Geen zand erover maar punt erachter
Aleid Schilder: „Ik wil laten zien dat het psychisch negatieve in ons leven ook een plek mag hebben"
Aleid Schilder opent de deur van het Eindhovense rijtjeshuis met de nauwelijks als excuus bedoelde opmerking dat „ze haar preekpak nog aan heeft". Nu heb ik van mode geen verstand, zodat ik niet verder kom dan de constatering dat jasje en rok dezelfde kleuren hebben als de omslag van haar nieuwste boek, "Van paradijs naar koninkrijk": blauw en groen, fel maar ook zacht, „psychedelisch", zegt een collega later, maar dat Is een moeilijk woord. Nadat Aleid, psychologe en geestelijk verzorgster in een psychiatrisch ziekenhuis, haar naam en een bloempje in mijn exemplaar van haar pennevrucht heeft gezet, praten we over hulpeloosheid en schuld, over haar vader en haar moeder, over de dubbelheid van het bestaan, over vrouwen die aanhikken tegen het onvolmaakte. En over het verschil tussen "zand erover" en "punterachter".
In haar uitgegeven doctoraalscriptie "Hulpeloos maar schuldig" gaat Aleid Schilder in op het verband tussen de gereformeerde leer en depressiviteit. Haar in november verschenen boek "Van paradijs naar koninkrijk" -inmiddels verscheen een tweede druk- gaat over de dubbelheid van ons bestaan. De achterflap: „De lange weg naar het koninkrijk Gods loopt via zelfstandig worden en het ontwikkelen van individueel bewustzijn via pijn en conflict, om (wat daarna pas mogelijk is) dat "zelf op te geven en in te zien dat grenzen niet bestaan". Aleid Schilder: „Allen komen we er. En "er" is voor mij koninkrijk".
Geen kookboek
Willen we zinvol kunnen praten, moeten we van elkaar weten hoe onze visie op de Heilige Schrift is. In uw boek zegt u dat „de Bijbel aan vrije mensen gegeven is om hun weg te vinden ".
„Het is geen kookboek in de zin van: „Men neme zoveel van dit en zoveel van dat en roere zolang en dan krijg je dat". Dat past niet bij vrije mensen. Bovendien: Ieder woord kan uit het Hebreeuws op 70 manieren vertaald worden, wat samenhangt met het ontbreken van klinkers in de Bijbel. Dat vind ik een mooi beeld: de Bijbel moet nog levend gemaakt worden, doordat mensen ermee omgaan.
Nu is er voor mij in de Bijbel te vinden -maar dan moet je het wel zoeken- hoe ons leven verloopt, hoe het kan verlopen en hoe het mag verlopen. Ik zeg niet: hoe het móet verlopen. Ik nodig groepen wel eens uit mij een bijbeltekst te noemen, waaruit ik Kan afleiden wat mijn keuze voor het komende uur of voor morgenochtend moet zijn. Dat lukt niemand".
Ik noem de Heilige Schrift de geopenbaarde wil van God, ons tot zaligheid.
„Geopenbaard wel, maar niet zo dat het eenduidig vertaalbaar is. Anders waren er niet zoveel kerken. De wil van God, ja, eh, het is Zijn verhaal met ons. Het is het verhaal, dat zonder ons niet denkbaar
Tijd is materie
„Ik zeg de dingen anders dan jij: de mens geschapen in eenheid van geest en materie, gevallen in dat waaruit hij gevormd was, zowel de vorm als de materie. En daarin heeft men zich verloren in de materie, wat zeker in deze tijd zichtbaar is. Daar blijft het niet bij: door de materie heen is er een weg hogerop, je kunt ook zeggen: met een grote slinger terug. Dat noem ik "er", er komen. Waarin Christus dan de breuk betekent met het oude perspectief Alleen kun je er zo niet over praten, want tijd is een materieverhaal. In Christus is het zeker dat we niet de bocht uitvliegen: dat gebeurt niet, omdat de zaak in Hem in principe gered is. Maar in de praktijk niet".
Voor allen die in Hem geloven.
„Ja, maar dat is vroeg of laat iedereen, en daarin zullen wij verschillen. Omdat er naar mijn mening geen hel is als een negatieve, eeuwigdurende werkelijkheid. Dat kan niet, dat zou buiten God zijn.
Zolang je denkt dat datgene waarin je bestaat alles is, heb je je geest gegeven. Maar zodra je dat beseft, is er al een verandering. Als je overlijdt zonder iets van God en van je geestelijke kern te beseffen, verdwijnt in jouw bewustzijn alles van jou. En dat lijkt me tamelijk vreselijk voor velen. Zo zie ik die tekst Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God".
Glimpjes
Mij leert de Bijbel bron en doel van het leven. U zegt dat u „tijdens afwas, vergadering of vrijpartij in flits, droom of visioen glimpjes van God ziet". Tamelijk wazig.
„Ik kan het moeilijk nader aanduiden, omdat ieder woord suggereert dat er ook een tegendeel bestaat. Het zijn glimpjes van heelheid, glimpjes van eenzijn. Het heeft met helder, met licht te maken, ook met doorzicht. Soms vallen de dingen ineens verder voor me open. Zodra je het gaat verwoorden, is er ook een tegendeel. Het heeft met mooi te maken, met licht en ruimte. Soms zie je het achteraf, soms ter plekke. Het is vreselijk vage materie. Ja, vaag èn materie. Het heeft met ontroering te maken".
Is een mens voor u geestelijk of vleselijk?
„Door te denken dat je alleen leeft met geld, goederen, goede naam, gezondheid en wetenschap, de materie-dingen, ben je verkocht. Dan ben je "van de wereld". Het ingewikkelde is dat wij de combinatie vormen van geest en materie.
Je kunt Romeinen 7:14 lezen als Kohlbrugge, maar je kunt ook zeggen: „We zijn vleselijk, komma, we zitten in de schepping, in de ontwikkeling". Daarin ontkom je niet aan het je verliezen".
Ieder die denkt wedergeboren te zijn, is het. Zegt u.
„Als je het echt gelooft, is het ook zo. Maar dan ben je uit je geld, goede naam, wetenschap, goederen. Uit die hang ernaar. Dan kun je er wel van genieten, maar besef je dat dat hét niet is. Het is voor mij heel concreet. Ja, die geboorte kan veel vaker plaatsvinden in een mensenzieleleven.
Nu naar uw boek. U bent bewust persoonlijker geweest dan in "Hulpeloos maar schuldig"?
„"Hulpeloos maar schuldig" was een scriptie. Zo platvloers is de verklaring. Het was een scriptie met een hoofdstukje theologie. Het is daarom strakker, moeilijker. Ik wilde het toen echter ook niet persoonlijker maken, omdat ik vermoedde dat het risico er anders veel meer in zat dat men zei: ,Ach, die Aleid Schilder heeft een autobiografisch werkje geschreven, nou ja, laat maar", wat ik voor mezelf niet zo'n ramp zou vinden, maar wel voor al die mensen van wie ik wist dat ze er iets aan zouden hebben en die er nog veel meer bleken te zijn dan ik vooraf dacht.
Je kunt het verband tussen de gereformeerde religie en depressiviteit wetenschappelijk theoretisch ondersteunen, maar nog veel meer empirisch zien: het komt gewoon voor. Niet voor niets gaf ik "Hulpeloos maar schuldig" bij Kok uit, omdat het zich speciaal richt op, zeg maar, jouw lezers. Het negatieve verhaal, het Hulpeloos-maar-schuldig-verhaal is een verhaal van observatie. Terwijl dit nieuwe boek een positief verhaal is en dat kun je alleen persoonlijk brengen. Zo gauw je pretendeert dat het meer is, heb je weer een nieuw dogma, wat weer strijd kan ontwikkelen. En daarvan hebben we genoeg gehad".
U schreef dit boek niet alleen persoonlijker, er staat ook meer in over uw eigen persoon?
„De reden waarom ik over mijn halve depressie van vorig jaar schreef, over de kritieke tijd in ons huwelijk, is dat je met alle dingen naar de wet van de materie kunt leven, ook met het hogere. Zolang je hier met geest en materie leeft, moet je evenwicht houden".
Tien kinderen
„Ik praat heel makkelijk over mijn eigen psychiatrie, omdat ik wil laten zien dat het psychisch negatieve in ons eigen leven ook een plek mag hebben. Het is helaas nog steeds geen gewoon onderwerp. Het is een rode draad door mijn bestaan dat ik er wel over praat.
In lezingen vertel ik vaak eerst dat ik psychiatrisch nogal in de problemen heb gezeten, later een scriptie ging schrijven over dat verband tussen mijn gereformeerde opvoeding en die problemen en toen pas besefte dat dat ook in mijn leven een rol speelde. Ik kom dus uit een gereformeerd-vrijgemaakt gezin met een vader als theoloog, waar tien kinderen waren. En dat zijn twee factoren die een mens in de psychiatrie kunnen doen belanden. Dat is trouwens iets te kort om de bocht, hoor. Dat vrijgemaakt-zijn heeft meegespeeld, maar dat een-van-de-tien-zijn, net oudstemeisje-zijn, heeft ook een rol gespeeld en mijn persoonlijkheidsstructuur ook".
Uw vader, prof. Herman Schilder, stond als een milde man bekend.
„Vergelijkenderwijs was hij milder dan veel anderen. Dat klopt ook. Maar in de eerste jaren van de gezinsvorming was hij strakker en dogmatischer en meer met die ware kerk bezig. Toen zat hij nog dichter onder KS, zijn oud-oom (prof. K. Schilder, PJV). Naarmate er meer kinderen kwamen, merkte hij dat hij toch minder invloed op hen kon hebben dan hij had gewild, dus de latere horde had het makkelijker. Ik kreeg op mijn zesde catechisatie thuis en ik leerde Hebreeuws. Achteraf gezien, zeg ik dat daar ook heel leuke dingen in hebben gezeten, maar toen was het drukkend. Ik voelde die mildheid in hem en ook zijn innerlijke strijd, ik was erg met hem verbonden".
In de kraag
„De vreugde in God zag ik vooral in mijn moeder. Ze was een blijmoedig, gelovig mens, die er niet veel over sprak. Maar het was heel duidelijk. Ik herinner me nog dat ik naast haar zat in de kerk en dat het door haar heen straalde, de manier waarop ze zong, ze er zat. Tot die scheuring van 1967, het ontstaan van de Nederlands Gereformeerde Kerken, de scheiding in ons gezin. Het heeft mij altijd zo verward dat ik in het leven van mijn vader ook die angst voelde doorklinken.
Zelf ben ik een levend bewijs dat de vreugde in het geloof uiteindelijk blijft, al is er een hele tijd alleen maar angst geweest. In de periode dat het geloof totaal afwezig was, heb ik de ruimte gekregen en gemaakt om er zoals nu tegenaan te kijken. Die vreugde is nu veel groter ook.
De crisis is mijn leven is echt heel diep gegaan, het mag een wonder zijn dat ik nog leef Ik heb een paar keer geprobeerd er een eind aan te maken en één keer zelfs zo dat het medisch niet overleefbaar was. Maar ik ben door God in de kraag gegrepen en door mezelf, zo verwoord ik dat, en ben hier gebleven, gehouden om nog iets te doen. Ik ben door net diepste puntje van die angst en dat schuldgevoel heengegaan.
Het komen tot een nieuw evenwicht heeft heel lang geduurd. Ik ben gaan léven! Dat heeft moeite gekost".
Het thema van uw nieuwste boek is de dubbelheid van het bestaan?
„Ja, dat kun je zeggen. Je kunt er meer thema's uitlichten, maar dit is zeker een thema, pfoe, nou!
Allereerst de dubbelheid geest-materie. De Bijbel begint er ook mee. God begon in de schepping met het aanbrengen van scheiding. Licht-donker. Land-water. In de bewustwording worden we ons bewust van goed en kwaad, niet iedere keuze die ik maak is goed, ik moet kiezen tussen ten minste twee dingen. En mijn bewustwording van het gescheiden zijn van de ander, dat is ook niet mis. Plus de dubbelheid die we meedragen in geest en materie, ook als we vergeten dat we geest zijn, en daarom word je zo ongelukkig als je die geest gegeven hebt. Ik wil het zien als een en-en en niet als een of-of. Zo bedoelde God het ook, lijkt me, toen we met Hem wandelden in de avondkoelte. Door die bewustwording van de dubbelheid is dat niet meer mogelijk maar eens zal het wel weer mogelijk zijn".
Drempels
Welke drempels moet je nemen om jezelf te aanvaarden?
„Een héleboel. Het ingewikkelde is dat het in elkaar grijpt. Om jezelf te durven bekijken, moet je een bepaalde angstvrijheid hebben. En als je dan naar jezelf kijkt, kom je wellicht weer dingen tegen die angstaanjagend zijn. Die je niet goed vindt. Zoals trots. Van allerlei kanten duikt de angst op je af. Daarom is het zo'n moeilijk proces.
En je moet je durven afgrenzen van anderen. Je moet het aandurven om los te zijn van andere mensen: zie aan een kind hoe griezelig het is op je eigen benen te staan en te lopen. Wegwandelen van je moeder. Brrr".
Is dit een algemeen verschijnsel, angst voor je slechte eigenschappen?
„Het is een verhaal dat iets meer voor vrouwen opgaat, dat wel. Zou je depressief mogen worden? Sommigen vinden het maar heel verschrikkelijk. Niet goed kunnen functioneren, dingen vergeten te doen, al heb je het beloofd. Het hoeven geen grote zaken te zijn. Zin om te roddelen, allerlei verslavingsdriften. Er is zóveel. Ik ken niet veel mensen die zich geheel accepteren en ook goed omgaan met die dingen die fouten genoemd kunnen worden".
Dikke problemen
Ik onderscheid bij vrouwen twee soorten depressies. De eerste fase is datje nog dat "ik" moet worden. Juist vrouwen hebben er moeite mee zich af te grenzen, om zowel ik te zeggen als nee te zeggen. Om echt hun eigen capaciteiten en hun beperkingen onder ogen te mogen zien. In die fase kun je depressies krijgen als je anderen te veel over je neen laat lopen en je je veel te verantwoordelijk voelt voor de hele, hele wereld.
Maar als dat achter de rug is en je hebt je grenzen te pakken en je bent een goed functionerende, geëmancipeerde dame, dan is de ellende nog niet afgelopen, want alles wat je hebt verworven, moet je ook weer een keer loslaten. Je moet durven niet te functioneren. Je raakt alles weer kwijt: werk, gezondheid, vruchtbaarheid, partner, familie, je leven. Het is een gelukkige minderheid die makkelijk individu wordt. Maar bij veel vrouwen en mannen stuit het leren kennen en accepteren en kunnen hanteren van zichzelf en van hun grenzen op dikke problemen. Juist vrouwen tussen de 30 en de 50 kunnen heel moeilijk accepteren dat de wereld niet volmaakt is, dat ze zelf niet volmaakt zijn, dat ze in wezen op zichzelf staan. Juist gelovige vrouwen, die zo bang zijn voor de onvolmaaktheid!
Het houvast dat hun geloof zou kunnen bieden, helpt zé niets. Ze blijven aanlopen tegen het onvolmaakte."
Ontspannen sfeer
„Vrouwen hebben het vrouwelijke principe in zichzelf beter ontwikkeld dan mannen. Daarbij hoort het verbinden en daardoor het vervloeien met anderen en jezelf verantwoordelijk voelen. Gevoelig zijn hoort er ook bij. Als pa chagrijnig naar zijn werk gaat, voelt ma zich verantwoordelijk, omdat ze geen ontspannen sfeer thuis weet te scheppen. Achter dat overdreven verantwoordelijkheidsgevoel zit eigenlijk de idee dat de hele wereld van hen afhangt. Het helpt vrouwen hen dat te laten zien. Waar zitten jouw knelpunten, je idealen, vind je dat ieder je aardig moet vinden? Moet je altijd perfect zijn? Mag je je gevoel laten zien, ook al is dat boos? Daar moet je beginnen".
We leven volgens u in een overgangstijd. Waarop baseer je dat?
„Op Van Peursen. Flauw he? Maar ik zie het ook zelf gebeuren, In de therapiewereld zie je de systeemtheoretische kijk. Wie heeft het niet over netwerken van relaties, over verbindingen? Alles groeit naar elkaar toe. Je ziet ook enorme stuiptrekkingen, waar het oude zich nog roert, maar je komt meer en-en tegen. Ik vind wel dat er momenteel iets te veel poeha wordt gemaakt in de zin van: Wij zijn op weg naar een nieuw tijdperk, naar een sneller bewustzijn.
Weten wat goeden kwaad is geeft een mens wel duidelijkheid, zekerheid.
„Nee, dat is valse zekerheid. Goed en kwaad kan ik alleen voor mezelf vaststellen, niet voor anderen. En we komen hopelijk uit bij het punt dat we niet meer voor elkaar beslissen wat de goede en de slechte kerk is, het goede en het slechte volk, de goede en slechte klassen.
Ik waardeer die voorbije tijd niet negatief, maar meen wel dat we die tijd met ons huidige bewustzijn kunnen gaan verlaten, het heeft zijn functie gehad. Ik denk dat de kern, het wezen van alles, het geestelijk wezen van alles, meegaat, terwijl het voorkomt dat het huidige jasje waarin een kern leeft, in de poel des verderfs en zo terechtkomt. Dat je huidige persoonlijkheid helemaal in duisternis en angst hangt, maar dan nog is je kern wel safe. Alleen weet je dat met je persoonlijkheid niet. Snap je? Ja, dan kom je bij reïncarnatie uit. Wat gebeurt er na je dood? Ik denk dat er meer vormen van bestaan zijn dan wij kennen. Het zou ego-achtig zijn anders te suggereren".
Bestrijdt u niet meer de uitwassen van de gereformeerde leer dan die leer zelf? Ds. Ten Klooster verweet u dit ooit in Terdege.
„Dan zijn die uitwassen wel heel erg groot en vérstrekkend! Over deze zaken wordt ook niet gesproken, dus ik vraag me af of die dominee wel weet welke gevoelens de gemeenteleden bij de gereformeerde leer hebben. Mensen die die leer als dwangmatig ervaren, denken: Ik zal wel verkeerd geloven. Daarom was mijn boek zo'n bevrijding".
Het woordje nochtans, zo kenmerkend voor de gereformeerde leer, heeft iets paradoxaals en kan door geen psycholoog ontleed worden. Paulus zei bij voorbeeld: Als ik zwak ben, ben ik machtig.
„Het sterk en vrij is voor mij vooral vrij zijn. Het is vooral compleet zijn, geen tegenover-hebben. Over zwak en machtig zijn spreek ik niet".
Een plek geven
Omgaan met schuld is allereerst erkennen?
„Erkennen kun je ook belijden noemen. Accepteren gaat hieraan vooraf. Je moet je daad zien. Als dat goedkoop klinkt, is dat geen erkennen. Dan loop je erover heen. Je moet er ook echt ingaan. Je moet bij vergeving ook in de ander kruipen en proberen de achtergronden te begrijpen waarom zij of hij zoiets heeft gedaan. Je ziet het, erkent het, geeft het een plek. Dan kun je nog kijken of er iets te betalen is, iets positiefs toe te voegen aan een negatiefsaldo. En vervolgens laat je het los. Daarbij spreek ik niet over zand erover maar over punt erachter. Dat is iets anders. Zand erover is wegmoffelen.
Iedereen in de praktijk is hier, omdat er iets is wat hij of zij niet onder ogen wil zien. Fouten, donkerheden. Het is belangrijk dat ik me op de ander richt en niet van mij uit dingen ga verkondigen, opdringen. Veel therapeuten handelen vanuit zichzelf Ik probeer dan niet toe te dekken, maar te laten zien. Als je mensen dingen in volle zwaarte laat voelen, vallen ze ook wel mee. Dan zie je dat alles er mag zijn, al is het ene beter dan het andere. Dat is heel genezend".
N.a.v. "Van paradijs naar koninkrijk. Over schuld, karma en genade", door Aleid Schilder; uitg. Ten Have, Baarn, 1991; 172 blz., prijs 27,50 gulden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1992
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1992
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's