Dr. De Kruijf van start als kerkelijk hoogleraar
„Veel gesmade calvinistische levensbesef nodig"
LEIDEN - Het gebod de aarde te gebruiken is ook maatschappelijk relevant. Hieraan op creatieve wijze gehoorzaam zijn, ziet dr. G. G. de Kruijf als de centrale taak van de christelijke ethiek. „Daarvoor hebben we dat veel gesmade calvinistische levensbesef hard nodig".
Dr. De Kruijf aanvaardde gistermiddag het ambt van hoogleraar vanwege de Nederiandse Hervormde Kerk aan de theologische faculteit van de Rijksuniversiteit Leiden. Prof. De Kruijf gaat christelijke ethiek, apostolaat en kerkrecht doceren. Hij is de opvolger van dr. G. H. ter Schegget.
De hoogleraar sprak zijn inaugurele rede uit in aanwezigheid van onder meer moderamenleden van de hervormde synode. Hij sprak over de vraag of de door Augustinus gebruikte onderscheiding van "Gebruiken en genieten" ook een bruikbare is in de christelijke ethiek. Augustinus introduceerde het begrippenpaar "gebruiken en genieten" om niet in gnostische dwaling te vervallen.
De hoogleraar tekende de gangbare karikatuur dat calvinisten het leven wel zouden gebruiken maar niet genieten. Achter het calvinisme gaat echter een christelijke levenshouding schuil. De Kruijf was het oneens met de filosoof L. Feuerbach (1804-1872), die stelde dat voor degene die in een, eeuwig leven gelooft het aardse leven zijn waarde verliest.
Na eerst aandacht te hebben besteed aan Augustinus en Calvijn kwam de nieuwe hoogleraar via Van Ruler, de filosoof Ellul en de apostel Paulus tot actualisering.
Augustinus stelt dat het bezig zijn met het hemelse leidt tot verachting van het aardse. Daarmee bedoelt hij echter geen verachting op zich. Hij stelt dit echter om verabsolutering van het aardse te voorkomen: gelovigen zijn pelgrims.
De harmonische samenhang die de kerkvader vond, is bij de reformatoren verstoord, aldus prof. De Kruijf. Bij hen verschuift het begrippenpaar naar "gebod en genot".
Mede aan de hand van de Institutie lichtte prof. De Kruijf Calvijns visie toe. Hij waarschuwde voor de mogelijk verkeerde uitleg van Calvijn, alsof die het aardse leven zou onderwaarderen. Het verachten van de aarde en dit aardse leven houdt ook bij Calvijn geen haat in. Dit leven is ondanks alles een zegen en geschenk van God. Calvijn staat in dezen in de lijn van Augustinus.
Prof. Van Ruler evenwel meende dat we door de Augustiniaans-calvinistische onderscheiding tussen gebruiken en genieten „de wereld, vanwege pure concentratie op God, uit het oog verliezen". De Kruijf viel Van Ruler bij, maar bekritiseerde diens visie dat het aardse leven het een en al is. De nieuwe hoogleraar vroeg aandacht voor het eschatologisch perspectief.
Aan de hand van 1 Korinthe 7:29-31 concludeerde de hoogleraar dat „de christelijke moraal wordt bepaald door de erkenning dat het aardse leven geen doel in zichzelf is. Het is een weg, een middel tot het doel: het genieten van het leven voor Gods aangezicht".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1994
Reformatorisch Dagblad | 31 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1994
Reformatorisch Dagblad | 31 Pagina's