De laatste van de puriteinen
Iain Murray beschrijft Spurgeon als orthodox protestant
Nog altijd worden de preken van Charles Haddon Spurgeon gelezen. Wereldwijd is er een toenemende belangstelling merkbaar voor de gereformeerde leer. Gereformeerde en puriteinse geschriften worden op grote schaal verspreid. Spuieon is wel eens de laatste van de puriteinen genoemd. Was hij echter wel een overdacht getuige en belijder van de gereformeerde leer? Daarover wordt verschillend gedacht.
Aan het begin van de jaren zestig schreef Iain Murray een boekje over Spurgeon met als titel “The forgotten Spurgeon” (De vergeten Spurgeon). Hij keerde zich in dit boekje tegen de gedachte dat voor Spurgeon de leer niet van belang was. Hij laat zien dat Spurgeon met hart en ziel een orthodoxe protestant was. Met alle kracht die in hem was, heeft Spurgeon zich gekeerd tegen de kritiek op de Heilige Schrift. Heel in het bijzonder heeft het hem verontrust dat christenen die beweerden het bijbelse erfgoed te willen bewaren, de leer van de eeuwige rampzaligheid ontkenden.
Alhoewel Spurgeon ervan overtuigd was dat er ware christenen zijn die geen helder zicht hebben op de leer van Gods verkiezend welbehagen, was hij zelf deze leer van harte toegedaan. Hij wist zich volledig eensgeestes met de leer van vrije genade zoals die in onze Dordtse Leerregels wordt beleden. Met vrijmoedigheid kwam hij voor zijn calvinistische overtuiging uit. Bij zijn leven werden er echter van bepaalde zijde vragen gezet bij Spurgeons calvinisme. Naar aanleiding van deze materie heeft Iain Murray na ruim dertig jaar een tweede boekje aan Spurgeon gewijd met de titel “Spurgeon versus hyperCalvinism” (Spurgeon tegen het hypercal vinisme).
Leerstellig
Als jong predikant werd Spurgeon in het blad “The Earthly Vessel” aangevallen door James Wells. Deze had zeer ernstige bezwaren tegen hem, omdat hij onbekeerden opriep zich tot God te bekeren en in Jezus Christus te geloven. Volgens Wells was dit in strijd met het echtp, bijbelse calvinisme. Het geloof was geen plicht, maar een gave Gods.
De redacteur van “The Earthly Vessel” was een zekere Charles Waters Banks. Leerstellig was Banks het met Wells eens, hij kon echter niet meegaan met diens felle veroordeling van Spurgeon. Hij schreef onder andere: „Hoewel we in zijn preken uitdrukkingen zijn tegengekomen waar we geen raad mee weten, hebben we toch ook die dingen gevonden die krachtige bewijzen zijn van de inwoning van het leven en de hefde van de drie-enige God in het hart van de prediker”.
In “Spurgeon versus hyper-Calvinism” gaat Murray in op de wortels van het hypercalvinisme. Dit type prediking ontstond aan het begin van de achttiende eeuw. Het maakt een onbijbelse tegensteUing tussen het geloof als gave Gods en het geloof als bevel Gods. Murray laat zien dat niet de prediking van Spurgeon, maar die van het hypercalvinisme een afwijking is van het authentieke calvinisme zoals dat in de gereformeerde is verwoord. belijdenisgeschriften
Aangenaam
In de Dordtse Leerregels wordt gesteld: „JDoch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die worden emstiglijk geroepen. Want God betoont emstiglijk en waarachtiglijk in Zijn Woord, wat Hem aangenaam is; namelijk, dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met emst allen die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven”.
In Engeland heeft het hypercalvi nisme met name in de kringen van gereformeerde baptisten ingang gevonden. Volgens het hypercalvinisme mogen mensen niet worden aangespoord te geloven dat de beloften van Christus ook hun toekomen voordat de Heilige Geest een zaligmakend werk in hun hart is begonnen, dat wil zeggen dat een zondaar eerst moet weten dat hij levend is gemaakt voordat hij tot Christus mag vluchten.
Spurgeon verwierp een dergelijke beperking van de nodiging van het Evangelie. Hij wist zich hierin door Calvijn en de puriteinen gesteund. Zo schreef de grote Engelse theoloog John Owen: „Zondaren wordt niet gevraagd zich er eerst van te verzekeren dat zij wederomgeboren zijn en pas daama in geloof tot Christus te vluchten, maar zi j ’ zijn allereerst geroepen te geloven dat hun vergeving van zonden wordt aangebodpn in het bloed van Christus (...) Evenmin is het allereerst de phcht van mensen zich af te vragen of zij geloof hebben of niet, maar zij worden ertoe opgeroepen daadwerkelijk te geloven. Het geloof in zijn werkingen bewijst zichzelf’.
Mismoedig
Spurgeon zelf betuigde: „Ik geloof dat de tendens van de prediking die de grond van het geloof niet uitsluitend in het bevel tot geloof legt, de waarachtige berouwvolle zondaar mismoedig maakt en de huichelaar troost. Dé tendens ervan is dat hij de arme ziel, die werkelijk berouw over zijn zonde heeft, doet gevoelen dat hij niet in Christus moet geloven, omdat hij zoveel van de hardheid van zijn hart ziet. Des te geestelijker een mens is, des te ongeestelijker ziet hij zichzelf’.
Hij deed geen moeite de soevereiniteit van God aan de ene kant en de algemene nodiging om tot Christus te komen aan de andere kant met elkaar in overeenstemming te brengen. Hij zei: „Ik aanbid een God Die al mijn verstand te boven gaat”. Met evenveel kracht beleed hij dat God in Zijn welbehagen de zaligheid van de uitverkorenen bedoelt en in de nodiging van het Evangelie het heil van iedere zondaar die het Evangelie hoort. Spits merkt hij op dat sommige Schriftuitleggers de tekst “De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen” net zolang verklaren totdat er lijkt te staan dat God niet wil ciat alle mensen tot bekering komen.
Bedoeling
Murray heeft het boekje over Spurgeon en het hypercalvinisme niet zonder bedoeling geschreven. Nog altijd leeft het hypercalvinisme onder een deel van de Engelse baptisten. Maar met het schnjven van dit boekje had hij hen niet in de eerste plaats op het oog. Hij wijst erop dat de toenemende belangstelling voor de leer van vrije genade in de Engelssprekende wereld niet ge paard is gegaan met een bewogen prediking van het heil dat voor de zondaar in Christus te vinden is.
Theoretisch wordt wel beleden dat God de zondaar beveelt tot Christus te vluchten, maar in de praktijk wordt de drang om zielen tot de Heere Jezus te leiden in de prediking gemist. Juist in zijn bewogenheid met zielen kan de prediking van Spurgeon ons tot een voorbeeld zijn. Spurgeon mocht daarin lijken op zijn grote Meester, Die de schare ziende, innerlijk met ontferming werd bewogen. Een waarachtige prediker van het Evangelie moet zelf door de liefde van Christus gedrongen worden. Nodigingen tot Christus te komen die zonder liefde gepredikt worden, zijn feitelijk helemaal geen nodigingen.
Angelsaksen
Murray heeft dit boekje over Spurgeon met het oog op de situatie in de Angelsaksische wereld geschreven. Ook ons Nederlanders heeft het wat te zeggen. Met name sinds de negentiende eeuw heeft ook in Nederland het hypercalvinisme wijde ingang gevonden in het Nederlandse calvinisme. Tot op de dag van vandaag wordt het onder ons gevonden. Evenals dat in Engeland het geval is, zijn er meerderen die theoretisch het hypercalvinisme niet belijden, maar in de praktijk krijgt het feit dat elke zondaar die het Evangelie hoort tot Christus mag vluchten, niet de plaats die het toekomt.
Al te veel blijft men staan bij een wens. In de prediking wordt niet gehoord: „Zondaar, wie u ook bent, u bent welkom bij Christus. Zijn hart is vol van liefde om zondaren te ontvangen. Als u tot Hem komt, ontvangt u vergeving van al uw zonden”.
Remonstrantisme
Er lijkt ook onder ons een angst te bestaan om het Evangelie zonder enige reserve te prediken. Juist de prediking waarin allen opgeroepen worden met hun zonden te breken en in Christus te geloven, is het middel dat de drie-enige God gebruikt om Zijn Raad te vervullend Hoe veelzeggend is dat in Johannes 6 vers 37 op de woorden: „A1 wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen” de nodiging volgt: „ 3n die tot Mij komt, zal De geenszins uitwerpen”..
De Heere geve dat in ons vaderland en daarbuiten de volle Raad Gods alom verkondigd mag worden. Dan wordt zowel de klip van het remonstrantisme als die van het hypercalvinisme vermeden. Waar het Evangelie in betoning des Geestes en der kracht wordt verkondigd, mogen we vrucht, ja rijke vrucht verwachten. Wie zou daar niet naar uitzien?
N.a.v. “Spurgeon versus hyper-Calvinism” (The Battle for Gospel Preaching); uitg. Banner of Truth, 166 biz.; f 2,95.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 1996
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 1996
Reformatorisch Dagblad | 32 Pagina's