Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vis werd door Braks duur betaald

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vis werd door Braks duur betaald

Boerenzoon uit Odiliapeel na roemruchte carrière terug bij af

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan het ministerschap van ir. G. J. M. Braks op het departement van landbouw, natuurbeheer en visserij kwam deze week een abrupt einde. Hij viel over de vis, omdat de PvdA er geen vertrouwen meer in had dat hij de vissers op het rechte spoor kon krijgen. Braks is nu ambteloos burger, zoals hij dat afgelopen woensdagavond uitdrukte tijdens een persconferentie. Een portret van een ex-minister met grote verdiensten voor de Nederlandse boeren, tuinders en vissers.

De ex-bewindsman had het zich zo anders voorgesteld. In de loop van 1986 —toen staatssecretaris Ploeg van visserij na vier jaar weer in de kamerbankjes verdween- liet Braks weten dat de chaos in de visserij niet zo groot zou zijn geworden als hij zelf de verantwoordelijkheid voor het beleid had gedragen. Een misser van de eerste orde. Uiteindelijk zorgde diezelfde chaos voor het einde van de ministeriële loopbaan van Braks zelf.
Het tekent de ex-minister een beetje: zijn capaciteiten maken hem soms een tikkeltje ijdel, waardoor hij dingen zei of deed die hij niet waar kon maken. Sprekend over de wijze waarop hij het publiek kon 'bespelen', zei hij eens: „Ik moet mezelf wel eens waarschuwen niet te veel gebruik te maken van mijn retorische vermogens: ik wil ook een verhaal hebben. Ik wil niet alleen redenaar zijn".
Als geen ander heeft minister Braks in de bijna tien jaar dat hij als minister op Landbouw en Visserij heeft gefunctioneerd, de taal van boeren en vissers gesproken. Velen hadden grote bezwaren tegen het beleid dat hij voerde, maar als puntje bij paaltje kwam was hij 'hun' minister. Braks spreekt ook 'hun' taal. Hij bleek in staat zalen met opstandige boeren 'plat' te krijgen. Aan het begin van Braks' toespraak klonk er boe-geroep en aan het eind ervan gingen de handen op elkaar.

Boerenzoon
Evenals vele ambtenaren op het ministerie is Braks een boerenzoon. Desnoods melkt hij nog koeien met de hand. Gerardus Johannes Maria Braks werd op 23 mei 1933 in het Noordbrabantse Odiliapeel geboren. Hij was de derde in het gezin van elf. Na de lagere school bezocht hij de land- en tuinbouwschool. Vervolgens ging hij op het bedrijf van zijn vader werken. Op zijn 22e behaalde hij het mulo-diploma.
Omdat een broer het bedrijf van vader Braks over zou nemen, ging Gerrit bij de Landbouwvoorlichtingsdienst in Eindhoven werken. Dit combineerde hij met een avondstudie hbs. „Dat was wat in zo'n dorp. De pastoor, de onderwijzer en de buurt redeneerden al gauw: „Wat verbeeldt die Gerrit Braks zich wel?" Zodoende moest je wel. Niet slagen zou een afgang betekenen", zou hij later zeggen.
Na de avond-hbs kreeg Gerrit Braks een beurs om aan de Landbouwhogeschool in Wageningen te gaan studeren. De studie leverde hem de titel landbouwkundig ingenieur op. Vervolgens was hij ambtenaar op het ministerie van landbouw en visserij (1965-1966), secretaris van de Nederlandse Boerenbond (tot 1969) en landbouwraad in Brussel.

Haagse carrière
In 1977 kwam Braks in de Tweede Kamer terecht, omdat de CDA-fractie een rooms-katholieke Brabander nodig had, die veel verstand had van de agrarische sector. Overigens moest Braks nog lid worden van de partij voor hij op de kandidatenlijst kon staan. Al snel vielen de capaciteiten van Braks op. Hij werd voorzitter van de vaste kamercommissie voor landbouw. Toen Andriessen ten tijde van het kabinet-Van Agt I in maart 1980 aftrad als minister van financiën en landbouwminister Van der Stee in zijn plaats werd benoemd, kwam Braks op het groene ministerie terecht.

Tot zijn grote teleurstelling belandde de bewindsman in het tweede kabinet- Van Agt niet op het regeringspluche, vanwege de verdeling tussen de bloedgroepen binnen het CDA. Dit kabinet was geen lang leven beschoren. In het najaar van 1982 vroeg formateur Lubbers Braks opnieuw minister van landbouw en visserij te worden. Daarin bewilligde hij. De VVD'er Ploeg werd benoemd als staatssecretaris voor visserijzaken. In het tweede kabinet-Lubbers zat Braks weer op dezelfde post, echter nu zonder staatssecretaris.
Solidariteit is een sleutelwoord van de bewindsman. Hij zou dan ook goed plaatsen zijn in een kabinet met de PvdA, maar Braks is daar zelf altijd tegen geweest. Hij vond dat de PvdA onder Den Uyl en het eerste jaar onder Kok, de solidariteitsgedachte heeft vervangen door de gelijkheidsgedachte. Hij wilde het liefst minister worden in een derde CDA/VVD-kabinet. Het regeerakkoord tussen CDA en PvdA bood volgens Braks echter voldoende basis om het beleid dat hij in de afgelopen jaren had uitgezet, voort te zetten. Zodoende kwam hij in de herfst van vorig jaar voor de vierde keer terug op het ministerie, nu als minister van landbouw, natuurbeheer en visserij. Gezien de accentverschuivingen die de PvdA wenste, werd natuurbeheer toegevoegd.

Respect
Braks heeft respect voor het leven. Hij was niet gelukkig met de huidige abortuswetgeving; die is naar zijn oordeel te liberaal. „Ik begrijp best dat we die zaak niet op stel en sprong terug kunnen draaien. Maar als zich zo'n mogelijkheid voordoet, zal ik niet aarzelen de abortuswetgeving opnieuw in heroverweging te nemen", zo heeft hij eens gezegd.
Ook heeft Braks zich binnen het kabinet-Lubbers II sterk gemaakt voor de handhaving van de bepaling in het Wetboek van Strafrecht dat euthanasie strafbaar moet blijven.
Tegenover deze krant liet hij vorig jaar juni weten emotioneel gezien dicht bij de gereformeerde gezindte te liggen. „Als katholiek voel ik me er uitzonderlijk goed bij thuis, ook in ethische opzichten, ook al spreken wij ons daar minder direct over uit. Dat komt door onze afkomst. Ik vind het persoonlijk wat pretentieus om daar plotseling veel gewag van te maken, maar emotioneel liggen we dicht bij elkaar".

Periode van krimp
De periode dat Braks minister was, was niet de gemakkelijkste voor agrarisch Nederland. Bij zijn aantreden in 1980 was er nog sprake van volop groei in de land- en tuinbouw. Agrarisch Nederland speelde in op de mogelijkheden die het EG-landbouwbeleid bood. In het midden van de jaren tachtig kwam echter de kentering. De groei was eruit, er kwam „een periode van krimp", zoals premier Lubbers de tweede helft van de jaren tachtig donderdag in de Kamer typeerde. De superheffing werd ingevoerd, de akkerbouw werd geconfronteerd met een medeverantwoordelijkheidsheffing. De overproduktie dwong de Europese Commissie tot ingrijpende maatregelen.
Veel heeft de minister vergaderd in het Brusselse. Hij deed dat graag, maar hij deed het ook goed. De ex-bewindsman kende de EG als zijn broekzak. Hij sprak er ook met enig gezag. En dat kwam niet alleen doordat hij de landbouwminister was met de meeste dienstjaren. „Alleen de minister van landbouw in Saoedi-Arabië zit er nog langer dan ik. Maar dat telt eigenlijk niet, want die is familie van de koning", heeft hij eens gezegd.
Behalve voor de superheffing voor de melkveehouders is Braks ook verantwoordelijk voor het mestbeleid dat in de afgelopen jaren is gevoerd. In 1984 kondigde hij samen met zijn collega van miheubeheer, Winsemius, een wetje af dat uitbreiding van de varkens- en pluimveehouderij verbood. „Het stopwetje van Braks", zo werd het genoemd. De sector reageerde furieus. Dat was eigenlijk het begin van de mestwetgeving. Enkele weken geleden debatteerde Braks nog met de Kamer over de tweede fase in het mestbeleid. Voor het eind van deze periode, eind 1994, moeten de veehouders een mestopslag gerealiseerd hebben van zes maanden.

Ruzies
Zo zijn er voor elk beleidsterrein voorbeelden te noemen van de verdiensten van minister Braks. Hoewel hij diverse keren knallende ruzie heeft gehad met de verschillende belangenorganisaties, is er niet één die het vertrek van de bewindsman uit de politiek heeft toegejuicht.
Ook in de politiek heeft de minister verschillende keren behoorlijke moeilijkheden gehad: het geknoei met subsidies in de bosbouw (1987), mogelijke fraude met overtollige roomboter en enkele maanden geleden de vermeende valse informatie die hij en zijn voorganger Van der Stee aan de Kamer zouden hebben doorgespeeld over de mestproblematiek.
In 1987 balanceerde Braks op het randje van de politieke afgrond. De Kamer had een parlementaire enquête ingesteld naar de dubbele boekhoudingen op visafslagen. Via een grijs circuit leverden de vissers veel meer aan dan. krachtens EG-regels was toegestaan. De kamercommissie beschuldigde de bewindsman van „verwijtbaar medeweten". Braks moest zich diep in het boetekleed hullen en beloofde om in overleg met de Kamer te komen tot een verantwoorde aanpak van de overbevissing. De bewindsman bleef en de grootste oppositiepartij van toen, de PvdA, diende zelfs geen motie van wantrouwen in.

Maatstaf
Op 13 juni dit jaar verklaarde oudhoofdinspecteur Besuijen van de Algemene Inspectiedienst (AID) van het ministerie dat er binnen deze controledienst op grote schaal gesjoemeld werd met cijfers over overbevissing. Braks gelastte met zijn collega van justitie, Hirsch Ballin, direct een onderzoek van de Rijksrecherche. Dit onderzoek bracht geen strafbare feiten aan het licht.
De schijnwerper viel vervolgens op de informatievoorziening van de minister aan de Tweede Kamer. Het bezoek dat de twee vooraanstaande mannen uit het visserijbedrijfsleven. Kramer en Nooitgedagt, hadden gebracht aan het ministerie werd de maatstaf. Zij hadden verschillende gesprekken gevoerd met topambtenaren waarin ze hun zorg kenbaar hadden gemaakt over de controle op de visvangsten. Ze noemden percentages van overschrijdingen tussen de 30 en 80 procent. De top schrok; Braks nam de signalen serieus, kondigde extra maatregelen aan, maar liet de percentages voor wat ze waren. „De cijfers zijn niet hard te maken", verklaarde hij afgelopen maandag.
De PvdA werd niet overtuigd door alle antwoorden van de minister. Braks beleid is mislukt, de communicatie op het departement is onvoldoende en de informatie aan de Kamer had royaler gekund, zo concludeerde de PvdA en stelde vervolgens de vertrouwenskwestie. Braks liet zich niet wegsturen, hij hield de eer aan zichzelf en diende zijn ontslag in bij koningin Beatrix. Zo kwam er een onverwacht einde aan de politieke loopbaan van een hardwerkende en rondborstige dienaar van de Kroon.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 september 1990

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

Vis werd door Braks duur betaald

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 september 1990

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's