Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Minister Braks spreekt nog altijd de klare taal van boeren en vissers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Minister Braks spreekt nog altijd de klare taal van boeren en vissers

Van boerenzoon in Odiliapeel tot dienaar van de Kroon

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als geen ander minister spreekt Gerrit Braks de taal van boeren en vissers. Als hij een spreekbeurt houdt, zit de zaal vol. Met verve verdedigt Braks zijn beleid. Hoe boos de boeren of vissers ook zijn, aan het eind van de vergadering gaan de handen op elkaar. Geen fluitconcerten en geen boegeroep. Maar ook in Europees verband wordt met enig resect naar de Nederlandse minister geluisterd. Vergaderingen van landbouwministers zijn altijd het snelst klaar als Braks voorzitter is.

Tijdens verkiezingscampagnes wordt de CDA'er dan ook frequent ingezet. Dan spreekt hij echt niet alleen over landbouw en visserij. Over het sociaal- en financieel-economisch beleid blaast de 55-jarige bewindsman geducht zijn partijtje mee. Braks zegt zelf verrast te zijn over de aandacht die hij urenlang bij zijn toehoorders kan vasthouden. „Ik moet mezelf weleens waarschuwen niet teveel gebruik te maken van mijn retorische vermogens: ik wil ook een verhaal hebben. Ik wil niet alleen redenaar zijn".

Een ander onderwerp waar Braks graag over spreekt, is het respect voor het leven. Nog geen drie maanden geleden verklaarde hij in een interview met het dagblad Trouw niet gelukkig te zijn met de liberale abortuswetgeving: „Ik begrijp best dat we die zaak niet op stel en sprong terug kunnen draaien. Maar als zich zo'n mogelijkheid voordoet, zal ik niet aarzelen de abortuswetgeving opnieuw in heroverweging te nemen".

Binnen het kabinet heeft Braks zich sterk gemaakt om de bepaling in het Wetboek van strafrecht dat euthanasie strafbaar is, te handhaven. Braks zegt zelf dat hij zich samen met zijn rooms-katholieke partijgenoten Van den Broek en Ruding sterker heeft gemaakt voor een strakkere Euthanasiewet dan zijn protestants-christelijke broeders. „Zij hebben geen andere mening, maar eerder een andere finale houding: We hebben ervoor gevochten, maar verloren, daarbij leggen we ons neer. Wij zijn meer geneigd te zeggen: ...Kunnen we nog iets regelen, zodat we het nog redden". Anderzijds heeft Braks niet de illusie op dit punt alles sluitend te kunnen regelen: „Enige hypocrisie is onvermijdelijk als je Realpolitik bedrijft".

Motieven

Braks noemt geen religieuze motieven tegen euthanasie, omdat zoiets naar zijn mening veel te pretentieus is. In zijn optreden blijkt dan ook zelden dat de minister een christen-democraat is. In een interview met het weekblad De Tijd zegt hij daarover: „Het heeft te maken met mijn achtergrond. En met mijn voorkeur voor de solidariteit. Ik ben niet iemand die begint te praten over de bronnen: ik mocht de Bijbel vroeger niet eens lezen. Daarin stonden verhalen die niet geschikt waren voor katholieken... Ik ontken de wortels van het CDA niet, maar het gaat bij mij meer om de 'way of life', om de houding".

Solidariteit is een sleutelwoord van de bewindsman. Qua instelling is hij dan ook goed plaatsbaar in een kabinet met sociaal-democraten. Maar op dit moment heeft een kabinet met de PvdA niet zijn voorkeur, omdat de solidariteitsgedachte daar is vervangen door de gelijkheidsgedachte. De samenwerking met de socialisten noemt Braks sinds 1981 een trauma. De PvdA wilde wel regeren, maar als het op de invulling van de bezuinigingen aankwam, was men niet thuis. Gezien de harde toon die fractievoorzitter Kok aansloeg in het grote debat vlak voor Pasen, is het volgens Braks beter als er een derde coalitie CDA/VVD komt. Gedoogsteun van de kleine christelijke partijen -als CDA en VVD geen meerderheid behalen— ziet Braks niet zitten: „Ik vind niet dat je in fundamentele zaken je eigen verantwoordelijkheid moet delegeren".

IJdelheid

Op het gebied van landbouw en visserij wordt Braks zonder meer gezien als een vakminister. Hij heeft de zaken bijzonder snel onder de knie. Een klein minpuntje is dat hij dat ook erg goed weet. Een tikkeltje ijdelheid kan hem dan ook niet ontzegd worden. Een voorbeeld daarvan is de problematiek van de visserij. Naar het zich nu laat aanzien, is Braks de problemen met de vissers aardig te boven. De oorzaak van de moeilijkheden schuift Braks zonder blikken of blozen op de VVD'er Ploeg, die van 1982 tot 1986 als staatssecretaris verantwoordelijk was voor de visserij. Als Braks er zich persoonlijk mee bezig had gehouden, was de chaos niet onstaan, zo heeft de minister eens verklaard.

Voor de bewindsman staat zowel bij landbouw als bij visserij het Europese beleid centraal. Braks gelooft in het Europa van 1992, met vrij vervoer van goederen en personen. De wortels van zijn enthousiasme gaan terug naar de ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog. Dat het ene Europese volk tegen het anders streed, heeft Braks in zijn jonge jaren enorm aangegrepen. Daarom vindt hij het goed dat de ruzies zich nu beperken tot de onderhandelingstafel.

De bewindsman beheerst het spel aan de 'groene' onderhandelingstafel in Brussel tot in de toppen van zijn vingers. Zijn tactiek is: hoog inzetten om uit te komen waar je wilt zijn en de gesprekspartner het idee geven dat hij ook een beetje zijn zin heeft gekregen.

Steevast heeft de EG dan ook een centrale plaats in zijn toespraken voor kiezer en Kamer. Braks is tenslotte in Brussel net zo goed thuis als in Den Haag. Naar verluidt heeft hij er wel oren naar om Andriessen op te volgen als EG-landbouwcommissaris. Het zou een mooie kroon zijn op zijn 'groene' carrière.


Gerardus Johannes Maria Braks werd 23 mei 1933 in het Noordbrabantse Odiliapeel (gemeente Uden) geboren. Hij was het derde kind in een gezin van elf. („Bij ons was het altijd elf kinderen, tien zeugen, acht koeien".) Na de lagere school ging hij naar de land- en tuinbouwschool. Vervolgens deed hij een spoedcursus mulo, die hij op zijn 22e afrondde. Tot dat moment had Gerrit een volledige dagtaak in het bedrijf van zijn ouders.

Omdat er maar één het bedrijf van vader Braks over kon nemen, zou Gerrit evenals zijn oudere broer naar Nieuw-Zeeland gaan om daar agrariër te worden. Maar de jonge Brabander wilde liever verder studeren. Van 1955 tot 1958 combineerde hij een assisentschap bij de Landbouwvoorlichtingsdienst te Eindhoven met een avondstudie voor het staatsexamen hbs. („Dat was wat in zo'n dorp. De pastoor, de onderwijzer en de buurt redeneerden al gauw: „Wat verbeeldt die Gerrit Braks zich wel". Zodoende moest je wel. Niet slagen zou een afgang betekenen".) Daarna kreeg hij een beurs om aan de Landbouwhogeschool in Wageningen te gaan studeren.

Achtereenvolgens was de landbouwkundig ingenieur ambtenaar op het ministerie van landbouw en visserij (1965-1966), adjunct-landbouwattaché te Brussel bij de permanente Nederlandse vertegenwoordiging bij de EG (19661967), secretaris van de Noordbrabantse Boerenbond (tot 1969) en Landbouwraad in Brussel. In 1977 kwam hij in de Tweede Kamer terecht omdat een rooms-katholieke Brabander, die veel kennis had van de agrarische wereld, de CDA-fractie moest completeren. Toen er over zijn kandidatuur voor de Kamer werd gesproken, moest Braks overigens hals over kop lid worden van de partij. Iets wat meer voorkomt in de politiek.

Snel werd Gerardus, vanwege zijn kwaliteiten, voorzitter van de vaste kamercommissie voor landbouw. Toen Andriessen in maart 1980 aftrad als minister van financiën en Van der Stee in zijn plaats werd benoemd, kwam Braks —hoewel hij niet de eerste keus was— in aanmerking om het estafettestokje op Landbouw en Visserij over te nemen.

De snelle doorstoot naar de Haagse top kreeg een gevoelige deuk toen Braks in het tweede kabinet-Van Agt moest wijken voor De Koning (CDA/AR). Die moest op Ontwikkelingssamenwerking plaatsmaken voor Van Dijk (de huidige minister van binnenlandse zaken, oorspronkelijk een CHU-man).

Dit kabinet was geen lang leven beschoren. In het najaar van 1982 vroeg formateur Lubbers Braks om opnieuw minister van landbouw en visserij te worden, nu in het naar de formateur genoemde kabinet. Na de verkiezingen van 1986 verdween de staatssecretaris van visserij, de VVD'er Ploeg, zodat de bewindsman nu alleen de scepter zwaait op het ministerie. Een portret van een boerenzoon die zich opwerkte tot dienaar van de Kroon.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 juli 1988

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's

Minister Braks spreekt nog altijd de klare taal van boeren en vissers

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 juli 1988

Reformatorisch Dagblad | 12 Pagina's