Gemeentevoorlichtster beschrijft op geheel eigen wijze bezettingsjaren in Amstelveen
"Jaren van verduistering" verdient ereplaats in rij van regionale geschiedenisboeken
AMSTELVEEN - „De nacht van 13 op 14 juli 1942, even na één uur. Het is opnieuw begonnen: het angstwekkend bonzen van de FLAK het zware Duitse geschut bij de Janselaan. Je bent negen jaar oud en ligt doodstil luisterend in bed. Je weet dat iedereen in huis, en in heel Amstelveen wakker ligt en luistert. Soms overschrijft in zo'n nacht het kabaal een grens van hevigheid waardoor je allemaal op hetzelfde ogenblik opstaat. Dan kom je bij elkaar, beneden bij het trappenhuis en de wc, de veiligste plek van het huis. Samen draag je de angst".
Zo begint de Amstelveense gemeentevoorlichtster Tini Visser haar recent verschenen boek "Jaren van verduistering": een ruim 600 pagina's tellende publicatie over de bezettingstijd in Amstelveen. Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: het boek dwingt groot respect af. Het is een unieke combinatie van een zeer persoonlijk geschreven verhaal èn een uitstekend gedocumenteerd (regionaal) geschiedenisboek.
De schrijfster zegt er zelf het volgende over: „Heb ik een historisch verantwoord verhaal geschreven? Ik kan die vraag zelf niet beantwoorden. Mijn invalshoek heeft niet die van een beroepshistorica kunnen zijn. Achteraf gezien heb ik dit boek alleen maar kunnen schrijven op mijn eigen manier: als schrijfster, waarbij ik mijn fantasie heb ingeruild voor de werkelijkheid die mij werd toegeleverd. Deze werkelijkheid was dikwijls fascinerender dan ik ooit zelf had kunnen bedenken".
Verzameldrift
Wie meent nu te kunnen concluderen dat er op de historische betrouwbaarheid van het boek wel wat valt af te dingen, doet de schrijfster tekort. Zij interviewde maar liefst 120 getuigen (oud-verzetsmensen, nabestaanden, ambtenaren, enz.), die evenzovele verhalen vertelden. Van alle gesprekken maakte Tini Visser verslagen. Daarnaast bestudeerde ze honderden dossiers (ook niet voor publiek toegankelijke!) en verzamelde ze talloze feiten uit krantenknipsels, archieven en boeken.
In 1985 (na zes jaar speurwerk) achtte mevrouw Visser de tijd rijp om op basis van het verzamelde materiaal een tentoonstelling over de bezettingsjaren in Amstelveen te organiseren. De haar begeleidende commissie verzekerde haar dat ze direct na de tentoonstelling kon beginnen met het boek. Die vlieger ging niet op.
Tv-uitzendingen en perspublicaties naar aanleiding van de veertigjarige herdenking van de oorlog leverden tientallen nieuwe getuigen op. „Ik meende hun verhalen niet naast mij neer te mogen leggen", zo schrijft de Amstelveense auteur in haar verantwoording. Opnieuw voerde zij vele gesprekken. In januari 1986 zou ze dan echt beginnen. Echter, veel gegevens bleken niet te kloppen. Intussen bleef de stroom informatie aanhouden. „Nu ik 29 november 1988 schrijf, heb ik nog een dossier vol aantekeningen liggen die ik niet meer heb kunnen verwerken", deelt ze spijtig mee.
'Zwarte gat'
Dit alles bewijst dat de auteur niet over één nacht ijs is gegaan. De Amstelveense burgemeester O. van Diepen memoreert het in zijn Ten geleide. „De aan haar (Tini Visser, EvD) door het gemeentebestuur verstrekte opdracht om het 'zwarte gat' in de geschiedschrijving van Amstelveen te vullen, heeft ze op zeer persoonlijke wijze volbracht. Zij heeft zich niet alleen beperkt tot een opsomming van de feiten die haar bekend zijn geworden, maar deze feiten ook verbonden met de gebeurtenissen die op een grotere schaal in de wereld plaatsvonden. Bovendien heeft ze door het houden van vele gesprekken ook de gevoelens naar boven gehaald zoals de Amstelveners die in de oorlogsjaren ondergingen".
Critici waarschuwden Tini Visser van tevoren dat er tijdens de oorlog te weinig in Amstelveen gebeurd zou zijn om er een boek over te schrijven. Gaandeweg raakte de auteur overtuigd van het tegendeel. „Het blijkt dat Amstelveen toch zijn eigen oorlogsgeschiedenis heeft, door zijn merkwaardig gemengde bevolking en zijn ligging nabij Schiphol en Amsterdam. De critici hebben ongelijk gehad: er is in Amstelveen ongelooflijk veel gebeurd, genoeg voor honderd boeken". De gemeentevoorlichtster is bescheiden over haar eigen prestatie. „Ik ben geen historica; hoe langer ik bezig was, hoe meer ik'besefte dat ik de academische bagage miste om het werk structureel en met voldoende kennis van zaken en onderscheidingsvermogen aan te pakken. Als ik opnieuw zou moeten beginnen, zou ik het heel anders doen. Ik zou mij bijvoorbeeld de tijd gunnen om eerst veel te lezen en aan te dringen op de aanschaffing van de noodzakelijke literatuur. Jarenlang heb ik het werk van dr. Lou de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, slechts kunnen raadplegen in de openbare bibliotheek. Pas eind 1986 permitteerde ik mij een voorstel te doen aan het college voor de aanschaf van het hele werk".
Dood spoor
Zoals gezegd berust een belangrijk deel van het boek op verslagen van getuigen. De vervaagde herinneringen van sommige geïnterviewden zorgden soms voor moeilijkheden. Tini Visser werd geconfronteerd met onbewuste en/of onbedoelde verschuivingen in de tijd. Bovendien waren de meeste voormannen van het Amstelveens verzet, onder wie de commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten, Piet de Winter, reeds overleden. De nog in leven zijnde verzetsstrijders konden soms ook slechts een deel van de waarheid vertellen, eenvoudigweg omdat ze niet meer wisten. De grote zwijgzaamheid binnen het Amstelveense verzet en het gebruik van schuilnamen, kwam de auteur menigmaal op dood spoor. Ook ontmoette ze mensen, die niet wilden vertellen, omdat ze niet nog eens „door de smartelijk herinnering heen wilden gaan". Tini Visser schrijft in dergelijke gevallen nooit lang aangedrongen te hebben. „Een historisch document mag waardevol zijn, het mag geen géén wonden openmaken van iemand die al genoeg verdriet heeft gehad".
Behalve van getuigen, bediende de Amstelveense auteur zich ook van fragmenten uit een tweetal dagboeken. Haar wens om de plaatselijke gebeurtenissen in het licht van de grotere oorlogshandelingen te bezien. kon door het dagboek van mevrouw J. Lodewijk-Poolman op een bijzondere manier vervuld worden. Deze dame beschreef hield niet alleen de oorlogsberichten bij, maar ook de talloze geruchten die rondgingen. Door deze op te nemen in haar boek kon Tini Visser beter de sfeer weergeven zoals die toen beleefd werd.
Tongentaai
"Jaren van verduistering" staat boordevol vermeldenswaardige, voor velen nog onbekende feiten. Het is verleidelijk om ze hier uitvoerig te beschrijven. Beter is het het boek zelf te lezen. Twee dingen wil ik niet onvermeld laten. De auteur schrijft dat het aantal NSB-kiezers in Amstelveen bijzonder hoog was (pag. 51). Zij zoekt naar mogelijke verklaringen. „In Plantsoen Laanhorn woonde een familielid van Mussert met haar actieve NSB-echtgenoot. De nationale NSB-leider kwam er nogal eens op bezoek. Misschien trok dat wel volgelingen aan. En tenslotte woonde er in Amstelveen een bekende NSB-redenaar -kameraad De Bruin- die met zijn retorische gaven in het hele land maar vooral in Amstelveen de zegeningen van het nationaal-socialisme verkondigde".
Een bijzonder voorval vinden we op pagina 58/59. Op een zondag in april 1939 bevestigt ds. Van Kuiken nieuwe lidmaten in de hervormde kerk in Amstelveen.
Een van hen, een jonge man, staat tijdens de dienst op en begint te spreken in een voor iedereen onverstaanbare taal.
Pogingen van de organist om de spreker met muziek tot zwijgen te brengen halen niets uit. Na vijf minuten is de jongen uitgepraat en gaat rustig zitten. De dominee vermoedt dat hier sprake is van het "spreken in tongen", maar zegt niets.
Enkele dagen later bezoekt de jongen de pastorie. Hij vertelt die zondag gedwongen te zijn geweest zijn mond te openen en te spreken in een taal die hijzelf ook niet begreep. Pas later had hij verstaan wat zijn woorden betekenden.
Hij had moeten zeggen dat een niets ontziende oorlog Nederland zou beroven van haar vrijheid. De mensen hoefden echter niet bang te zijn want ze zouden uiteindelijk verlost worden van deze plaag. Hoe we ook hierover mogen denken, feit is wel dat een jaar later de Duitsers ons land binnenvielen!
Tini Visser besluit haar boek. dat rijk voorzien is van (niet eerder gepubliceerde) foto's, met een blik op de jaren tachtig. Haar boodschap voor de mensen van nu is duidelijk. „Ik doe een oproep aan mijzelf en iedereen die dit boek leest om waakzaam en actief te zijn tegen het fascisme niet alleen in het groot maar ook het klein. Wij mogen niet neerzien op anderen vanwege ras, huidskleur, klasse of wat dan ook, en wij moeten iedere dictatuur of zich verdichtende macht wantrouwen.
Wij moeten verzet plegen voordat er oorlog komt en waarschijnlijk kunnen wij dat het beste door onze liefdevolle verbondenheid te tonen met de lijdende mensheid". Hoeveel hiervoor ook te zeggen is, hier mis ik toch wel wat. Tini Visser rept met geen woord over wat de diepste oorzaak is van alle ellende, verdriet en pijn. Teveel suggereert ze dat de mens zelf door een humane levenswijze de wereld kan verbeteren. Als dat de les is van vijf jaar onderdrukking, dan vrees ik di we het belangrijkste gemist hebben.
Bovenstaande neemt niet weg dat "Jaren van verduistering" een ereplaats verdient in de rij van regionale geschiedenisboeken.
N.a.v. "Jaren van verduistering", C bezettingsjaren in Amstelveen,
door Tini Visser; uitgave De Walburg Pers Zutphen,
1989; 669 biz.; prijs 38,50 gulden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 1989
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 1989
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's