Waar zijn onze psychiaters?
Ds. P. Mulder:,Als er oprechte geestelijke droefheid is, dan moet je natuurlijk niet bij het GPZ zijn"
Het GPZ tobt. De 26 bedden in Bosch en Duin zijn wel onafgebroken bezet, maar er is een chronisch tekort aan psychiaters. Reusachtige advertenties moeten nu zeshonderdduizend gulden binnen gaan halen. Zes ton, voor de opleiding van eigen psychiaters. Zes ton, om de ergste nood te lenigen. De érgste nood. Niet meer dan dat. Alle zeilen worden bijgezet. Drs. F. C. Kuipers, algemeen directeur van het GPZ, is hoopvol gestemd: „Onze achterban heeft al meer laten zien dat het haar ernst is als het gaat om gereformeerde geestelijke gezondheidszorg".
De slag om de psychiater woedt in alle hevigheid. Binnen het medisch specialisme is een psychiater een schaars artikel aan het worden. Verschillende ziekenhuizen proberen hen te lokken met allerlei materiële voordelen, zoals een hoger startsalaris of een snellere doorgroei naar hogere salarisschalen. Zo loofde het psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk in Ermelo al eens 12.000 gulden uit aan personeelsleden die een psychiater binnen wisten te halen.
Drs. F. C. Kuipers: „Elke psychiatrische instelling heeft haar eigen manier ontwikkeld om vacatures vervuld te krijgen. Het GPZ heeft nu gekozen voor een grootscheepse actie, die 600.000 gulden op moet gaan leveren, waarmee we de opleiding van eigen psychiaters kunnen bekostigen".
Zorg beweegt
Het Gereformeerd Psychiatrisch Ziekenhuis "De fontein" draait zo'n jaar of vier. Het bestaansrecht is bewezen. Het is er druk. De 26 bedden en de 8 plaatsen voor deeltijdbehandeling in Bosch en Duin zijn continu bezet. In de drie poliklinieken (Bosch en Duin, Zwolle en sinds kort ook Dordrecht) vinden jaarlijks 16.000 contacten tussen hulpvrager en hulpverlener plaats.
In 1992 heeft het GPZ het beleidsplan "Zorg beweegt" ingediend bij het ministerie van WVC. Het betreft een aanvraag voor geleidelijke uitbreiding van de capaciteit naar 376 bedden, 144 plaatsen voor deeltijdbehandeling en 5 poliklinieken rond het jaar 2000. Maar er is een ernstig probleem gerezen: een tekort aan psychiaters. Het GPZ heeft er nu drie. Op korte termijn moeten er drie bijkomen. „En dat moeten ook nog eigen psychiaters zijn, uit de eigen achterban , zegt drs. Kuipers. „Dat heeft natuurlijk alles te maken met de manier waarop het GPZ zorg wil verlenen. Wij hebben indertijd nadrukkelijk gekozen voor een gereformeerd psychiatrisch ziekenhuis. Er was behoefte aan hulpverlening die gestoeld was op bijbelse principes. Een van de eerste eisen die je dan mag stellen, is dat de psychiater die bijbelse principes als de zijne beschouwt '.
Gebrokenheid
Ds. P. Mulder, predikant van de gereformeerde gemeente in Capelle aan den IJssel, is tweede voorzitter van het GPZ. „Je merkt ook in het pastoraat dat er een grote psychische nood is. Er is geen enkele pastor die zeggen kan: „Dit gaat mijn deur voorbij". Psychiatrische zorgen is iets van alle tijden, in absolute zin is er dus niets nieuws onder de zon. Laten we maar teruggaan naar het begin, naar de zondeval. Daar hebben we allemaal gekozen. Sinds Genesis 3 horen zorgen, smart, moeite, zweet, verdriet, ziekte en dood bij de gevallen mensheid, het hoort bij de gebrokenheid van deze wereld. Waren er geen zonden, dan waren er geen wonden.
Aan de andere kant moet je natuurlijk wel vaststellen dat onze tijd jachtig is, meer dan vroeger, we zijn zo op produceren gericht, op welvaart, de maatschappij vertechniseert, vermaterialiseert, verindividualiseert, er worden aan de mensen zo veel en zulke hoge eisen gesteld. En met al die dingen komt een mensenleven zwaar onder druk te staan, zo ontstaan de spanningen. Daarmee wordt een geweldig grote claim gelegd op de psyche van de mens. Het is dan ook geen wonder dat er zovelen in de wachtkamer van de psychiater zitten te wachten op hun beurt.
Daar komt nog iets bij: Als het kerkelijke en godsdienstige leven versmalt, als het bijbels christendom wordt verlaten, heeft de mens steeds minder om op terug te vallen. Iedereen heeft nu eenmaal houvast nodig, ook in religieuze zin. Als waarden en normen gaan wijken, staat de mensheid vaak met lege handen in deze kouder wordende wereld".
Taboe
Dat het taboe op "overspannen zijn" en "psychisch ziek zijn" aan het afnemen is, ziet ds. Mulder als een goede ontwikkeling. Vroeger werd verzwegen waarover nu meer gesproken kan worden. „Psychiatrische aandoeningen zijn bespreekbaar geworden, en dat is voor een mens in nood", zegt ds. Mulder, „een groot ding, een positieve ontwikkeling. Niet elk doorbreken van een taboe is per definitie op zijn plaats, maar deze wel, vind ik. Hulp vragen bij een psychiater is niet meer iets waar vreemd naar gekeken wordt. Hoewel, dat stempel van "overspannen zijn" is nog niet altijd echt verdwenen".
Voor de Capelse predikant is het duidelijk dat het GPZ eraan heeft bijgedragen dat het taboe op een psychiatrische behandeling ook in eigen kring afgenomen is. „Je constateert dat er onder eigen mensen, onder de eigen kerkleden, veel psychische nood ligt. Daarom ben ik blij met ons GPZ. Vanuit meer eigen kerkelijke gelederen konden we dit destijds niet verwezenlijken, en dat was jammer, dat wil ik wel eerlijk zeggen. Maar we mogen nu toch door samenwerking met onder meer gereformeerd-vrijgemaakten proberen gereformeerde zorg te verlenen. Samen proberen we nu op basis van Schrift en belijdenis een stukje hulpverlening in deze grote nood te realiseren. Dat spreekt mij aan, het zij in alle bescheidenheid en voorzichtigheid gezegd. Daarbij is het zaak dat door het GPZ deskundige hulp verleend wordt op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg naar de vaste norm van Schrift en belijdenis. Want die norm moet ook in allerlei moeilijke situaties richtinggevend zijn. Het is een voorrecht dat gepoogd mag worden vanuit die norm dit werk te doen. Om dat ook in de toekomst te meer gestalte te mogen geven, is onze actie mede bedoeld. Dat zal alleen kunnen onder de zegen des Heeren".
Pastoraat
„Zorg voor psychisch zwakken in de gemeente ligt ook in de lijn van het pastoraat. Maar we moeten in dezen de dingen scheiden, in elk geval onderscheiden. Als iemand in het ziekenhuis komt omdat hij een been gebroken heeft, zoek ik hem op. Maar, aan dat gebroken been kan ik niets doen. Als iemand een ongeneeslijke, levensbedreigende ziekte heeft, ga je naar hem of haar toe! De pastorale zorg komt in zo'n geval wel heel sterk om de hoek kijken, maar de ziekte van die man blijft een medisch probleem. Zo ligt het ook als iemand manisch-depressief is, of schizofreen. We kunnen proberen er warme belangstelling voor te hebben, maar de kwaal blijft een medische kwaal, die medisch benaderd moet worden. Je moet de deskundige als deskundige erkennen en als zodanig ook honoreren.
Een predikant heeft natuurlijk nooit die medische bekwaamheid in huis die een specialist wel heeft. Wij hebben in de predikantenopleiding in het laatste studiejaar hier bewust een en ander aan gedaan.
Je moet als pastor nuchter zijn en je plaats weten. Als iemand zijn arm breekt, moet de dokter daar naar kijken, niet de dominee. De pastor heeft een ander arbeidsveld dan de dokter".
Drs. Kuipers: „Maar ook de arts moet soms zijn plaats weten. We moeten duidelijk onderscheid blijven maken tussen het vak en het ambt. Het contact blijven hebben, over en weer, juichen we als GPZ wel toe. Psychiatrie bedrijven is geen solistische bezigheid meer, is niet meer zoals vroeger. Het is meer teamwork geworden, en daarbij is er ook ruimte voor de predikant. Als wij terugkoppelen naar de thuissituatie, koppelen wij, wat ons betreft, ook terug naar de predikant".
Breekbare materie
„Soms vertoont een psychiatrische stoornis zo veel religieuze trekken, zo veel religieuze kleuringen, dat de psychiater zegt: „Het wordt tijd dat we de ambtsdrager inlichten en hem vragen of hij wat extra aandacht, wat extra zorg wil besteden aan dit gemeentelid. Als iemand zucht en tobt over zijn relatie tot God, zijn Schepper, heel persoonlijk, dan kan het wel gebeuren dat de medisch specialist een stapje terug moet doen en moet zeggen: Dominee, deze is nu even voor u".
Ds. Mulder: „ Soms kan het feit dat iemand voor zichzelf erg zit met moeilijke vragen op godsdienstig gebied aanleiding zijn dat zo iemand psychisch uit zijn evenwicht raakt, met alle problemen van dien. Het lijkt me dan nodig dat de behandelend specialist contact met de predikant opneemt: Dit is wel heel breekbare materie. Het kan zijn dat iemand met geweldige schuldgevoelens rondloopt, hij gaat er dag en nacht gebukt onder. Dan moet je er toch achter zien te komen op welk terrein die schuldgevoelens liggen. Is het schuldbesef, zondebesef, ellendekennis, denk aan de catechismus, een getroffen en een verslagen geest? Is het dit? Dan moet je bij de pastor zijn. Ja, bij de Heere, dat weet ik wel, maar de pastor is toch degene die er zijn tijd aan mag besteden. Het kan echter na enige tijd ook heel goed zo zijn datje denkt: Hier is toch iets inders aan de hand dan het schuldbesef uit Psalm 51. Een scheefgegroeide persoonlijkheidsstructuur, een verwrongen minderwaardigheidsgevoel. Die dingen kunnen zich godsdienstig vastzetten, terwijl ze ten diepste niets met geestelijk leven te maken nebben".
Paulus
Geestelijke ellendekennis en psychiatrische zorgen kunnen volgens ds. Mulder soms ongeveer dezelfde symptomen vertonen. „Het is op het eerste gezicht niet altijd gemakkelijk die te onderscheiden. Dit terrein vraagt grote voorzichtigheid, dat moet duidelijk zijn. Het zondebesef en de inleiding in de ellendekennis gaan op bepaalde momenten niet buiten het menselijk ftinctioneren om. Dat is ook bijbels. Men ging in het zwart, men liet het brood staan. Bij Paulus zien we dat natuurlijk heel geconcentreerd: Hij at en dronk niet, drie dagen lang. En daar zijn ook andere bijbelse voorbeelden van. Als er oprechte droefheid is naar God, dan moet je natuurlijk niet bij het GPZ zijn.
Er zijn wel neerslachtige mensen bij wie je denkt: Zou die neerslachtigheid niet godsdienstig van aard zijn? Je zou dan kunnen menen: Dat is er wel één waarin de Heere werkt. Als je dan wat praat met zo'n man, zo'n vrouw, ontdek je misschien: Nee, dit ligt toch anders. De moeiten liggen in het gezin of zijn maatschappelijk van aard. Dan zeg je: Hier is niets godsdienstigs aan de hand en als je daar dan al een geestelijk etiket op had geplakt, heb je misschien wel grote brokken gemaakt. Naar de ziel van zo iemand heb je het niet goed gedaan, maar ook naar iemands psyche heb je het niet goed gedaan. Soms worden door de tijd de dingen duidelijker".
Vakmatig
Drs. Kuipers: „Dit zijn dingen waar je binnen het GPZ voortdurend mee bezig bent. Waar ligt het onderscheid tussen een religieuze depressie en een psychiatrische depressie? Een psychiater uit eigen gelederen kent die materie en weet waarop hij moet letten. Wij hebben niet voor niets behoefte aan hulpverleners die hun wortels hebben in het Woord. Aan de andere kant wil ik ook dit graag benadrukken: Eigen psychiaters zijn natuurlijk niet goed, omdat ze eigen zijn. Ze moeten in de allereerste plaats hun vak beheersen, want wij willen in vakmatige zin een goed psychiatrisch ziekenhuis zijn". Ds. Mulder: „Een eigen psychiater geeft meer vertrouwen, er is aan meer basis om op te bouwen, want ten diepste ben je geen vreemden voor elkaar, je spreekt elkaars taal. Ik denk dat een behandeling er dan anders uit zal zien, misschien niet in de hoofdlijnen, maar wel in de nuances. Er zijn wel psychiaters die tegen hun patiënten zeggen: „Je moet eerst maar eens een andere dominee opzoeken, een andere kerk opzoeken, niet zo zwaar alsjeblieft, niet zo somber, ga eens meer aan sport doen of een avondje voor de televisie zitten". Kijk, en dat moeten we in Bosch en Duin natuurlijk niet hebben. Die dingen zijn elders wel voorgekomen en mensen uit onze kringen zijn daar behoorlijk tegenop gelopen. We hoeven maar te denken aan de discussie tussen ds. H. Paul en dokter Van Scheyen, tien, twaalf jaar geleden. Dan zeg je: Ja, het zijn toch heel nare dingen als onze mensen in de psychiatrie direct een stempel op krijgen, direct in een bepaalde hoek worden gezet, direct een therapie krijgen aangereikt om eerst dat gereformeerde geloof eens om te bouwen naar iets vlotters".
Exegese
Drs. Kuipers: "Als wij het hebben over eigen psychiaters, dan hebben we het niet over mensen die voortdurend in exegetische discussies treden met de patiënt. Als je een patiënt hebt die van die of die tekst zo vreselijk somber wordt, dan ligt het niet op onze weg om nu eens even exegetisch uit te pluizen of die uitleg van die tekst wel steekhoudend is. Dat is de taak van de behandelaar niet. Wij hebben duidelijke afspraken gemaakt dat we ons niet op dit terrein begeven. Het is niet verstandig als een behandelaar gaat discussiëren met een patiënt die tot een ander kerkverband behoort dan hijzelf Dat levert niets goeds op. Het zou ook een oneigenlijk element in de behandeHng zijn. Het GPZ is een psychiatrisch ziekenhuis, dat in vakmatige zin goed werk wil leveren".
Ds. Mulder: "Anderzijds: als de bijbelse boodschap zozeer in iemands psychiatrische probleem verweven zit, mag de therapeut ook niet zeggen: Doe die Bijbel, doe dat hoofdstuk maar dicht. Het is van belang dat de psychiaters uit de volle breedte van de achterban komen. Je wilt graag psychiaters en andere deskundigen aanstellen naar evenredigheid. Maar als ze er vanuit de rechterflank niet of nauwelijks zijn, krijg je zoiets niet in balans".
Techneut
„Onder ons gaan we nu eenmaal eerder studeren voor accountant, voor techneut, voor scheikundige. En dan is er nog iets dat ik met grote schroom moet zeggen: Wat je helaas ook wel eens ziet, is dat mensen die gaan studeren godsdienstig opschuiven, kerkelijk opschuiven. Dat zijn toch levensgrote problemen die ook consequenties hebben voor ons als GPZ-bestuur.
Misschien hebben wij in het verleden de sector van de psychiatrie altijd wat gemeden. Wellicht was het besmet terrein, gevaarlijk gebied. Misschien was er bij ouders wel de vrees: „Als mijn zoon of dochter psychiatrie gaat studeren, dan onspoort-ie". Een risico dat ze naar hun beleven veel minder liepen bij een vak als wiskunde. Ja, hoe komt dat? De menswetenschappen zijn nu eenmaal indringender dan de exacte wetenschappen. In de psychiatrie zijn de vragen over het mensbeeld levensgroot. Dat wordt vooral in bevindelijk-gererormeerde kring als bedreigend ervaren. Vanuit ons mensbeeld is het een hele worsteling de lijnen door te trekken naar de wetenschap en naar de toepassing in de praktijk. Dat geldt zeker ook voor het terrein van de psvchiatrie. Daar liggen vele voetangels en klemmen.
We kunnen daarbij wellicht veel leren van voorwerpelijk-gereformeerden, maar we hebben toch ook onze eigen noties. Hoe vertaal je noties als de persoonlijke doorleving van zonde en genade naar de situatie van het dagelijks werk? Hoe breng je die aan? Hoe veranker je die in het leven van elke dag? Hoe geef je het handen en voeten? We moeten eerlijk zeggen dat we op dit terrein weinig denkwerk hebben verricht. Wij zouden eigenlijk iemand moeten hebben die, staande op de basis van bevindelijke-gereformeerde tradities en uitgangspunten, zowel in de theologie als in de psychiatrie thuis is. We missen iemand die zo'n brugfunctie zou kunnen vervullen".
Asaf en Job
Drs. Kuipers: „Er is op dit terrein heel wat aan de hand. Er verschijnen boekjes over de relatie tussen religie en geloof, er is een tijdschrift, er zijn wel allerlei geluiden, maar het is onvoldoende geordend. Wat wij nodig hebben, zijn wetenschappers uit eigen kring die stuur kunnen geven, leiding kunnen geven en onderzoek plegen, opdat we weten hoe we met deze dingen om moeten gaan, opdat we naar buiten toe helder en duidelijk aan kunnen geven waarop gereformeerde psychiatrische behandeling gefiindeerd is".
Ds. Mulder: „De lijdende mens zou daarmee gebaat zijn. We kunnen niet volstaan met: „Kop op!" We moeten ook . beseffen dat het Evangelie niet zoiets is als een vreugdemedicijn. Dat is de werkelijkheid van het Woord niet. De lijdende mens heeft net als ieder ander allereerst nodig de persoonlijke wedergeboorte, want ons aller diepste nood is dat we van God afgevallen zijn.
Vervolgens is het in het leven van zowel de lijdende mens als ook van iemand die bij voorbeeld grote verantwoordelijkheid draagt een groot voorrecht, wanneer het Woord een lamp voor de voet en een licht op het pad mag zijn. Maar als iemand vastloopt in zijn leven, kan het al zo'n troost zijn als anderen hem mogen wijzen op Psalm 73, op mensen als Asaf, David en Job of op wat de Heere Jezus tijdens Zijn omwandeling op aarde voor de lijdende mensen heeft gedaan.
De vragen van de lijdende mens zijn vandaag ten diepste niet anders dan die van toen. Zijn vragen zijn geen onbekende vragen, zijn moeite is geen onbekende moeite. Hoe waardevol kan het zijn als je zo iemand kunt vertellen dat ook een kind van God als Asaf zijn strijd en vragen gekend heeft. Maar dan mag er ook op gewezen worden dat Asaf er door de Heilige Geest weer bovenuit werd getild. Zo n herkenning vanuit het Woord, dat kan al heilzaam zijn. Het Evangelie mag niet worden gezien als therapie, maar het Woord is wel medicijn".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1993
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1993
Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's