De anti-psychiater is nog steeds anti
Hans van der Wilk, meester-actievoerder: „Wij willen brede maatschappelijke discussie over psychiatrie"
<br />
De bonte verzameling actiegroepen en organisaties die je met wat goede wil kunt bezien als de Nederlandse anti-psychiatrie beleeft roerige tijden. Eerder deze week werd het slotcongres gehouden van de vijfjaar durende manifestatie "Psychiatrie in Werkelijkheid". Van 14 tot en met 21 februari is wederom de traditionele Week van de ' Psychiatrie gepland. Ter bekroning van dat alles wordt gemeld dat de psychiatrische tegenbeweging jarig is: vijftien jaar geleden ontplooide men onder veel tamtam de eerste openbare acties. Al die moeite zou geleid moeten hebben tot een meer menswaardige psychiatrie. Hans van der Wilk, eens psychiatrisch patiënt, nu meesteractievoerder, blikt terug en kijkt vooruit. Een interview met een bewogen humanist. Op heftige en stormachtige, soms ook op irritante wijze heeft de tegenbeweging in de psychiatrie vijftien jaar lang de traditionele geestelijke gezondheidszorg bekritiseerd, bestreden en getracht het onwillige roer om te buigen. Het had allemaal moeten leiden tot minder psychiatrische patiënten en minder psychiatrische ziekenhuizen. Prof. dr. B. P. R. Gersons maakte in het Maandblad Geestelijke Volksgezondheid (januari 1988) waarschijnlijk onbewust in twee zinnen de balans op: „Psychiatrische stoornissen bestaan nog steeds en de psychiatrische ziekenhuizen in Nederland hebben nauwelijks bedden hoeven in te leveren. Integendeel zelfs, er worden alsmaar meer mensen opgenomen en psychiatrische 'ziekten' bestaan weer (of nog steeds)".
Actiemoe?
Daar zou je wel actiemoe van worden. Of is dat te pessimistisch gedacht? Hans van der Wilk: „Jazeker! Kijk, twintig jaar geleden was het psychiatrisch ziekenhuis een soort vesting met grote muren en nare hekken, een instituut waar de buitenwacht nauwelijks iets van wist, waar veel gebeurde waar de samenleving en de politiek nauwelijks oog op had. In het begin van de jaren zeventig ontstond de Cliëntenbond, de Gekkenkrant verscheen, er werden boeken gepubliceerd van Corrie van Eijk-Osterholt en Evelien Paull ("Laat ze het maar voelen" en "In het land der blinden"). Vanaf dat moment heeft er toch een grote verandering plaatsgevonden. Er kwam meer openheid binnen de inrichtingen, er is meer controle vanuit de samenleving gekomen, de commissie-Van Dijk is ingesteld, die goed werk heeft gedaan, zij het dat dat nog niet heeft geleid tot een nieuwe Krankzinnigenwet. De inrichting heeft de sluier van haar geheimzinnigheid af moeten leggen. Er is veel ten goede gekeerd, maar de tegenbeweging is nog lang niet klaar. We komen ook nooit klaar, denk ik". Wat is het verkeerde in de traditionele vorm van psychiatrie bedrijven? „Het klimaat in een grote psychiatrische inrichting is gewoon ronduit erg slecht. Zeker voor mensen die lijden aan weet ik wat voor psychiatrische storing. Men leeft daar in een geweldig grote groep mensen die allemaal hun eigen, individuele stoornis vertonen. De meeste psychiatrische ziekenhuizen zijn groter aan 500 bedden, het zijn heel grote bureaucratische, organisatorische verbanden. Elke patiënt is er een van de honderden; persoonsgerichte individuele aandacht is er niet of nauwelijks.
Het is jarenlang vaste prik geweest dat de beoordeling van een psychiatrische storing exact volgens hetzelfde stramien verliep. Men bekeek de patiënt altijd vanuit het medisch/biologische model. Nog steeds denken psychiaters dat de oorzaken van stoornissen gezocht moeten worden in ontregelingen van hersenen en centraal zenuwstelstel. Er was en er is veel te weinig aandacht voor problemen die ontstaan als gevolg van maatschappelijke moeiten, of als gevolg van een bepaald karakter of een bepaalde vorm van aanleg".
Overschatten
De medisch/biologische wijze van benadering heeft zijn bestaansrecht de jaren door toch bewezen. Ontkent de psychiatrische tegenbeweging dat volledig f „Nee hoor, helemaal niet. Als je de waarde daarvan maar niet overschat. Vooral de effecten van medisch/biologische ingrepen mag je overschatten. Men kent daar blindelings een geweldige waarde aan toe. En dat is lang niet altijd terecht. Prof. Dunning, een heel beroemde dokter, heeft gezegd: 85 procent van de ziekten waar mensen aan lijden geneest vanzelf. Daar zijn dus geen dokters voor nodig. Maar dokters nebben zich over die 85 procent altijd wel met veel energie ontfermd. Waarom? Nou, gewoon, om een markt te hebben, een veld van bezigheden. Ik verbind daar geen waardeoordeel aan, maar in de psychiatrie gaat het om mensen, dus je moet goed weten wat je doet.
In de psychiatrie verblijven geweldig veel mensen bij wie het nog zeer de vraag is of die medisch/biologische benaderingswijze de enig aangewezen behandelwijze is. Er zijn er heel wat die ontregeld raken zonder dat er met hen biologisch wat mis is.
Wil je mensen behandelen, dan moet je dat doen in een omgeving die ondersteunend werkt aan de behandeling. En een psychiatrisch ziekenhuis biedt dat ondersteunende karakter per se niet. De ideologie van het psychiatrische ziekenhuis en de doctrine die van haar uitgaat, werkt genezing tegen. Daarom zijn wij altijd kritisch geweest, en we blijven kritisch".
Effect
Psychiater Frank van Ree deed in 1981 in Elseviers Weekblad de geruchtmakende uitspraak: „Opname in een psychiatrisch ziekenhuis is een krankzinnigmakendproces". Was het echt zo dramatisch? Nou, krankzinnigmakend... In elk geval heel traumatisch. Een opname is iets wat je nooit meer vergeet en waar je jaren later steeds weer mee wordt geconfronteerd. Vooral innerlijk: opname is degradatie, een brevet van onvermogen, althans, zo heb ik dat zelf altijd ervaren. Ik kon het leven zelf niet meer aan, dus het ziekenhuis in. Heel ontluisterend. Ik ben zelf zeven keer opgenomen HANS VAN DER WILK ...shocken is een gok... geweest en zeven keer was het één grote verschrikking". Bent u daar zelf nu, jaren later, helemaal los van ? „Ik ben nog steeds niet echt los van mijn geneigdheid om depressief te worden. Ik kan nog steeds heel erg in de put raken. Maar ik heb voor mezelf wel een manier ontwikkeld om er mee om te gaan die nieuwe opnames zal voorkomen. Althans, naar menselijke verwachting. Opname betekende voor mij alleen maar benadrukking van mijn onmacht, het droeg niets, niets bij aan mijn herstel".
Ten goede
„De laatste jaren is er veel ten goede veranderd. Mede door onze activiteiten is er een meer humane situatie in de inrichting gecreëerd. Het is menselijker geworden. Als ik weer opgenomen zou moeten worden, zou de verschrikking niet meer zo groot zijn als toen. Men kijkt nu ook naar maatschappelijke omstandigheden, naar psychologische aspecten van mensen. Maar, ik olijf zeggen dat een psychiatrisch ziekenhuis niet de goede plek is om tot herstel te komen. Men vervreemdt daar van de samenleving, met alle gevolgen van dien. Opname is een vorm van onvermogen van deze samenleving, kennelijk kan men' niet wat beters verzinnen. En dat terwijl die betere oplossingen er wel degelijk zijn. Je moet iemand zomaar niet uit z'n eigen milieu weghalen, dat mag je pas doen als er geen enkele andere mogelijkheid meer is. Als iemand in de problemen raakt, moet je hem behandelen in zijn eigen omgeving. Er wordt veel te weinig gedaan aan goede crisis-interventie, aan goede ambulante begeleiding, aan tijdelijke hulp om iemand even buitenshuis te plaatsen, bij voorbeeld in een herstellingsoord. Als er dan toch opgenomen moet worden, dan moet dat heel kleinschalig, heel menselijk gebeuren, liefst midden in de bewoonde wereld".
Chronisch
„Enorm veel mensen blijven op dit moment in de grote instituten hangen, terwijl zij helemaal niet meer behandeld worden. De chronisch zieken. Ze zitten twintig, dertig jaar lang in een asiel, een opvangcentrum. Ik wil me best neerleggen bij het gegeven dat die mensen nooit meer toekomen aan een full-timejob in de samenleving, maar ik vraag: moeten die mensen per se in zo'n grote inrichting worden opgeborgen?
Het zou toch veel logischer zijn om van zo'n groot instituut uitsluitend een behandelplaats te maken, een plek waar mensen doelgericht therapeutisch gerichte hulp kunnen ontvangen, waar mensen mèt hun crisissituatie geholpen kunnen worden. Dan zou je voor die mensen van wie je bekennen moet: "Meer kunnen we niet" een andere beschermende woonvorm moeten creëeren. Dat is toch veel menselijker? En dat zou toch ook de behandelsituatie overzichtelijker maken. De functie wonen en behandelen moet je hoognodig scheiden". De tegenbeweging blijft dus kritisch. Maar prof. dr. Gersons zegt: „De kwaliteit van de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg is over het geheel genomen van een hoog niveau". Wie is er nu abuis? „Gersons zegt alleen niet waar hij dat aan afmeet. Haal me de koekoek! In vergelijking met een ontwikkelingsland hebben wij natuurlijk niets te mopperen. Want we Jiebben veel aandacht voor psychiatrie, er zijn ontelbare therapeutische mogelijkheden, veel opvangmogelijkheden. Maar met zo'n vergelijking mag je geen genoegen nemen. De geestelijke gezondheidszorg zou zich elke dag moeten afvragen of alles wat wordt gedaan inderdaad gericht is op het zo klein mogelijk maken van het menselijk lijden. Ais dat niet het geval is, dan is er geen sprake van werkelijke kwaliteitszorg".
Golven
De psychiatrische tegenbeweging beeft zich jarenlang ingespannen om de visie van de maatschappij op een psychiatrisch patiënt Opname is degradatie... positief te beïnvloeden. Heeft die moeite vruchten,^afgeworpen? „Tien jaar terug zag je dat mensen meer genuanceerd gingen praten over iemand die psychisch ontregeld was. Men ging Begrijpen dat je zo iemand geen etiket, geen stigma op mocht plakken. Zo van: eens gek, altijd gek. Het merkwaardige is dat je de laatste tijd weer een zekere verharding moet constateren. Als er vandaag iemand een bom gooit midden in een voetbalwedstrijd, dan zeggen de kranten, radio en televisie: „Dat is gewoon een gèk". Een heel geladen uitdrukking, die in het openbaar jarenlang niet op die denigrerende wijze is gebezigd.
Het is kennelijk een golfbeweging. Wij kunnen dus nooit op onze lauweren gaan rusten, want elke keer steekt die negatieve kijk op gekte, op psychiatrische storingen z'n kop weer op. Ik ben dus behoorlijk pessimistisch. Maar dat komt ook omdat de psychiatrie er zelf niet in slaagt om geloofwaardig te zijn. Een bewijs daarvoor is dat veel psychiatrische patiënten in het justitionele kanaal terechtkomen, omdat de psychiatrie ze niet wilde of niet kon helpen. Dan krijg je natuurlijk vanzelf een negatieve beeldvorming. En het beeld is dan dat een patiënt agressief en oorlogszuchtig is. Terwijl het tegendeel waar is. Het gros ontregelden is eerder verdrietig, in zichzelf gekeerd".
Discussie
Er is al eens gepleit voor een brede maatschappelijke discussie over het functioneren van de psychiatrie. Is de samenleving daartoe bereid? „Nee. Het enthousiasme voor kernenergie is voor psychiatrie ondenkbaar. Zo'n brede discussie is ook verhinderd door de hitte van de dag. Al die bezuinigingen, de beddenreducties, gesnoei in verplegers, al dat gedoe en alles wat daarbij hoorde. Dat verhinderde dat je heel systematisch eens wat op kon zetten. We hadden de handen vol aan het op gang houden van de discussie: wat is het doel van de psychiatrie? En wat levert die psychiatrie op? Die discussie is wel breed gevoerd". Men heeft wel beweerd dat de tegenbeweging al te heftig, al te ongenuanceerd te werk is gegaan. Kreten als "hek weg, gek weg" onderstrepen dat. Als zou sloop van psychiatrische ziekenhuizen vanzelf een einde maken aan psychiatrische stoornissen. „Elke beweging die met veel vuur ergens voor pleit, loopt het risico in uitersten te vervallen. Dat zie je bij het feminisme, bij de vredesbeweging, bij de vakbonden. Ze slaan soms helemaal door. Dat heeft ook bij ons gespeeld. Ik heb zelf overigens een paar jaar geleden de actie geleid om de plannen voor nieuwe psychiatrische ziekenhuizen te bevriezen. Nooit heb ik daarbij gezegd dat daarmee alle problemen verdwenen zouden zijn".
GPZ
„Wat betreft dat Moratorium Psychiatrische Ziekenhuizen: dat heeft meer uitgehaald dan velen denken. Er lagen op dat moment plannen voor acht nieuwe psychiatrische ziekenhuizen. We hebben gepleit voor een pauze, een bevriezing van die plannen. We hebben gevraagd om eerst eens te kijken of er wel vraag is naar die grote instituten, en zo ja, hoe moet je aan die vraag beantwoorden. Mede door het moratorium, en om eerlijk te zijn ook dank zij de bezuinigingen heeft men veel van die plannen al bijgesteld. Dat moet ook, want er mogen geen nieuwe inrichtingen meer bijkomen". U kent de plannen die gaan leiden tot een nieuw Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis? „Dat neb ik gehoord ja. Kijk, ik begrijp best dat jullie behoefte hebben aan een ziekenhuis met een eigen levensbeschouwelijke kleur. Dat is 1. Maar nu 2: Waarom nou toch weer een psychiatrisch ziekenhuis? Waarom is er niet verder doorgedacht? Waarom heeft men geen overleg gepleegd met de tegenbeweging? Dan hadden we samen kunnen zoeken naar een alternatief".
Militant
Is het vreemd dat velen moeite hebben met een blad als de "Gekkenkrant", of zoals het tegenwoordig heet "Gek'ooit"? „Ach, iedereen zingt zoals hij gebekt is. De tegenbeweging heeft natuurlijk militante voorlopers gehad. Maar je kunt Van de tegenbeweging in brede zin niet zeggen dat zij in extremen verviel. We hebben gezegd: Wij willen het anders. En soms moet je de dingen hard zeggen, wil je gehoord worden. Als je het heel vriendelijk zegt, gaan mensen weer over tot de orde van de dag. De meesten van ons hebben een zeer constructieve houding getoond. En de benaming „gek" hebben wij bedoeld als geuzennaam. De ongenuanceerde kantjes zijn erop dit moment overigens af. Maar zodra er weer enorme excessen openbaar komen, kun je dat heftige karakter weer verwachten. Als je nu bij voorbeeld ziet dat de elektro-shock weer ruimschoots wordt ingevoerd, dan vraag je om extreme reacties. Want aan die methode kleven zoveel onzekerheden, dat het ten ene male onaanvaardbaar is. Als de officiële psychiatrie dat op grote schaal blijft invoeren, roept zij scherpe reacties op. En dat zou ik betreuren, maar ik zou er ook begrip voor hebben. Shocken is een gok". Als laatste strohalm schijnt de elektro-shock-therapie toch nuttig te kunnen zijn. Ik kan me voorstellen dat men in de psychiatrie geneigd is om van zo'n allerlaatste mogelijkheid gebruik te maken. „Oké. Maar waarom moet die laatste strohalm nou toch zó angstaanjagend en zó afgrijselijk zijn? Er zijn ook andere mogelijkheden. Laat een psychiater maar eens heel langdurig samen met z'n patiënt dwars door een depressie heen gaan. Laat hem maar eens twee dagen met één patiënt bezig zijn. Dat is ook een strohalm, maar een veel betere. Het gebruik van de shocktherapie bewijst de machteloosheid van de psychiater. Ik zou willen dat men die onmacht nou ook eens zou erkennen".
Maatschappij
De tegenbeweging heeft altijd vrij stellig beweerd dat het met name de maatschappij is die ziekmakend zou werken. Kan dat wellicht de reden zijn dat de antipsychiatrie soms meer maatschappijvernieuwend dan hulpverlenend bezig was? „Mag je dat wel zo scherp stellen? Zeker, in de tegenbeweging zitten ook politieke, oppositionele krachten die zich vooral verzetten tegen de besta^inde samenleving. Maar ik vind niet dat alleen die krachten het gezicht van de tegenbeweging uitmaken.
Trouwens, de samenleving zit toch ook beroerd in elkaar? Kijk eens naar de ontkerkelijking, dat moet uw mensen toch aanspreken! Alles wordt ontluisterd, ontwricht, alles wordt steeds meer onzeker. Ben je belangrijk, dan word je wel ontvoerd, heb je geld, dan word je uitgebuit. Je hoort mij niet zeggen dat deze samenleving de mensen ziek maakt, maar de condities in die samenleving voor een gelukkig leven zijn bepaald niet gunstig".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 februari 1988
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's