Een organiste en beiaardier aan de knoppen
Mevrouw Van Viegen: „Registreren is belangrijk werk, maar ik zag het nooit ais vak
Jarenlang stond Ria haar man, de in 1988 overleden organist Stoffel van Viegen, bij. Registreren is belangrijk werk. Het echtpaar bereidde de concerten tot in de puntjes voor. Die keer dat het mis ging, werd het probleem al spelende opgelost.
„Maar waarom de registrant?!” Er klinkt diepe verbazing door in de stem van mevrouw Van Viegen als ze hoort van het plan om op de muziekpagina van het RD een aantal registranten voor het voetlicht te halen. Jarenlang registreerde ze bij de concerten van haar man. Stoffel van Viegen, die organist in de Domkerk te Utrecht was. In die tijd stond hij natuurlijk regelmatig in de belangstelling van de media. Blijkbaar kan ze zich dat bij een organist goed voorstellen, maar niet als het over een registrant gaat. Zou ze het registreren iets minderwaardigs vinden?
„Nou, minderwaardig... Ik vind het zo onbelangrijk. Registranten hebben geen gezicht. Ik vraag me ook af of alle organisten zo’n vaste satelliet hebben. Ik weet het niet. Omdat ik met Stoffel getrouwd was, vond ik het volstrekt vanzelfsprekend dat ik registreerde bij zijn concerten. Voor mijn man gaf dat een heel safe gevoel. De registrant moet er tenslotte voor zorgen dat de organist zich goed voelt. Je moet het zo gemakkelijk mogelijk voor hem maken. Daarom is het toch wel erg belangrijk wat je doet. De boel kan aardig in de war raken als je een fout maakt. Ik heb het echter nooit als een vak gezien”.
Kunst afkijken
Geen vak dus, maar het woord hobbyisme vindt mevrouw Van Viegen toch ook niet helemaal op z’n plaats. „Als ik niet kon registreren, of als er twee registranten nodig waren, had mijn man vaak studenten van het conservatorium. Die leren op zo’n manier natuurlijk wel registreren of kunnen stiekem de kunst afkijken. Hoe doet hij dat, dan kan ik dat later in mijn carrière misschien wel een keer gebruiken”. Stoffel van Viegen was, in de woorden van zijn vrouw, een ontzettend nauwkeurige voorbereider. Hij ergerde zich vreselijk aan organisten die ‘s avonds om zes uur in de Domkerk te Utrecht verschenen, als ze daar even later een concert moesten geven. Zelf deed hij dat anders. De Domconcerten’ op zijn orgel werden in de loop van de week voorbereid. Met de concerten buiten Utrecht was dat moeilijker, maar hij vond toch dat je zo’n orgel vooraf moest bekijken. Dus reisde hij meestal een dag eerder naar de betreffende plaats om alles voor te bereiden. Op de dag van het concert zelf waren organist en registrant ‘s middags al weer vroeg in de kerk.
„Een registrant heeft dan natuurlijk een belangrijke taak. Vaak moest ik een bepaald gedeelte spelen, zodat mijn man beneden kon gaan luisteren hoe het klonk. De ene mixtuur is nu eenmaal de andere niet. Bovendien klinkt een leuke uitko mende stem boven op het orgel heel anders dan beneden in de kerk. We schreven de volledige registratie op grote vellen papier. Die vellen werden doormidden gescheurd: het ene gedeelte voor de rechter registers, het andere voor de linker. In de boeken stonden letters, die terug te vinden waren op die vellen papier. Als de registratie rond was, was voor mijn man het concert klaar. Het spelen vond hij dan alleen nog een groot plezier. We konden dus voor het concert rustig de stad in om een kop koffie te drinken en een uitsmijter te eten”.
Lankmoedig mens
In die sfeer paste geen stress. Ook tijdens het concert bleef Stoffel van Viegen een lankmoedig mens. Natuurlijk kon er wel eens wat fout gaan. De organist moet er op kunnen vertrouwen dat, wanneer hij naar het derde klavier overgaat, daar inderdaad de zachte registratie klaar staat die hij verwacht. Op het moment dat daar een ’ forse fagot gaat spreken, is er toch een ernstig probleem.
Mevrouw Van Viegen: „Ik herinner me dat er één keer zoiets gebeurd is. Gelukkig niet bij mij. We registreerden toen met z’n tweeën. Maar ook dan raakte mijn man niet in paniek. Al spelende kon hij in zo’n geval voorschrijven hoe het probleem moest worden opgelost: „Straks bij die maat 31 weg en 33 erbij...”.
Uit dit voorbeeld blijkt niet alleen het verdraagzame karakter van Stoffel van Viegen; het is ook tekenend voor zijn fotografische geheugen. Bij al zijn concerten stond de muziek op de lessenaar. Zijn vrouw heeft al die jaren zeer correct omgeslagen, maar eigenlijk was het niet nodig. „Hij kon hier op de bank naar muziek zitten luisteren en dan zeggen: „Dat staat op bladzijde drie bovenaan”. Soms zei hij, als hij orgelmuziek hoorde: „Nu omslaan””.
Twee bladzijden
Eén keer liet het fotografisch geheugen Stoffel van Viegen in de steek. Van Viegen en zijn vrouw gaven een concert in de Domkerk. Het hoofdorgel was op dat moment in restauratie. Beiden bespeelden een klein orgeltje en ieder had een omslaander. Vlak voor het concert had Van Viegen iemand uit het publiek gevraagd om de bladzijden van zijn muziek om te slaan.
Dit ging goed tot er op een bepaald moment twee bladzijden tegelijk werden omgeslagen. Van Viegen speelde door alsof er niets aan de hand was, maar intussen sloeg hij wel die twee bladzijden over. Dat accordeerde dus niet meer met het andere orgel. Zijn vrouw herinnert zich: „Hij speelde gewoon verder alsof er niets aan de hand was en wilde zo de boel redden. Ik ben maar gestopt. Dat kan je gebeuren met iemand die naast je staat te trillen”. Volgens eigen zeggen heeft mevrouw Van Viegen niet veel invloed gehad op de registratiekeuzen van haar man. Toen ze elkaar leerden kennen, was hij al een gevestigd organist. „Ik vond zijn visie op registreren die hij door jarenlange ervaring had ontwikkeld, gewoon vanzelfsprekend”.
Batalla Imperial
Mevrouw Van Viegen had soms wel enige inspraak in de samenstelling van de programma’s. „Mijn man zocht altijd naar een mooie afwisseling en naar een bepaalde opbouw binnen het programma, bijvoorbeeld in volgorde van de tijd van ontstaan. Als we dat bespraken, had hij meestal het programma al in zijn hoofd zitten. Hij had soms de gewoonte op kleinere orgels regelmatig eenzelfde opening te spelen. Dat was een Batalla Imperial van zo’n Spanjaard. Dat vond hij blijkbaar een leuke intro, maar ik zei wel eens dat hij dat stuk al zo vaak had gespeeld”. Het zal niet vaak voorkomen dat een organist een registrant met een volledige conservatoriumopleiding naast zich heeft. Bij Stoffel van Viegen was dat wel het geval. Mevrouw Van Viegen behaalde bij Anthon van der Horst aan het Amsterdams Conservatorium haar solistendiploma orgel. „Tijdens het examen werd je alleen in een kamer opgesloten. Ik kreeg een stuk papier en een thema en moest uit het blote hoofd een fuga maken”. Ze weet dus waar ze over praat als het om orgelmuziek gaat.
Beiaardier
Haar huwelijk met de gevestigde organist Van Viegen betekende echter dat haar eigen orgelcarrière al doodbloedde voor die eigenlijk begonnen was. Ze had nog niet gesolliciteerd naar een organistenfunctie. Wel had mevrouw Van Viegen een aantal fi:ncties als beiaardier. Dat bleef haar eigen terrein, los van de orgelactiviteiten van haar man.
„Jarenlang heb ik elke zomer van Dokkum tot Maastricht concerten gegeven. De concerten en het verzorgen van de speelwerken gaven natuurlijk een hoop werk. Je moest de banden voorbereiden, muziek uitzoeken, harmoniseren, op het laatst uitprikken op plastic banden. Alles bij elkaar was dat een heel karwei. Ik kon daardoor niet altijd de concerten van mijn man registreren. Op alle feestdagen (nationale feestdagen, Pasen, Kerst, enzovoorts) zat ik in de trein naar weet ik waar en mijn man was in de Utrechtse Dom. Na de dood van mijn man heb ik mij daarom ook niet meer willen binden aan een of andere functie. Ik speelde hier in de buurt nog wel eens in een klooster en in het kerkje op Rijsenburg, maar ik wil geen vaste betrekking. Ik heb daar tegenzin tegen gekregen”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1996
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1996
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's