De zweep des drijvers jaagt drs. Niek Scheps niet meer op
Redigeren van blad beëindigd, persbureau blijft bestaan
HEERLEN - "Mijn vader sprak soms over de zweep des drijvers die hem af en \oi dreef bij zijn kerkelijke journalistieke werk. Ook ik voelde die zweep weleens. Nu is dat voorbij, maar bij alle emotionele pijn over het verlaten van het door mijn vader opgerichte blad Kerknieuws, verheug ik me wel over de idee tijd te krijgen voor leuke dingen, waaronder studeren. Ook preek ik nog graag". Aldus de 61-jarige drs. Niek Scheps, jarenlang dé man van het kerknieuws in Nederland.
Tweeëndertig jaar lang vulde hij in mindere, en geleidelijk steeds meerdere mate, samen met zijn vader, W. C. F. Scheps, het blad Kerknieuws. Daarna deed hij dat tien jaar in zijn eentje, naast soms een gedeeltelijke baan bij het onderwijs. De radiojournalistiek is hem ook niet vreemd. Hij diende bij voorbeeld zowel de NOS, de NCRV als de EO.
Scheps is historicus maar geniet bekendheid als kerknieuwsjournalist. Hij is iemand die hecht aan correct gebruik van de Nederlandse taal. Hoewel hij het veelal verborgen houdt, ergert hij zich nogal eens aan het slordig taalgebruik van zijn collega's. „Maar ik hou liever mijn mond, want je bent zo snel de oude heer die het beter weet". Daarom wil hij aanvankelijk ook niets kwijt over
Niet verrukt
„Ik ben inderdaad niet verrukt over de huidige journalistiek. Journalisten weten vaak veel te weinig af van het onderwerp dat zij behandelen. Men is te weinig kritisch in interviews en ik heb bezwaar tegen de zogenaamde geëngageerde journalistiek", zo vat hij in zijn kantoor in Heerlen bondig samen. „Maar ik wil niet als de schoolmeester overkomen", zo waarschuwt de journalist, die zelf zijn lange, diepgravende interviews in Kerkelijk Magazijn als een waardige afsluiting ervaart van zijn journalistieke werk.
Na een conflict met de uitgever trad drs. Scheps af als hoofdredacteur van Kerknieuws. Dat greep hem nogal aan. Hij zette zijn hoofdredactionele schouders, desgevraagd, onder Kerkelijk Magazijn. Maandelijks vulde hij het blad grotendeels zelf. Hij hield dat een jaar vol. In januari verschijnt het laatste nummer. „Lichamelijk kon ik de race tegen de klok niet meer aan, al mankeer ik gelukkig niets. Ik hoop dat ik op het goede moment gestopt ben".
Lijn der geslachten
Vader en zoon horen eigenlijk nog steeds bij elkaar. Scheps denkt duidelijk in de lijn der geslachten. „Mijn vader zette een persbureau op. Dat werk gaat gewoon verder en wordt te zijner tijd overgenomen door mijn dochter en haar man. Mijn vader begon een advertentiebureau dat nu door een andere dochter en haar man gerund wordt. Alleen aan het redigeren van een eigen blad, waardoor de naam Scheps een begrip werd, is nu een einde gekomen".
Het hele huis, inclusief het kantoor van het persbureau dat onder andere het dagelijks beroepingswerk, ook voor het KD, verzorgt, ademt de sfeer van het kerknieuws. Eigen publicaties, een hele rij "Scheps", ds. G. H. Kersten en vele andere bevindelijken staan broederlijk bij elkaar.
Scheps praat graag over wat hij in zijn journalistieke carrière heeft meegemaakt. „Als middelbare scholier ging ik al met mijn vader mee naar synodes. In 1944 maakte ik de Vrijmaking mee", aldus de gereformeerde Scheps, die niet vrijgemaakt werd. „Mijn vader heeft Assen 1926 meegemaakt en mocht zelfs een keer bij een (besloten) comitézitting zijn toen er over de kwestie-Geelkerken gesproken werd.
Vader is trouwens ver voor de oorlog eens weggestuurd bij een synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dat kwam omdat hij op de vraag van de preases, of alle aanwezigen christelijk gereformeerd waren, antwoordde dat hij wel christelijk en ook gereformeerd was, maar niet christelijk gereformeerd. Later werd die synode voor alle journalisten toegankelijk.
Kerknieuws ontstond in de oorlog om in de behoefte aan kerkelijke informatie te voordien. Immers, in gereformeerde kring was toen een grote kerkstrijd gaande. Na de oorlog groeide het blad, dat grote faam verwierf. Vader en zoon werkten er beiden aan. De christelijke dagbladpers had nog weinig oog voor synodeverslagen. Kerknieuws van Scheps was een begrip. Aan het einde van de jaren zestig werden de pagina's twee van de christelijke kranten min of meer concurrenten van Kerknieuws. In 1981 ging het blad in eigendom over naar een andere uitgeverij.
Arbeidskracht
Scheps benadrukt dat noch het abonnee-aantal noch financiële redenen hem dwongen te stoppen met Kerkelijk Magazijn. „De arbeidskracht ontbreekt me nu echt". Aldus de man die vroeger soms zestig uur achter elkaar werkte. Enkele malen typte hij achterin de auto de kopy uit, terwijl zijn vrouw reed. Ook sliep hij soms achterin de auto.
Helemaal verdwijnen uit de journalistiek is er toch niet bij. „Ik blijf in De Hoeksteen, een kerkhistorisch tijdschrift (eveneens van uitgever Van der Louw) mijn rubriek Uniek verzorgen. Wat het grote werk betreft heb ik mijn portie gehad. Twintig jaar lang was de journalistiek mijn hoofdberoep.
Ik ga ongeveer 30 tot 40 maal per jaar voor als lekepreker in lutherse en gereformeerde kerken. Ik studeer nog graag en ben voorzitter van de Gereformeerde Vereniging van Drankbestrijders. Die vereniging hoopt overigens te gaan fuseren met de Nationale Christen-Geheel Onthouders Vereniging".
Een goede vriend van Scheps omschreef het einde van de journalistieke arbeid bij wijze van hommage als 'emeritaat'. Uitgediend lijkt hij echter nog niet. Om het nogmaals met zijn eigen woorden te zeggen: „Naast de emotionele pijn toch ook verheuging"
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1986
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1986
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's