Zuchtend tegen de vlakte
Bezuinigingen in de geestelijke gezondheidszorg en de les van het Italiaanse model
Italië. 1978. De Wet op de krankzinnigheid was afgeschaft. Plaatsen als Arezzo, Triest en Turijn begonnen aan een drastische hervorming van de psychiatrie. Staatsinrichtingen werden gesloopt, dwangbuizen belandden bij de lorrenboer en pillen in de vuilnisbak. Het experiment vond een hoogtepunt in een bijna vrolijke uittocht van duizenden psychiatrische patiënten. Plotseling stonden ze buiten, verdwaasd in het felle zonlicht te kijken. Velen voor het eerst van hun leven. De victorie van de Nieuwe Democratische Psychiatrie. Die plattelandsromantiek is muurvast gelopen. Een treurige mislukking. De les van het Italiaanse model.
De psychiatrie terug naar af?
Maandag begint voor de twintigste keer de Week van de Psychiatrie. Onder het motto "Terug naar af??" staat het thema Maatschappelijke tolerante centraal.
Twee maanden geleden werd de wet bopz (Bijzondere opneming psychiatrische ziekenhuizen) ingevoerd. Daarin wordt de rechtspositie rond gedwongen opname geregeld. De bopz staat nu al onder druk. Als de psychiatrische patiënt meer wordt geïntegreerd in de samenleving, ontstaan er problemen. De druk op de tolerantie van de samenleving neemt toe, want de directe omgeving van de (ex-)cliënten moet die integratie immers wel mogelijk maken. Echter, ook de roep om meer dwang en drang wordt groter. „Mensen met psychische problemen moeten eerder worden opgenomen", roepen ongeruste buurtbewoners en familieleden in koor.
Een ander probleem is dat er een groeiende groep (ex-)cliënten tussen wal en schip valt. Omdat er voor hen geen passende zorg meer is, raken zij steeds meer geïsoleerd. Ze hebben soms geen familie of vrienden meer om zich heen. Na ontslag is er vaak geen nazorg en hebben ze geen zinvolle dagbesteding.
In de Week van de Psychiatrie wordt gediscussieerd over vragen als: Wat moet er gebeuren om te voorkomen dat (ex-)cliënten weer uitgestoten worden? Wat moet er gebeuren om te zorgen dat er goede (na)zorg is voor die groep die uit de boot dreigt te vallen? Ook wordt er gesproken over de vraag: Gaat de bopz te ver in de bescherming van het zelfbeschikkingsrecht van cliënten?
De bezuinigingen in de psychiatrie en haar gevolgen staan centraal op de voorpagina van deze themabijlage. Wie verder bladert, leest onder meer over de vaak moeilijke relatie tussen psychiatrie en theologie („de dominees hebben terrein verloren"), over het belang van lichttherapie in sombere wintermaanden („winterdepressie kan ernstige invaliditeit tot gevolg hebben") en over de maatschappelijke verdraagzaamheid tegenover psychiatrische patiënten („de mensen beleefden mijn innerlijke pijn niet").
Nederland. 1994. Psychiatrische ziekenhuizen moeten vijftig miljoen gaan inleveren. Sommigen vrezen al dat de verpleger weer bewaker wordt. En er zijn ook al directies van psychiatrische ziekenhuizen die Italiaanse toestanden verwachten. Patiënten die volledig zijn aangewezen op hun familie of die letterlijk op straat staan. Daar zitten ze dan, de geesteszieken van Italië. De nieuwe lichting daklozen, langs de rand van de weg, in de stationshallen of onder de bruggen van Rome, wachtend op het tijdstip waarop ze hun pillen kunnen halen, wachtend op het tijdstip waarop de volgende schotel voeding wordt verstrekt.
Een kwart van de Nederlandse patiënten die bij de huisarts op het spreekuur verschijnt, kampt met psychische zorgen. Dat is onlangs ontdekt. Desondanks lanceerde Hans Simons, toen nog staatssecretaris, het plan om op psychiatrische ziekenhuizen vijftig miljoen te bezuinigen. Dat was nodig, zei hij, om de tekorten in de ambulante geestelijke gezondheidszorg weg te werken. Hoe zal dat gaan?
Reinier van Arkel
Het psychiatrisch ziekenhuis Reinier van Arkel in Vught schrapt dit jaar 52 en volgend jaar nog eens 48 arbeidsplaatsen. De directie heeft gezegd dat dit nodig is, omdat het ziekenhuis de komende twee jaar 7,5 miljoen gulden (10 procent van het totale budget) moet bezuinigen.
Vught. Reinier van Arkel. Eindeloos lange Tanen doorsnijden weelderig groene plantsoenen. Hier en daar een bankje voor een vermoeide wandelaar. Verderop een gele telefooncel voor het contact met buiten. Kippen en hanen dribbelen overal rond, kakelend en kraaiend. Een oude man voert ze precies vierkant gesneden stukken brood. Dat doet-ie elke dag. Om precies dezelfde tijd. Reinier van Arkel. Een wereld in zichzelf. Een dorp apart.
In dit oudste psychiatrische ziekenhuis van Nederland heeft de slopershamer meedogenloos toegeslagen. Grote, stokoude gebouwen gaan zwaar zuchtend tegen de vlakte. Eerst het vrouwenhuis. Straks het mannenhuis. Mannen en vrouwen werden strikt gescheiden gehouden. Men fluistert wel dat dat meer gedaan werd met het oog op de verpleging dan op de patiënten. De kerk stond altijd in het midden, die gaat straks ook plat. De psychiatrie in Vught kreunt in al haar voegen. De nieuwe tijd neemt afscheid van het verleden. Het doet best een beetje pijn. Anderzijds: hoeveel leed zal hier niet geleden zijn, al die jaren, sinds 1442. In dat licht: Het mag eigenlijk wel plat, deze boel. Een wreed verleden wordt gesloopt. Vroeger zaten alle patiënten -soms wel 2000!- in één gebouw. Verstandelijk gehandicapten, krankzinnigen £n psychiatrisch gestoorden zaten allemaal hudje mudje bij elkaar. Het maakte geen verschil. Het oude dolhuis: waanzin, razernij, ijzeren boeien, zwarte wormen, onnozele kindertjes, plagerijen, dwangstoelen, blinden en kreupelen. Een inrichting vol met verdriet, leed en tranen. Het mag toch wel plat, deze boel.
Slagboom
Het mannenhuis geeft nog plaats aan directie, administratie en voorlichting. Onafzienbare gangen, kale muren en imposant grote deuren roepen weer het beeld op van sleutels en sloten. Het gezicht van een gesticht. Maar Reinier van Arkel is desondanks uitgegroeid tot een veelzijdige, moderne kliniek. Als het oude straks plat ligt, zal het nieuwe verrijzen. Sociowoningen, beschermde woonvormen, kleinschaligheid, openheid, dat is het nieuwe credo.
Achter een van de deuren in de hoge, holle gang vinden we Mies Eenbergen, voorlichter van Reinier van Arkel: „De filosofie is dat de psychiatrie menselijker en humaner moet worden. Er moet meer ruimte komen voor de patiënt. We proberen die patiënt dichter naar de samenleving te brengen of de samenleving dichter naar de patiënt. Dat imago van het oude gesticht achter de hoge hekken in het donkere bos moet verdwijnen. Vroeger kon je het terrein van een inrichting niet zomaar oprijden. Eerst was er de slagboom. Daar moest je vertellen wat of je kwam doen. Nu kan iedereen het terrein op. Hier zie je joggers en wandelaars, evengoed als patiënten en artsen".
Afbouw
Reinier van Arkel biedt in zijn totaliteit ruimte aan 760 patiënten. Elk jaar wordt dat minder. De regionalisering heeft voor het Vughtse ziekenhuis een stuk afbouw met zich meegebracht. Wie vroeger het gesticht inging, kwam er in veel gevallen nooit weer uit. Niemand wist immers wat je met zo iemand aan moest!
„Die groep", zegt Mies Eenbergen, „wordt steeds kleiner. Daarin zoeken we de verplichte afbouw. Wie nu opgenomen wordt in een psychiatrisch ziekenhuis, wordt straks ook weer ontslagen, gaat terug de samenleving in. Dat is het streven. Er is een andere visie op psychiatrie gekomen, een andere kijk op "gek-zijn". Er zijn ook medisch gezien natuurlijk veel meer mogelijkheden. Denk alleen maar aan medicatie, waar ze vroeger nog nooit van gehoord hadden. Er is wel veel kritiek geweest op potten met pillen, maar medicijnen hebben veel goede dingen gebracht. De afstemming en toepassing ervan worden ook steeds precieser. Als iemand dertig jaar geleden te veel emoties had, kreeg hij zo veel medicijnen dat hij geen enkele emotie meer overhield. Nu gebeurt dat veel genuanceerder. Een patiënt die goed ingesteld is op een bepaalde medicatie, kan vaak heel goed en heel zelfstandig functioneren. Een bewoner van ons huis is een normaal mens, met wie je leven kunt, van wie je kunt houden, voor wie je wilt zorgen, die ook voor jou wil zorgen. Uitzonderingen zijn er altijd, maar de mensen die hier wonen, zijn niks eng".
Bedreiging
Door de bezuinigingen van oudstaatssecretaris Simons moeten er in Vught de komende jaren 35 bedden en 100 arbeidsplaatsen verdwijnen. De ziekenhuisleiding ervaart dat als een behoorlijk bedreigend gegeven. Verworvenheden van de afgelopen jaren gaan weer teloor, de kwaliteit van de zorg staat op het spel, er zitten straks „minder handen aan een bed". Mies Eenbergen: „Voorheen ging je als verpleegkundige nog wel eens gezellig met een patiënt naar de stad. Boodschappen doen. Kleren kopen. Koffie drinken. Dat zal straks niet meer kunnen. Dan zal die patiënt de aandacht moeten delen met meer mede-patiënten. Dat zijn nu net de dingen die het misschien sombere ziekenhuisleven het laatste vleugje glans geven. Daarin moet gesnoeid worden. En dat doet natuurlijk best pijn, voor de patiënt, maar ook voor ons, want je wilt als ziekenhuis toch net iets meer bieden dan alleen bed, brood en behandeling".
Het Vughtse ziekenhuis zal enkele afdelingen in verouderde gebouwen sluiten. De patiënten worden overgeplaatst naar een andere afdeling en het betrokken personeel wordt ingezet öp open plaatsen elders in het ziekenhuis. Enkele maanden geleden is al een vacature- en investeringsstop ingegaan.
Patiëntenraad
Maarten Stikkers is bewoner/patiënt van Reinier van Arkel. Vijfjaar geleden werd hij opgenomen, sinds een jaar woont hij met drie anderen in een zelfstandige sociowoning in het naburige dorp Vlijmen. Maarten maakt deel uit van de bewonersraad. De bewonersraad was aanvankelijk door de directie uitgenodigd om over de bezuinigingen mee te denken, „maar", zegt Maarten, „dat hebben we afgeketst. Want wf J zijn niet degenen die de rode cijfers hebben veroorzaakt. Dus ligt er voor ons ook geen taak die rode cijfers weer groen te maken".
De bewonersraad kritiseert alle bezuinigingsvoorstellen wel. Honderd arbeidsplaatsen moeten er worden ingeleverd. Maarten Stikkers: „Honderd! Dat is nogal wat! Zoiets gaat onherroepelijk ten koste van de kwaliteit van de zorg. Dat kan niet anders. Als wij vragen aan de directie: Kunnen jullie ons straks hetzelfde kwali teitsniveau bieden, dan krijgen we geen antwoord. Wat wel duidelijk is: Reinier van Arkel moet bedden inleveren. Daar zitten we tegenaan te kijken. Hoe zal dat gaan? De meeste ziekenhuizen krijgen een budgetkorting van 3 procent opgelegd. Bij ons in Vught is dat percentage beduidend hoger".
Paradepaardje
Maarten Stikkers voorziet zorgverarming. Terwijl het niveau van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland zich sinds de Tweede Wereldoorlog in een stijgende lijn heeft bevonden, is nu een keerpunt bereikt. Straks wonen er weer meer patiënten op één kamer. De groepen worden groter. Het gaat terug naar af.
Maarten: „Ik heb gehoord dat dit ziekenhuis een therapeutische gemeenschap op gaat doeken. Dat was nog wel het paradepaardje van het ziekenhuis, de enige afdeling voor klinische psychotherapie. Daar worden mensen voor maximaal twee jaar opgenomen. Daar krijgen ze constant begeleiding. 24 uur per dag. Opgeheven! Dat is toch zorgwekkend. Het specifieke therapeutische aanbod wordt weer smaller. De zaak wordt uitgedund. Dat is toch zonde!"
Buiten schijnt de zon. Een haan kraait. Een auto stopt. Voetgangers hebben hier altijd voorrang. Er is wel eens gedacht om in dit ruim opgezette ziekenhuis ook een woonwijk te vestigen. Het zou de gewenste integratie tussen psychiatrie en maatschappij erg bevorderen. Maar de bescherming voor de patiënt zou daarmee ook geducht worden aangetast.
In een uithoek ligt de gestichtsbegraafplaats. In 1983 werd hier voor het katst iemand aan de aarde toevertrouwd. Hier li^en psychiaters, verpleegsters, eerwaarde religieuzen. De zusters liggen allemaal op rij, de broeders in een ander vak. Patiënten kregen hun eigen stek toebedeeld. Hun zerk is de helft kleiner dan die van zusters of broeders.
De weg terug
A. C. Kapteijns, verpleegkundig directeur van Reinier van Arkel, leeft in zorgelijke dagen. „In de psychiatrie is het nooit potverteren geweest. Het was altijd al woekeren met de financiële ruimte. In zo'n situatie komt zo'n extra bezuinigingsgolf extra hard aan. De Haagse regelgevers menen dat de psychiatrie de afgelopen jaren te weinig aan zorgvernieuwing heeft gedaan, maar dat is pertinent onjuist. Ons wordt wel een antitherapeutisch beleid verweten, alsof wij er maar voortdurend op uit zouden zijn patiënten naar binnen te halen. Het tegenovergestelde is echter juist. Vanaf 1975 hebben wij met een groot aantal sociowoningen mensen juist teruggebracht in de maatschappij. We kennen al meer dan dertig jaar gezinsverpleging en we streven naar opnamevervangende dagbehandeling. Dat is zorgvernieuwing van de bovenste plank. Wij kennen een heel kort, maar wel intensief opnamebeleid. Dat wijzen de cijfers uit.
Simons dacht nog in het denkmodel van de jaren zeventig. Toen hadden we de antipsychiatrie, gevolgd door de kritische psychiatrie. In Italië sloot men in die jaren plotseling een aantal psychiatrische inrichtingen. Het was te duur en het was overbodig, al die inrichtingen. Ga nu maar kijken: ze zitten allemaal langs de weg, te wachten op de dag van morgen. Is dat nou de oplossing?"
Zwervers
Kapteijns is beducht voor het Italiaanse spookbeeld. „Het dreigt al een beetje in Nederland. In de grote steden zie je steeds meer zwervers, en dat zijn heus niet allemaal mensen die bevangen zijn met een onstuitbaar vrijheidsgevoel. Dat zijn voor een deel, vrees ik, ook psychiatrische patiënten voor wie we geen plaats hebben. Als de psychiatrie langs de straat loopt, is dat het eerste signaal!
Wanneer het denkmodel van de jaren zeventig uitgangspunt van het huidige beleid is, dan wordt de psychiatrie ontkend. Ze zeggen het nog niet hardop, maar het ligt onder de oppervlakte: „Eigenlijk moet je al die psychiatrische ziekenhuis sluiten". Dan doe je psychiatrische stoornissen af als een sociaal of maatschappelijk probleem. Dat kan niet, want er is wel degelijk sprake van een ziekte die behandeling nodig heeft. Simons zou het liefst het begrip Psychiatrie uit alle woordenboeken schrappen. Weg ermee! Dat bestaat niet meer. Hij loopt dan wel achter, vind ik. Italië zou voor ons het grote schrikbeeld moeten zijn. Dat je mensen die ziek zijn en die nauwelijks in staat zijn om voor zichzelf te zorgen, dat je zulke mensen langs de straat laat lopen! Dat je zegt: Die mensen zijn een maatschappelijk probleem. Niet meer dan dat. Punt uit. Dat vind ik onmenselijk. Ik had tegen Simons willen zeggen: Man, denk er nog eens goed over na".
Italië. 1994. Er wordt gedacht over nieuwe wetgeving ten behoeve van psychiatrische patiënten. De eerste stappen zijn al gezet. De progressiefste krankzinnigenwet van de hele aardbol was in 1978 wel in vliegende haast ingevoerd, maar is nooit goed uitgevoerd. De revolutie was toch een tikkeltje te radicaal geweest. Men had de gevolgen onvoldoende voorzien. De juichstemming van toen is verdwenen en men is aan het kijken hoe men zonder al te veel schade de weg terug kan gaan. Straks gaan in Turijn, Arezzo, Napels en Triest de psychiatrische ziekenhuizen weer open. Een beeld vol onvermijdelijke onmacht. En opnieuw kijkt de wereld nieuwsgierig om het hoekje mee. De les van het Italiaanse model.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1994
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1994
Reformatorisch Dagblad | 36 Pagina's