen. Dat de orgelhistorie van deze kerk een boeiende geschiedenis is zal een ieder duidelijk zijn.
In ´t kort iets over de voormalige orgels. Zonder enige twijfel hebben de monniken zich bij hun eredienst ook reeds van een orgel bediend. De gegevens hierover zijn echter spaarzaam. Voor het eerst komen we iets tegen in een akte van 8 juni 1630. Een zekere Evertien Laurens, weduwe van Herman Berents. „bekent gekocht te hebben voor haar en haar erfgenamen, twee graven gelegen in de Bethlehemskercke. tegerit orgel over daer haer man Herman Berents naeme op beide groeven geteckent staat". Op 13 december 1671 besluiten Schepenen en Raad van Zwolle het orgel op verzoek van de toenmalige organist, te laten repareren. Het duurde nog tot 1683 eer de eigenlijke opdracht werd ver-' strekt. De organist die om deze reparatie verzocht had heeft het waarschijnlijk niet eens mogen beleven. In hetzelfde jaar dat het orgel werd gerestaureerd was er tevens sprake van een nieuwe organist.
Telkens moest echter het orgel dan wel gerepareerd dan wel gerestaureerd worden. Diverse orgelmakers hebben in de Bethlehemkerk gewerkt. Gezien de steeds terugkerende, reparaties aan dit orgel mogen wij aannemen dat het niet bepaald één van de beste in zijn soort zal zijn geweest. Het gevolg van dit alles was. dat het orgel het al spoedig na de laatste reparatie (in 1732) opnieuw begaf waarna Raad en Schepenen besloten het orgel op te ruimen om verdere onkosten te voorkomen. De Bethlehemkerk zat dus zonder orgel. Een eeuw lang is dit zo gebleven.
Queysen
Dank zij een goede gever kwam er in 1824 aan deze toestand een einde. Het was de bekende Zwolse filantroop Peter Queysen. die de kerkvoogdij een bedrag aanbood om de Bethlehemkerk opnieuw van een orgel te voorzien. In hetzelfde jaar kwam het eveneens door Queysen geschonken orgel in de Broerenkerk gereed. Zijn aanbod werd dankbaar geaccepteerd. Aan orgelmaker G. H. Quellhorst. die zojuist het fraaie orgel in Elburg's Grote Kerk had opgeleverd, werd. een offerte gevraagd waaruit bleek dat hij een dergelijk instrument wilde leveren voor ƒ 4863.-. Peter Queysen bleek bereid ook dat bedrag te betalen en zo werd op 29 september 1824 het contract met Quellhorst getekend. Ruim twee jaar werd aan dit orgel gewerkt en nadat het gekeurd was door een organist uit Kampen werd het op donderdag 19 oktober 1826 in gebruik genomen. Het orgel bleek echter helem-aal niet zo goed te zijn als de Kamper organist wel had verteld. Nauwelijks was het orgel ingewijd en had het dienst gedaan bij enkele godsdienstoefeningen of op zekere zondag zag de predikant zich genoodzaakt de organist te verzoeken met spelen te willen ophouden daar het kerkbezoekers onmogelijk was te zingen bij het valse geluid dat het instrument voortbracht.
Het orgel bleek windziek te zijn. Qm het orgel weer in goede staat te krijgen werd aan orgelmaker Scheuer uit Zwolle opgedragen het orgel zodanig te herstellen dat het Wel goed bruikbaar zou zijn. Opnieuw was Peter Queysen bereid de kosten hiervan te dragen. Ook in 1849 werd een restauratie en herstelling uitgevoerd door de orgelmaker J. C. Scheuer. Het orgel bezat toen in totaal tweeëntwintig stemmen verdeeld over Hoofdwerk, Rugwerk en aangehangen Pedaal. De voorlaatste restauratie dateert uit 1942. Toen werd het orgel onder handen, genomen door de orgelmakersfirma Sanders uit Utrecht die toen o.m. een vrij pedaal (pneumatisch) aanbracht. Toen op zondag 22 juni 1958 de laatste dienst in deze kerk werd gehou-- den, waarna hij werd gesloten gingen kerk en orgel hard achteruit. Het heeft er zelfs even op geleken dat het orgel verkocht zou worden naar Amerika. Gelukkig werd hier van overheidswege een stokje voor gestoken.
Dienst
Ook in dezen blijkt weer: „de mens wikt maar God beschikt", want waar niemand ooit meer op getekend had is thans weer werkelijkheid geworden. Kerk en orgel zijn weer in dienst gesteld van de eredienst. .Het was zaterdag 26 maart voor de Zwolse Hervormde Gemeente dan ook een blijde gebeurtenis dat de kerk door minister Brinkman officieel in gebruik werd gesteld. Prof. dr. M. A. Vente droeg het historische orgel dat werd gerestaureerd door de fa. Flentrop weer over aan de kerkvoogdij.
Het orgel heeft een vrij ingrijpende restauratie ondergaan. Zo werd de Bourdon 16' van het Pedaal weer geplaatst op de oorspronkelijke plaats van het Hoofdwerk evenals de Trompet 16". De Quintadeen van het Hoofdwerk die uit de Nachthoorn was ontstaan werd weer Nachthoorn 4' op het Hoofdwerk.
De aanwezige Terts 1 3/5' van het Hoofdwerk werd yervangen door een Terts van betere kwaliteit en passend bij de mensuren van de overige registers van het Hoofdwerk. Op het Rugwerk werd de Viola di Gamba 8' vervangen door een Octaaf 2' terwijl de Voix Celeste 8' werd vervangen door een Flageolet 1'. De Clarinet 8' moest vervolgens plaats maken voor een Dulciaan 8'. Op het Pedaal werd een oude Subbas 16' geplaatst en een nieuwe Bazuin 16' terwijl de Prestant 8' binnenkort zal worden geplaatst. Al met al heeft het orgel een grondige restauratiebeurt gehad. Het is'alleen jammer dat het orgel niet de oude lichtgroene kleur heeft teruggekregen. Het geheel maakt nu een min of meer sombere indruk te meer daar het in een vrij duistere hoek van de kerk staat opgesteld.
Dispositie
Hoofdwerk: Prestant 8'. Bourdon 16". Holpijp 8". Nachthoorn 4". Roerfluit 4". Octaaf 4". Quint 3'. Woudfluit 2'. Octaaf 2". Terts 1 3/5". Mixtuur V sterk. Trompet 16' en Trompet 8'.
Rugwerk: Prestant 8'. Holpijp 8'. Fluit travers 8" disc. Octaaf 4', Fluitdoux 4". Octaaf 2". Flageolet 1". Carillon 3 sterk disc. Dulciaan 8' gehalveerd.
Pedaal: Subbas 16". Bazuin 16". Prestant 8' (nog te plaatsen).
Het is qua klank een typisch orgel voor de gemeentezangbegeleiding: fors en krachtig van toon. Het neemt een geheel eigen plaats in in de rij van Zwolse orgels die allemaal verschillend van opbouw en karakter zijn hetgeen aan het geheel het boeiende aspect geeft waarop wij in Nederland zo trots kunnen zijn.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 april 1983
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 april 1983
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's