Philpot zag kardinaal Newman als de vooraanstaandste afvallige
Engeland herdenkt honderdste sterfdag ex- Anglicaan
BIRMINGHAM - Engeland herdenkt deze weken een man van formaat: de ex-protestant kardinaal John Henry Newman. Als student behoorde hij samen met zijn broer Francis tot de kennissenkring van Joseph Charles Philpot. Philpot zag Newman, die tijdens zijn leven gold als de bekendste Brit, als de meest vooraanstaande afvallige van de Engelse staatskerk.
John Henry Newman (1801-1890) groeide op in de Anglicaanse Kerk. Hij studeerde in Oxford en diende vanaf 1825 een eigen gemeente, in een arme wijk van Oxford. Volgens zijn biografen leerde hij er dat het christen-zijn niet alleen iets persoonlijks is, maar ook een zaak van (sociale) gemeenschap.
De jonge voorganger raakte ook geboeid door het theologisch liberalisme van zijn tijd. Dat zag godsdienst niet als een zaak van Gods openbaring, maar als een bedenksel van de menselijke geest. De dood van zijn jongste zus en zijn vriendschap met de „vrome" docent Hurell Froude brachten hem echter tot bezinning.
Oxford Movement
Later zou Newman school maken als een van de leiders van de zogeheten Oxford Movement. Deze beweging nam het op tegen de verburgerlijking van de Engelse staatskerk, probeerde haar leer en tucht te hervormen en benadrukte de waarde van sacrament en spiritualiteit. In preken en vlugschriften gaven Newman en de zijnen zich van deze door hen gewenste terugkeer tot de vroeg-christeflijke kerk rekenschap.
Negentig tractaten verder schreef Newman dat de befaamde 39 (protestantse) artikelen uit het dienstboek van de kerk, het Book of Common Prayer (1533), zich lieten verstaan met de leer van Rome. Na een kerkelijke veroordeling besloot hij over te gaan tot de Rooms-Katholieke Kerk, op 8 oktober 1845. Honderden Anglicaanse priesters zouden zijn voorbeeld volgen.
Newman vond dat er eigenlijk maar één kerk was die de vroeg-christelijke traditie zuiver had bewaard: Rome. Hij sloot zich aan bij de Oratorianen, een contemplatieve orde. In 1879 benoemde paus Leo XIII hem tot kardinaal; bisschop was hij overigens nooit geweest. Elf jaar later, op 11 augustus 1890, sterft hij.
Betekenis
Newman kreeg naam als strijder voor de waardigheid van het geweten, de vrijheid van wetenschappelijk onderzoek en de collectieve onfeilbaarheid van de gemeente. Het Vaticaan bleek behalve met deze voor Rome ongebruikelijk meningen meer dan eens moeite te hebben met zijn kritische visie op het primaat van de Paus. Die houding schreef men echter graag op rekening van zijn Anglicaanse verleden.
„Hij was zijn tijd ver vooruit", concludeert de historica Joyce Sugg na een vergelijking van zijn werk met de officiële documenten van het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965). Newman zou door de kerkleiders van zijn dagen niet zijn begrepen, maar onmiskenbaar invloed hebben uitgeoefend op volgende generaties, niet het minst door zijn gedichten.
Stiefzoon
Vanwege zijn blijvende loyaliteit met de Anglicaanse Kerk werd Newman door vrienden „een stiefzoon van Rome" genoemd. Zijn bevordering tot kardinaal maakte aan die twijfel voor velen een einde. „Ik heb de stilte gezocht, werd soms tot stilte gedwongen, maar God heeft me niet vergeten", schreef hij aan een vriend.
In zijn "Apologia Pro Vita Sua" had Newman reeds verantwoording afgelegd van zijn geestelijke ontwikkeling. Het boek werd een bestseller, en door zowel Anglicanen als roomskatholieken verslonden. Later publiceerde hij "A Grammar of Assent". Hierin gaf hij een theorie over "Het hoe van het geloven". De wijsgeer Wittgenstein zou hierop voortbouwen.
Geen rechtvaardiging
Met een verwijzing naar Newmans uitspraken over de relatie tussen verstand en geloof typeerde de Engelse romancier Wilson hem in het dagblad Trouw als „een dubbelzinnig man, die de innerlijke dialoog ervoer als de relatie met God". Voor Newman waren er maar twee mogelijkheden: de weg naar Rome of de weg naar het atheïsme.
Kanunnik M. H. Hennell voegt in "The history of Christianity" toe dat hij „een vurige liefde had voor de heilige drieëenheid, maar nooit leek te hebben geloofd in de rechtvaardiging door het geloof".
Avondmaal
De Nederlander J. A. Saarberg die het leven en werk van Joseph Charles Philpot beschreef, noemde Newman „geniaal in alles, zeer vatbaar voor godsdienstige indrukken en vroomheid, maar vreemdeling van de overtuigingen van de Heilige Geest".
Mede tegen John Henry, maar ook tegen diens romaniserende Anglicaanse vriend E. W. Pusey (1800- 1882), schreef Philpot zijn "De voortgang van het papisme". Daarin hekelde hij hun verdediging van de gedachte van de wezensverandering in de rooms-katholieke avondmaalsleer.
Dordt
Philpot vond dat John Henry evenals zijn broer Francis begiftigd was met een machtig intellect. „Maar waar en wat zijn zij nu. De oudste van de twee, met wie ik het minst intiem omging, is de vooraanstaandste afvallige geworden, die in Romes armen belandde. Zijn broer Francis was eens een intieme vriend van mij. Hij werd hoogleraar in de klassieke oudheid, maar is nu een volslagen ongelovige".
Opmerkelijk genoeg kijken vele protestanten vandaag tersluiks naar het voorbeeld van John Henry. Volgens een van zijn biografen schrijven na hem nagenoeg alle Engelse bekeerlingen tot Rome hun overgang „althans ten dele" aan Newman toe. Daarvan zou ook in het Nederlands taalgebied sprake zijn.
Newmans stelling dat de eenheid van het christelijke geloof staat en valt met Rome, vond bij mannen als Philpot echter geen weerklank. Ook hij verliet de staatskerk, maar om duidelijk andere redenen. „Ik wil vasthouden aan de leer der genade, die zo duidelijk geformuleerd is door uw vaderen in de synode van Dordrecht", schreef hij in 1857 aan de Nederlander Tips.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1990
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1990
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's