De koraalbundel van Gerard B. van Krieken
Koraalmelodie moet het uitgangspunt zijn bij voorspelen in de eredienst
Naast het gepredikte Woord, de schriftlezing en het gebed heeft ook de samenzang een vaste plaats gekregen in onze calvinistische eredienst. Ter ondersteuning van deze actieve bijdrage van de kerkganger aan de godsdienstoefening wordt meestal het orgel ingezet. Niet dat iedereen daar in gelijke mate mee in z'n schik is, maar het is nu eenmaal zo. De functie van het orgel als begeleidingsinstrument is historisch gegroeid en, laten we wel wezen, het instrument leent zich uitstekend voor deze taak.
Wat ook historisch gegroeid is, is het koraalvoorspel. Het hoofddoel ervan is de gemeente bekendmaken met melodie en inhoud van het te zingen lied. Een bijkomende functie kan zijn dat er wat tijd mee opgevuld kan worden, zoals het in sommige kerken gebruikelijke collectespel. Een direct gevolg van ons hoofddoel is dat de samenzang naadloos aan moet sluiten op het voorspel. Een fluisterzacht voorspel kan niet worden gevolgd door een fortissimo koraal en het omgekeerde is evenmin de bedoeling. Naast volume dient ook de sfeer van voorspel en begeleiding op elkaar afgestemd te zijn. Sfeer wordt vooral bereikt door registratie en tempo. Bij zowel volume als sfeer dient de tekst de leidraad voor de organist te zijn. Het is op deze manier vaak mogelijk een zelfde voorspel voor zowel een lofzang als een bedezang te gebruiken. Neem Worps voorspel voor Psalm 25. Dat is -met de nodige aanpassingen in tempo en registratie- zowel voor het tweede als het vierde vers te gebruiken. Niet ieder voorspel is daar overigens geschikt voor. Het voorspel uit hetzelfde koraalboek over Psalm 97 is beslist niet geschikt als inleiding voor het vierde vers, om maar een voorbeeld te noemen.
Functioneel
Het voorspel dient er dus voor , om de melodie van het te zingen lied aan de aanwezigen bekend te maken. De inleiding dient op deze melodie gebaseerd te zijn. Een lieflijk klinkend onduidelijkheidje kan leuk zijn voor een gezellig avondje, maar als introductie voor de samenzang is het volledig onbruikbaar! En juist dit facet is in het verleden door een aantal componisten uit het romantische tijdperk onvoldoende in hét oog gehouden. Ook een man als Worp, in wiens koraalboek diverse fraaie en uiterst functionele voorspelen zijn aan te treffen, leed bij tijd en wijle aan dit euvel. De voorspelen van de Psalmen 33 (de originele), 43 en 49, om er een paar te noemen, sluiten wat sfeer en toonsoort betreft best aan op sommige verzen van de bijbehorende psalm, maar van de melodie is geen spoor te bekennen. Nu valt dat bij Worp over het algemeen nog wel mee. Er waren zelfs componisten die zogenaamde vrije voorspelen schreven. Bij een voorspel in de toonsoort G schreven ze dan: geschikt voor de Psalmen 25, 43, 66, 99 en 119. Tegenwoordig lach je daar om, maar zoiets was aan het begin van onze eeuw niet ongebruikelijk.
Van Krieken
Een organist die ook in deze periode leefde, was Gerard Bartus van Krieken (1836-1913). Van Krieken was een leerling van onder meer Tours en Van Eyken. bekende namen uit die periode. Ook Van Krieken is geen onbekende. Zijn Eroïca klinkt tot in onze dagen door. Dat deze organist destijds een koraalboek schreef, is minder bekend. Het boek is dan ook al jaren uit de handel. Boekhandel J. de Koning uit Ridderkerk heeft echter onlangs een heruitgave verzorgd. En dat is een mooie gelegenheid om eens te bekijken of deze bundel zou kunnen functioneren in onze erediensten.
De uitgave ziet er uitstekend verzorgd uit. Mooi gebonden, in zwarte linnen band met zilveropdruk, helderwit papier en een duidelijke druk. Zowel een voorwoord bij deze herdruk (van Willem Hendrik Zwart), de dispositie van Van Kriekens orgel, als het oorspronkelijke voorwoord van de auteur hebben een plaatsje gevonden.
Van psalmen met dezelfde melodie is slechts één voorspel opgenomen. Daar staat tegenover dat sommige psalmen twee keer zijn bewerkt. De voorspelen en koraalzettingen getuigen van vakmanschap voor zover het de harmonieleer en de stemvoering betreft. Daarbij komt, dat de moeilijkheidsgraad laag is gehouden. In ieder geval speelt Van Krieken gemakkelijker dan Worp; meer vergelijkbaar met de bundel van Drenth.
Bruikbaar
Wat de sfeer en de toonsoort betreft sluiten de voorspelen goed aan op de koralen. Echter, waar het de behandeling van de melodie betreft laat Van Krieken het afweten. En dat acht ik toch een manco van formaat. Hiermee wordt uiteraard niets ten nadele van de muzikaliteit van Van Krieken gezegd, de voorspelen spreken wat dat betreft boekdelen. Maar echt functioneel kunnen deze voorspelen binnen onze erediensten moeilijk zijn. Na het doorspelen van deze bundel heb ik alleen maar meer bewondering gekregen voor Van Kriekens belangrijkste leerling, Jan Zwart, die de melodie -in tegen- stelling tot zijn leraar- wèl als uitgangspunt nam bij zijn voorspelen. De koraalzettingen van Van Krieken zijn daarentegen weer prettig en gemakkelijk speelbaar, waardoor het boek weer wat aan bruikbaarheid wint.
N.a.v. "De melodieën der Psalmen en Lofzangen", door G. B. van Krieken; uitg. J. de Koning, Ridderkerk; prijs 57,50 gulden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 11 oktober 1993
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van maandag 11 oktober 1993
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's