De poppen van Kathe Kruse
Zelfs Russen en Oostenrijkers trekken naar Den Helder voor de unieke verzameling van Tiny Riemersma
Achter de etalageruit van een smal geveltje aan de Binnenhaven van Den Helder staat een hele serie poppen. Jongetjes en meisjes met vertederend ronde gezichten, roze wangetjes, zachte ogen en eenvoudige kleertjes. Liefhebbers herkennen ze meteen. Het zijn de poppen van Käthe Kruse.
Het is dinsdagmiddag en officieel is het Käthe Kruse Museum gesloten. Toch blijkt de deur open. Binnen dwalen drie Russen en twee Oostenrijkers rond. Speciaal gekomen voor Käthe Kruse.
„Dan laat je ze toch niet buiten staan”, vindt Tiny Riemersma, de eigenares van het museum. Ze kijkt over de poppehoofden heen even richting haven, waar het pijpestelen giet. De buitenlandse bezoekers -blijkbaar allemaal Käthe-kenherszijn gefascineerd.
Intussen belt er een dame van de VVV: of Tiny nog een paar klanten kan gebruiken. „Vooruit, laat in de middag dan maar”, zegt ze toe. Het volgende telefoontje komt van verder weg: „Gutentag”, begroet Tiny. De beller blijkt een Duitser te zijn. Hij heeft belangstelling voor de nieuwe Kathe-Krusepop die dit jaar verschijnt. Het is een meisje dat Shanna Rebecca heet. Ze wordt genoemd naar Tiny’s kleindochter, die vorig jaar op 17 september -de geboortedag van Kathe!- werd geboren) en gaat ƒ 1250,00 kosten. In verband met de kostbaarheid van het exemplaar wordt het bijbehorende jongetje pas volgend jaar gemaakt. Elk popje krijgt een nummer. Wie dit jaar meisje nr. 10 koopt, kan volgend jaar jongetje nr. 10 aanschaffen, zodat hij weer een paartje bezit.
Als de Russen met handen en voeten is duidelijk gemaakt dat ze ten afscheid iets in het gastenboek mogen schrijven en ook de Oostenrijkers zijn vertrokken, is het tijd voor een ontdekkingstocht door de drie verdiepingen van het museum. Want wie was die wereldberoemde Käthe Kruse eigenlijk, wat maakt haar poppen zo bijzonder en hoe raakte Tiny Riemersma bevlogen van het werk van deze Duitse poppenmaakster?
Met je hart
In een nostalgische omgeving van poppenboeken, poppekleertjes, poppenkaarten en vooral poppen vertelt Tiny Riemersma haar verhaal: „Het is ongeveer dertig jaar geleden dat ik begon met het sparen van porseleinen poppen. Ik was toen zelf dertig, had er twee van m’n moeder gekregen en er ook eentje kunnen kopen voor de antiekwinkel die ik toen had. Op een dag ruilde ik een antiek stoeltje voor een stel poppen. Daartussen zat een pop van Käthe Kruse. Mijn eerste.
De verzameling breidde zich almaar uit. Poppen, poppen en nog eens poppen. Ons huis raakte stampvol. Op een gegeven moment moest ik kiezen. Of doorgaan met het verzamelen van porseleinen poppen, óf de Käthe-Kruseverzameling uitbreiden en de porseleinen poppen wegdoen. Ik koos voor Käthe Kruse. Waarom? Käthe-Krusepoppen hébben iets. Je koopt ze niet om hun waarde, zoals de dure porseleinen poppen, maar je koopt ze met je hart. Ik heb het gevoel dat onder verzamelaars van porseleinen poppen ándere mensen zitten. Ze kijken eerder naar het geld dat de pop waard is dan naar de pop zelf, als ik het zo zeggen mag.
Bovendien staat een pop Van Käthe Kruse veel dichter bij het kind. Hij is beweegbaar, je kunt ermee spelen. Met een porseleinen pop gaat dat niet. Die is daarvoor veel te duur. Ik herinner me nog dat mijn oma vroeger kleertjes voor m’n pop naaide. Toen ze klaar waren, mocht ik niet meer met de pop spelen, want dan zouden de mooie kleertjes vies worden. Dat vond ik toch zo vreselijk!”
Aardappelhoofd
Poppen zijn om mee te spelen. Dat vond Käthe Kruse ook. Ze was op 17 september 1883 als Katharina Simon geboren. Vanaf haar zestiende leerde ze voor actrice en toen ze negentien was, kwam ze in conctact met de dertig jaar oudere bekende kunstenaar Max Kruse, van wie ze ging houden. Max en Käthe trouwden aanvankelijk niet, maar kregen wel samen twee dochters. Voor hen maakte Käthe haar eerste pop. Ze had Max gevraagd een porseleinen pop voor hun kroost te kopen, maar hij zei dat hij die verschrikkelijk vond: „Hoe kan zo’n harde, koude, stijve pop moederlijke gevoelens opwekken bij een kind? Maak er zelf maar een, je bent kunstzinnig genoeg”.
Zo werd Oscar (genoemd naar een broer van Max) geboren, een met warm zand gevulde handdoek, knopen in de stof voor armen en benen, en een in stof gebonden aardappel diende als hoofd. Käthe tekende er met afgebrande lucifers ogen, een neus en een mond op. In Den Helder is momenteel een foto van Oscar in zijn wagentje te zien. Tot en met 28 oktober loopt hier namelijk de expositie ”Käthe Kruse 1883-1968 een leven in woord en beeld”, die overigens uit slechts één vitrine bestaat.
In 1908 kregen Max en Käthe een zoon, maar het kindje werd dood geboren. Een jaar later kwam Hannerle ter wereld. Kort voor haar geboorte besloten haar ouders eindelijk te trouwen. Niet lang daarna vond Kathe in München een reproduktie van een kinderkopje van de Vlaamse beeldhouwer Frans Duquesnoy. Ze was er weg van en ging er een lappenpop omheen maken.
Deze eerste echte Käthe-Krusepop was zo’n succes dat een Berlijns warenhuis er een hele serie bestelde. Poppen om lief te hebben, zacht, natuurlijken… onbreekbaar. Kathe Kruse was een uitvindster.
Hanne
Er is in de loop der jaren een bloeiend bedrijf ontstaan, waar met de hand poppen werden gemaakt naar het model van Käthe Kruse. Haar naam werd een begrip, zoals in de teddyberenwereld ”Steiff” dé naam voor kwaliteitsberen is geworden.
Käthe moet een moderne, geëmancipeerde vrouw zijn geweest. Weinig van haar vrouwelijke tijdgenoten wisten zelf een bedrijf op poten te zetten. Ze was ook handig in het promoten van haar produkt en zorgde telkens als er een nieuwe Käthe-Krusepop was ontstaan, dat er leuke ansichtkaarten van werden gemaakt. Zo kregen de poppen overal bekendheid.
Alleen kinderen van rijke ouders waren in het bezit van deze poppen. Tiny Wiersema zegt: „Voor mij waren ze niet weggelegd. In de jaren ’30 kostte een Käthe-Krusepop twee tientjes. Mijn vader verdiende in die tijd ƒ 12,00 per week en daar moest dan de helft huur ar…”.
Overigens was Tiny ook in die tijd wel altijd al aan het vetzamelen: suikerzakje, sigarebandjes, noem maar op. Zo bleef ze ook naast de Käthe-Krusepoppen andeije verzamelingen houden. Leesplankjes, poëzie-albums, oud speelgoed. In 1987 vond haar man dat de tijd rijp was om de hele collectie in een museum uit te stallen. Een jaar later kwam Käthes dochter Hanne Adler-Kruse in Den Helder het eerste ”Käthe Kruse Poppenmuseum” ter wereld openen.
Stukgespeeld
Drie verdiepingen kwamen vol te staan. Sindsdien weten fans overal vandaan Den Helder te vinden. De meeste bezoekers -maar liefst 90 procent— komen uit Duitsland, maar de naam van Käthe Kruse is inmiddels bij poppenkenners van over de hele wereld bekend. Waarschijnlijk is er geen poppenmaakster geweest over wie zo veel boeken verschenen. Käthe publiceerde zelf ook enkele boeken, zoals ”Das grosse Puppenspiel. Mein Leben”.
Overigens is het museum voor leken ook bijzonder leuk. Kinderen kunnen er zeker hun hart ophalen en volwassenen evenzeer. Aan de opstelling van de vele poppen is zo veel zorg, aandacht, tijd en geduld besteed, dat je lang voor elke vitrine kunt staan voordat je alles erin hebt gezien. Het is een expositie die in dertig jaar tijd tot stand werd gebracht. Oude mensen, ooit rijkeluiskinderen, schonken hun oude pop aan het museum, anderen verkochten een exemplaar of ruilden er een voor de porseleinen poppen of het antiek dat Tiny bezat. Op ruilbeurzen en markten wist zij bijpassende meubeltjes en andere accessoires te vinden.
Een enkele pop is stukgespeeld-. „Dat zijn misschien wel de grootste wonderen van het museum”, vindt Tiny. „Ze hadden immers al lang weggegooid kunnen zijn. Dat bedoel ik nou met het verschil met een porseleinen pop: van een Käthe- Krusepop blijf je houden, ook al is-ie oud”.
Tiny Riemersma maakte voor de vitrines korte, vaak grappige rijmpjes, die iets over het poppentafereeltje zeggen en ook voor kinderen begrijpelijk zijn. Bij vier Kruse-kindertjes die vol belangstelling naar een jochie met een brilletje staan te kijken: „Wat een bekijks! Alle ogen zijn gericht/ op Make’s uilebril/ Zij vinden het een leuk gezicht…/ hoewel hij hem zelf niet wil”.
Behalve het museum bestaat er een internationale Käthe Kruse Club, die vierduizend leden telt. Het museum heeft ook het voorrecht Käthe-Krusepoppen te mogen verkopen. Dat is maar aan een stuk of vijf winkels in ons land vergund.
”Käthe Kruse Poppenmuseum”, Binnenhaven 25, Den Helder. Openingstijden van do. t/m za. 14.00-17.00 of na afspraak, tel. 02230-16704. (minimaal vier personen) Toegangsprijs: volwassenen ƒ 2,50; kinderen t/m 11 jaar ƒ 2,50. De kleine expositie over het leven van Käthe Kruse is t/m 28 oktober te zien.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1995
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 oktober 1995
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's