De bisschop, het brood en het leven
Bisschop Muskens van Breda heeft met kracht een flinke steen in de vijver gegooid. Iemand die echt arm is, mag van hem een brood uit de winkel pakken. Diefstal is dat niet, want het recht op leven gaat boven het eigendomsrecht, aldus de geestelijke. Nederland schrok. Zo erg kan het toch niet zijn in ons mooie landje? En is stelen niet te allen tijde verkeerd?
Muskens blijft, althans aan de buitenkant, onbewogen onder de commotie die hij heeft veroorzaakt. In zijn ambtswoning te Breda ontvangt hij minzaam alle journalisten die hem wiUen spreken. Koffie schenkt hij zelf in. Rustig formulerend legt hij uit waarom hij zo hard aan de bel heeft getrokken. Uit zijn bisdom, dat afgeontvzoals: “De armoede terug in Middelburg” en “De armoede terug in Bergen op Zoom”. Daaruit blijkt niet alleen dat armoede bestaat, maar ook dat die toeneemt.
Muskens erkent wel dat mensen in Nederland nog niet voor de keuze hoeven te staan tussen verhongeren of brood stelen. Maar ook de relatieve armoede, die wel degelijk bestaat, kan nijpen. Er zijn mensen die hun telefoon, hun krant en hun radio de deur uitdoen omdat ze het geld ervoor niet kunnen missen. Mensen die hun kinderen niet mee kunnen laten doen aan allerlei jeugdactiviteiten omdat alles nu eenmaal geld kost. Zulke dingen doen ook pijn. Het leidt bovendien tot sociale isolatie en het kan aanzetten tot criminaliteit, meent de bisschop.
Een brood stelen ‘mag’ ah een arme in uiterste nood verkeert. Paragraaf 2408 van de Katholieke Katechismus spreekt van een „dwingende noodtoestand” en de „universele bestemming van de aardse goederen”. Maar het stelen van een brood is toch ook een voorbeeld van „wederrechtelijk in bezit nemen”, wat in diezelfde Katechismus veroordeeld wordt?
Muskens: „Als ik uitga van de principes van de rooms-katholieke leer dan heeft “overleven” de voorrang op eigendom. Er is in de pers een misverstand ontstaan als zou ik aangespoord hebben tot stelen. Dat is niet juist.-WD-leider Bolkestein citeerde tegenover mij zelfs Spreuken 6:31, waarin staat dat de hongerige die steelt het gestolene zevenvoudig moet teruggeven. Maar die man moet dan wel iets hébben om terug te geven”.
U zegt: het is geen diefstal?
„Onze Lieve Heer noemt het geen diefstal. De Nederlandse wetgeving staat hier tegenover het roomskatholiek geloof en de roomskatholieke moraal. Voor de wet blijft het stelen als zodanig, ook door iemand die niets meer heeft, een strafbaar feit. Maar als je citaten neemt van Augustinus, Thomas van Aquino en vele anderen, dan geven zij mij gelijk. Het gaat om de rechtvaardige verdeling van goederen, zodat niet de een te veel heeft en ander te weinig krijgt. Dan is het stelen niet een wederrechtelijke diefstal maar het komt je toe, op ond van de universele besteming van de goederen. Op elk gendom rust een sociale hypotheek. U kunt dat allemaal ook lezen in het document “Gaudium et Spes” van het Tweede Vaticaans Concilie”.
Leidt dit niet tot een dubbele moraal: één voor de overheid en één voor de kerk?
„De overheid heeft met de wet te maken. Daar geldt het principe dat eigendom het recht is om op de volstrektste wijze over een goed te beschikken en er het vrije genot van te hebben. Maar in de roomskatholieke leer kun je nooit zeggen dat eigendom absoluut is. Overigens is eigendom ook in het geldende recht niet zo absoluut als het lijkt”.
Het feit blijft wel staan dat door het stelen de eigenaar gedupeerd wordt. „Het gaat er mij natuurlijk niet om een ander in zijn kostwinning I aan te tasten, maar iemand kan zo I arm zijn dat hij niets heeft om van I te leven en daarom bijvoorbeeld j een brood moet stelen. Dat komt zeker voor. In Tilburg en ook elders delen bakkers brood uit aan hen die voor anderen niet willen weten dat zij arm zijn”.
Vindt u dat de overheid in het verleiden meer naar het bedrijfsleven dan naar de kerk heeft geluisterd?
„Ik denk dat na dertig jaar voorthollen in deze maatschappij er nu meer behoefte is aan bezinning. Mensen zijn moe geworden van steeds meer vrijheid, economie en rijkdom. Waarom wordt nu ! gesproken over waarden en normen? God is weer terug in x 4 | i Nederland, hoor je nu. “, -.’’
De kerk heeft altijd een taak gehad in het maatschappelijke leven. De kerk is in de jaren tachtig, toen de Staat het liet afweten, begonnen haar diaconale taak weer te verstaan. Vroeger had de kerk ook haar eigen sociale diensten. Nu ook die eigen organisaties weggevallen { zijn, i s de armoede weer terug. Ik kom als pastor mensen tegen die het moeilijk hebben in de welvaartsmaatschappij. Dat is mijn uitgangspunt. Het gaat helemaal niet goed in de samenleving. En dan zie je dat het Den Haag schort aan corrigerende maatregelen. Ik verwacht overigens echt niet alles van de overheid. Er moet ook particulier initiatief komen. En de kerken moeten op een permanente basis met de sociale diensten gaan samenwerken”.
Wat zijn de concrete verwachtingen ten aanzien van de politiek (andere economische structuur)?
„Ik wil niet te concreet zijn, want ik ben geen specialist. Ik heb de laatste tijd een viertal velden wülen aanwijzen waar mijns inziens de knelpunten liggen. Dat zijn alleenstaande moeders met kinderen, alleenstaande oudere vrouwen met niet meer inkomsten dan de aow, werklozen tussen de 35 en 55 jaar en mensen die langdurig in de bijstand zitten.
Ik zal geen concrete maatregelen noemen, want dan komen er weer tegenvoorbeelden, terwijl het mij juist in brede zin om de velden gaat. Ik signaleer alleen dat er veel armoede én veel rijkdom is. Dan deugt er toch iets niet? De overheid moet uitzoeken hoe dat beter kan worden verdeeld”.
Wat mismoedig voegt hij eraan toe: „Het neoliberale denken in zijn extreme vorm past een christen niet. Maar wat kan een overheid nog doen als de hele wereld eigenlijk door de multinationals wordt geregeerd?”
U spreekt altijd van materiële armoede. Ziet u ook de geestelijke armoede als een probleem?
„Als er niet zo veel geestelijke armoede was, dan was er ook geen materiële armoede. We moeten de armoede als zaak van de gemeenschap zien, waarin iedereen verantwoordelijk is, niet alleen de kerk”.
U keert zich tegen de armoede in de Nederlandse samenleving. Hoe beoordeelt u dan de pracht en praal in veel rooms-katholieke gebouwen? Is uw protest niet ongeloofwaardig?
„In het verleden was de kerk rijk en bedreef zij een enorme handel in goederen. Dat is niet de beste tijd geweest. Maar je kunt niet zeggen dat de kerk nu rijk is. Zij beheert wel veel historische goederen en kunstschatten, maar de mensen van de kerk zijn niet rijk”.
Premier Kok, WD-leider Bolkestein en anderen hébben uw uitspraken afgekeurd. De minister-president zei zelfs dat hij het een belediging vond van armen.
„Dat Bolkestein volhoudt dat ik mensen aanzet tot stelen, neem ik hem zeer kwalijk. Ik heb hem pas negen dagen na die bevoiste uitspraak gesproken. In die dagen heb ik vele malen uitgelegd wat ik bedoelde, maar Bolkestein vdl het gewoon niet horen. We hadden afgesproken dat we twee uur met elkaar zouden spreken. De eerste anderhalf uur ging prima. Toen kwam het thema van de armoede aan de orde. Bolkestein somde vijf bezwaren op tegen mijn zienswijze, stond vervolgens op en ging weg. Misschien heeft hij zich toch wel zwak gevoeld.
Koks reactie kwam heel snel na de eerste berichten in de media. Hij heeft te snel gereageerd, want hij was gewoon niet goed geïnformeerd. Dat hebben we ook wel uitgepraat”.
Wat heeft u tegen de minister-president gezegd?
„Ik heb hem gezegd dat de veramerikanisering van onze samenleving, het heersende neoliberaüsme en vrijemarktdenken de oorzaken zijn van veel problemen. Dat geeft spanning tussen rijken en armen. Mijn actie is niet alleen gericht tegen armoede, maar ook tegen overdreven verrijking. We krijgen een kleine elite in onze maatschappij, een grote middengroep die het goed heeft en daaronder de ‘loosers’. Moeten we die weg opgaan? Ik heb Kok gewezen op het feit dat hij de eerste helft van ‘97 ‘president van Europa’ is. Dan moet hij letten op sociaal beleid, op samenhang in de samenleving”.
Eeri van de verwijten vanuit de politiek in uw richting is geweest dat u de mensen aanzet tot diefstal. Uw woorden zouden demoraliserend werken. Nu is dat niet uw opzet, maar dat neemt niet weg dat een dief zich wel op uw woorden zou kunnen beroepen.
„Er is inderdaad iemand geweest die vier pond vlees weg heeft gepakt en die zich vervolgens beriep op hetgeen ik heb gezegd. Dat is natuurlijk niet wat ik heb bedoeld. Vier pond vlees is iets heel anders dan een brood voor een hongerige. .
Maar het risico dat, men zo met mijn woorden aan de haal gaat, neem ik op de koop toe”.
, Mgr. Muskens is nog maar nauwelijks twee jaar geleden gewijd tot bisschop van Breda. Toch is hij erin geslaagd een van de bekendste rooms-katholieke geestelijken te worden. Het begon eigenlijk afgelopen zomer, op de eerste dag van juni. Muskens en tweeduizend anderen demonstreerden in Den Haag tegen de opkomende armoede in Nederland. Veel zoden aan de dijk zette deze actie niet. Er waren geen politieke partijen, ambtenaren of andere Koogwaardigheidsbekleders om de protesten aan te horen. Laat staan om er wat meé te doen.
Dat veranderde enigszins toen Muskens een interview gaf in het blad Zeggenschap. Daarin stelde hij vrijmoedig vast dat de armen in ons land nog niet arm genoeg zijn. „De nood moet kennelijk nog groter worden. Pas als er nog veel meer mensen niet rond kunnen komen, zal er wellicht een collectieve bewustwording plaatsvinden”, liet hij weten.
Kort daarop kreeg de bisschop het verzoek van journalisten te reageren op de troonrede die koningin Beatrix in september uitsprak. Opnieuw uitte de geestelijke kritiek op het overheersende marktdenken en de groeiende kloof tussen arm en rijk. Premier Kok reageerde toen heel snel. Reeds de volgende dag belde hij Muskens op om een aftpraak te maken. Zij prikten 28 oktober.
Muskens zat intussen niet stil. Hij was ineens een gewild persoon voor vraaggesprekken op radio en televisie. En zo brak het moment aan van het inmiddels beroemde VPRO-interview waarin hij stelde: „Als je zo arm bentdat je niet meer kunt leven, mag je bij de bakker een brood uit de winkel weghalen”.
Ook zei hij „begrip” te hebben voor mensen die zwart bijklussen, puur om te overieven. Sindsdien staat de Bredase bisschop in het middelpunt van de belangstelling. Hij sprak niet alleen met minister-president Kok, maar ook met WD-leider Bolkestein en diens CDA-collega Heerma. Bovendien heeft hij vele, vele journalisten te woord gestaan. Het gesprek met deze krant is het 75e in de reeks.
Toch meent Muskens dat zijn campae om het thema armoede op de publieke agenda te krijgen maar net is geslaagd. Twee keer vreesde hij dat het echt mts zou lopen. De eerste maal was dat het moment dat de recherche hem belde. De geestelijke had juist zijn mening uiteen gezet over het stelen van brood en zwart werken. Maar de politie belde niet om hem een uitbrander te geven wegens aanzetten tót wetsovertreding.
Integendeel, de bellers Weken het van harte met hem eens te zijn.
De tweede keer dat Muskens vreesde voor het welslagen van zijn strijd tegen armoede was de dag dat een afvaardiging van directeuren van sociale diensten bij hem op de stoep stond. De kritiek van de bisschop op de zijns inziens al te totasieloze uitvoering van de bijstandswet was de directeuren in het verkeerde keelgat geschoten. Het kostte Muskens desondanks niet veel moeite om hen ervan te overtuigen dat de sociale diensten Juist winst konden boeken met zijn uitspraken en dat zij daarom moesten afzien van een tegenoffensief
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 30 december 1996
Reformatorisch Dagblad | 55 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 30 december 1996
Reformatorisch Dagblad | 55 Pagina's