Eis voor levenslang oogst applaus
Verdachte J. voor moord op 8-jarig meisje door publiek al veroordeeld
DEN HAAG - Is de 8-jarige Felicita Oostdam vermoord door verdachte H. J. of niet? Voordat de rechtbank over krap twee weken uitspraak doet, is J. door het publiek al veroordeeld. Toen de officier van justitie gisteren bij de rechtbank in Den Haag een levenslange gevangenisstraf tegen hem eiste, klonk er applaus vanaf de tribune.
Er ging een schok door Den Haag toen Felicita Oostdam op 24 november vorig jaar door een tuinder levenloos werd gevonden op het volkstuinencomplex bij de spoordijk in Bezuidenhout. Het meisje was met messteken om het leven gebracht. Haar onderlichaam was ontkleed.
Vriendinnetjes van Felicita zeggen haar die morgen voor schooltijd te hebben gezien achterop de fiets bij een man, gekleed in een donkerblauwe jas. De moeder van een van de meisjes verklaart dat de man reed op een kleine, roze damesfiets. Ook een voorbijganger heeft de man gezien. Hij laat bij de politie een compositietekening maken. De videocamera van een nabijgelegen Esso-station registreert een fietser met achterop een klein persoon. Aan de fiets hangen donker gekleurde fietstassen met een witte streep.
Intussen is de politie in de archieven gedoken en gestuit op de moord op de 7-jarige Maitrie Koeldiep in 1980. Het meisje werd in de Haagse duinen met een snoeischaar van het leven beroofd. De dader, H. J., wordt door de rechtbank veroordeeld tot tbr maar komt binnen een paar jaar vrij omdat zijn broer zegt de moord te hebben gepleegd. Dat blijkt later niet waar te zijn, maar Justitie krijgt J. dan niet meer achter de tralies.
Jas
Politiemannen die gaan kijken bij het huis van de inmiddels 36-jarige Leidschendammer H. J. „schrikken” van de gelijkenis met de opgemaakte compositietekening. De dochter van J. blijkt in het bezit van een roze mountain-bike die haar vader wel eens gebruikt. Het meisje brengt reclamefolders rond en gebruikt daarbij fietstassen met als opdruk witte blokken. Bij zijn aanhouding doet J. moeilijk met een donkerblauwe jas. Hij verhangt ’m en trekt een daaronder hangend veelkleurig jack aan.
De werkloze timmerman J. ontkent de moord op Felicita. Ook tijdens de zitting gisteren bij de Haagse rechtbank beweerde hij bij hoog en bij laag „helemaal niets met de zaak te maken te hebben”. Rechtbankpresidente mr. E. Timmermans hield J. voor dat er toch wel opmerkelijke overeenkomsten waren tussen de moord op Felicita en de moord in 1980 waarvoor J. is veroordeeld. Beide meisjes werden gedood door messteken in de hartstreek, beide waren deels ontkleed maar niet seksueel misbruikt en in de omgeving van beide lichamen werden afgerukte takken gevonden.
In het water bij het volkstuinencomplex is een mes gevonden dat sprekend lijkt op het zakmes dat H. J. in zijn bezit had, maar dat hij eind november was „kwijtgeraakt”. Op het wapen zijn bovendien textielvezels aangetroffen die volgens het gerechtelijk laboratorium mogelijk van twee jassen van J. afkomstig zijn.
Bandopname
Een belangrijke rol tijdens de zitting speelde een bandopname die is gemaakt van een verhoor in december. De rechtbank beluisterde de band gisteren achter gesloten deuren. Tijdens de openbare zitting werden gegevens van die opname besproken, waaruit bleek dat J. vroeger, toen hij in Australië woonde, seksueel is vernederd. Er zouden vrouwen of meisjes zijn geweest die hem als kind hadden gedwongen zich in de bosjes te ontkleden.
Tijdens het verhoor zei J.: „Ik probeer het te verdringen, maar dat lukt niet altijd. Dan gaat het fout. Dan gebeuren er dingen die ik nooit had willen doen. Dingen waarvan ik ook helemaal niet besef dat ik ze gedaan heb. Dan zie ik de beelden. Normaal heb ik niks tegen kinderen, maar als ik die beelden zie, wil ik hen pijn doen, kwetsen”.
J. meent een alibi te hebben omdat hij die morgen bij het kantoor van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid een formulier voor zijn uitkering ging halen. In de agenda van het kind stond op 24 november iets merkwaardigs: „Ome Har”. Die ochtend had Felicita’s moeder nog gewaarschuwd niet met vreemde mannen mee te gaan. Het meisje reageerde verbaasd en zei: „Hoe weet jij dat nou?”
Levensgevaarlijk
Bij bepaling van de hoogte van de te eisen straf heeft officier van justitie mr. M. Schelfhout er rekening mee gehouden dat J. eerder is veroordeeld wegens de moord op een jong meisje. Ze noemde de man „letterlijk levensgevaarlijk” voor de maatschappij.
De advocate van de verdachte mr. G. Later, bepleitte vrijspraak omdat haar cliënt zegt dat hij onschuldig is. Er zou geen enkel deugdelijk bewijs zijn en citaten waaruit hun verband gerukt. De raadsvrouw laakte de procesvoering. Ze wees erop dat de verdachte soms 10,5 uur achter elkaar was verhoord door rechercheurs. Later hekelde het gedrag van de buurtbewoners. „Bij mij is een bommelding binnengekomen. Deze man is al veroordeeld voordat zijn schuld is bewezen”.
Bij aanvang van de zitting werd voor het Paleis van Justitie in Den Haag gedemonstreerd door tientallen vrouwen. Zij hielden een spandoek voor zich met daarop de tekst: „Wij willen worden gehoord, geen derde kindermoord”. De rechtbank doet uitspraak op 6 april.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1995
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1995
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's