Startregeling vrouwenbedrijven discriminerend

Dit is de mening van de ondernemersvrouwen van de vrouwenraad van het Nederlands Christelijk Ondernemers Verbond (NCOV). Op grond van de onlangs door staatssecretaris Kappeijne van de Coppello afgekondigde startersregeling voor vrouwenbedrijven kan een maximale subsidie van 50.000 gulden worden verkregen voor het opzetten van een vrouwenbedrijf. De regeling geldt voor de jaren '84, '85 en '86. Voor dit jaar is er 700.000 gulden uitgetrokken.
Om voor de subsidie in aanmerking te komen moet het bedrijf in een bepaalde rechtsvorm (coöperatie of stichting) worden gedreven, de emancipatiegedachte moet worden uitgedragen (bijvoorbeeld voorzien in kinderopvang of vrouwvriendelijke werktijden) en er mogen alleen vrouwen werken. Bovendien verbindt het bedrijf zich mee te werken aan het evaluatie-onderzoek van de overheid. Dat betekent dat er gesprekken gevoerd moeten worden met ambtenaren, dat er meewerking wordt verwacht bij werkbezoeken en er verslagen gemaakt moeten worden.

Tijdrovende eisen
Bij de regeling zijn de ministeries van onderwijs en wetenschappen, welzijn, volksgezondheid en cultuur, economische zaken en sociale zaken en werkgelegenheid betrokken. Volgens de organisatie-secretaris van het NCOV N. Schouten lijkt de nieuwste startersregeling aardig. Hij vraagt zich echter af welke starter tijd heeft om aan al die tijdrovende eisen tegemoet te komen. „Als beginnend ondernemer heb je wel wat anders aan je hoofd", zegt hij. Ook vindt hij dat het bedrijf wel onder zeer sterke controle van de verschillende ministeries komt te staan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen