Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beza is een eigen weg gegaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beza is een eigen weg gegaan

Op één wezenlijk punt bekritiseert dr. Van Sliedregt Dordtse Leerregels

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

LEIDEN - Ds. C. van Sliedregt, hervormd predikant te Nunspeet, verdedigde op 30 mei aan de theologische faculteit van de Universiteit Utrecht zijn proefschrift over Calvijns opvolger Theodorus Beza, diens verkiezingsleer en diens belijdenis van de drie-enige God. Het was bekend dat onze collega zich al jarenlang intensief met deze stof bezighield, met de bedoeling daarmee nog eens de doctorstitel te verwerven. Dat is hem nu gelukt en ook wij willen hem daarmee van harte feliciteren.

De lange tijd van voorbereiding heeft er het hare toe bijgedragen dat wij van een rijpe vrucht kunnen spreken. Er is veel studie maar ook bezinning aan voorafgegaan. De zaken die in het proefschrift aan de orde komen, zijn goed doordacht. Van Sliedregt formuleert behoedzaam en voorzichtig. Hij is zich kennelijk bewust geweest van het delicate van het onderwerp. Er is al zo veel geschreven over de Goddelijke predestinatie, verkiezing en verwerping en lang niet altijd heeft men daarin het rechte spoor weten te houden.

Pas op de laatste bladzijden van zijn boek -dat door Groen te Leiden voornaam is uitgegeven, kloek van formaat en in een keurige band- komt Van Sliedregt met zijn eigen mening omtrent de materie die hij heeft behandeld, met name de leer van een dubbele predestinatie, voor de dag. In de meer dan driehonderd bladzijden daaraan voorafgaande volstaat hij met een indringende en scherpzinnige analyse van hetgeen hij bij Beza heeft gevonden. Bij de beoordeling zal, dunkt mij, zowel het een als het ander in rekening moeten worden gebracht.

Kritische vragen

Voor het eerste, dus overgrote, deel heb ik heel veel lof; bij Van Sliedregts eigen mening, met name aan het eind van zijn boek, waag ik een aantal kritische vragen te stellen.

Het valt, zeker na het lezen van deze studie, niet te ontkennen dat Beza, Calvijns collega en opvolger te Geneve, ten aanzien van de leer der predestinatie een paar stappen verder is gegaan dan zijn vriend en leermeester Calvijn. Van Sliedregt toont het met de stukken aan. Niet dat er tussen beiden een wezenlijk verschil zou hebben bestaan. Maar Beza trok logische consequenties en systematiseerde meer.

Aan het verschil tussen Calvijn en Beza ten aanzien van het behandelde onderwerp en de gevolgen daarvan voor onder andere prediking en zielzorg, wordt in deze studie veel aandacht besteed. Dat ligt ook in de lijn van de titel van het proefschrift. Calvijn is nooit zo schematisch te werk gegaan als zijn opvolger. Bij hem vallen ook niet, zoals bij Beza, verkiezing en verbond samen, zodat alleen de uitverkorenen delen in de weldaden van het genadeverbond. Bij Calvijn vindt men ook niet zulk een aparte aandacht voor de verwerping van eeuwigheid als bij Beza. Beza is een eigen weg gegaan (blz. 307).

Pastorale benadering

Toch bepleit Van Sliedregt, terecht, een evenwichtige beoordeling van Beza’s denken en doen (blz. 230). Beza is niet alleen maar de man van de predestinatie. In bepaalde geschriften die hij naliet en in zijn preken treedt de predestinatie, hoewel zij medebepalend is voor de inhoud, toch meer naar de achtergrond (blz. 224). Beza’s prediking was niet geheel door de predestinatie beheerst (blz. 262). Hij kon het Evangelie allen zonder onderscheid verkondigen. En wij vinden in zijn prediking een bewogen pastorale benadering (blz. 281). Er zijn bij Beza ook andere accenten dan alleen dat ene van de predestinatie. Hij benaderde de gemeente vanuit de verkiezing en niet vanuit de verwerping. En toch wil Van Sliedregt niet spreken van een zekere „tweesporigheid” bij Beza. Daarvoor is bij hem de leer van de predestinatie toch te sterk.

Vooral door zijn Tabula van 1555 heeft Beza nogal naam gemaakt als predestinatiaans theoloog. De Tabula bevat een schema waarin door Beza de hele christelijke geloofsleer in kaart is gebracht. De predestinatie staat aan het begin en de predestinatie staat aan het eind. Verkiezing en verwerping van eeuwigheid zijn in begin en uitwerking parallel naast elkaar gezet; de zaak is geheel symmetrisch uitgewerkt. Er is al meer dan eens, en nu ook door Van Sliedregt, opgemerkt dat men zoiets bij Augustinus en Calvijn niet tegenkomt. Hij had er aan toe kunnen voegen: en evenmin in de Dordtse Leerregels, want die zeggen dat over verkiezing en verwerping „niet op gelijke wijze” gesproken mag worden. Zou wellicht op dit punt Beza’s ongetwijfeld sterke neiging tot systematiseren, aangewakkerd door de aanvallen die op Calvijns predestinatieleer werden gedaan, hem parten hebben gespeeld?

Respectvol

Wellicht moeten wij op rekening van aanleg en begaafdheid meer zetten dan op de zogenaamde aristotelische vorming die Beza (en anderen in die tijd) had ondergaan. Het ging hem niet om filosofie maar om theologie. Laat het duidelijk zijn: wij kunnen te ver gaan in onze dogmatische systematiek!

En hiermee kom ik tegelijk tot het tweede deel van mijn bespreking, Van Sliedregts eigen mening. Zijn kritiek op Beza kan ik voor een goed deel onderschrijven. Temeer omdat zij respectvol is. Ook in mijn ogen blijft Beza, bij alles waarin wij niet met hem kunnen meegaan, een groot hervormer, een man van grote geleerdheid en diepe godsvrucht.

Maar Van Sliedregt gaat aan het einde van zijn proefschrift in zijn kritiek nog een paar stappen verder. En hier heb ik dan mijn vragen.

Van Sliedregt zelf stelt de kritische vraag: „Is het wel bijbels om te zeggen: Wie de verkiezing belijdt, moet ook de keerzijde (verwerping) belijden?” Hij vindt deze redenering rationeel logisch. In plaats van over „verwerping” wil hij liever spreken over een „voorbijgaan". Duidelijk is dat hij moeite heeft met de leer van de dubbele predestinatie en op grond daarvan een heroriëntering op het bijbels getuigenis aangaande de verkiezing bepleit. Dat hiermee ook de Dordtse Leerre gels in het gedrang komen, waarin beleden wordt dat er een „besluit van verkiezing en verwerping” is (1.6), is duidelijk.

Wat dit laatste betreft, men zal, om de zaak binnen de juiste proporties te houden, in aanmerking moeten nemen dat door Van Sliedregt alleen op dit ene punt de Dordtse Leerregels worden bekritiseerd. Overigens, het is wel een zeer wezenlijk punt.

Louter logisch

Maar is het wel waar, zo vraag ik, dat de leer van een dubbele predestinatie onbijbels is? Is het spreken over een Goddelijk besluit dat verkiezing én verwerping omvat louter logisch, of, nog erger, rationalistisch? Is er ook in de Dordtse Leerregels sprake van een te ver gaande systematiek?

Het zij Van Sliedregt volledig toegegeven dat er een grens is en dat die grens gemakkelijk overschreden wordt. Maar dat wil toch niet zeggen dat wij in ons dogmatiseren ooit van enige logische conclusies kunnen afzien. Dat kan ook Van Sliedregt zelf niet.

Als door de apostel Paulus gezegd wordt dat God de Zijnen in Christus voor de grondlegging der wereld heeft uitverkoren (Efeze 1: 4), houdt dat dan niet vanzelfsprekend in dat Hij de anderen ook van voor de grondlegging der wereld met verkoren heeft? En wat is dat anders dan verworpen? Van Shedregt wil spreken van een „voorbijgaan". Akkoord, op zich is tegen deze uitdrukking niets in te brengen, maar als dit voorbijgaan niet teruggaat op wat God „voor de grondlegging der wereld” besloten heeft, waar gaat het dan op terug? Toch niet op ‘s mensen vrije keuze en werk? Dat laatste wordt ook door Van Sliedregt afgewezen.

Voorzichtigheid

Ik kan niet inzien hoe men nog zinvol spreken kan van vrije en soevereine genade als men de leer van de dubbele predestinatie afwijst. Bc ontken dat zij onbijbels zou zijn. Al wordt in de Schrift niet naar de letter gezegd dat er een eeuwig besluit van verwerping is, er zijn genoeg gegevens in haar te vinden, om haar te handhaven.

Dat wil niet zeggen -en daarin val len wij Van Sliedregt bij- dat verkiezing en verwerping zomaar naast elkaar gezet kunnen worden, en nog minder dat de verwerping de verkiezing en de prediking van het Evangelie zou mogen overschaduwen. Maar dat vindt men ook in de Dordtse Leerregels niet. Integendeel, zij vermanen nadrukkelijk niet anders dan met grote voorzichtigheid hierover te spreken en altijd rekening te houden met ‘s mensen verantwoordelijkheid en schuld.

Het boek van Van Sliedregt is ons veel waard, maar het zou ons nóg meer waard zijn geweest als de schrijver aan het einde van zijn verhaal in zijn kritiek had halt gehouden voor de Dordtse Leerregels, die niet zomaar een „boekje” vormen, maar een belijdenisgeschrift van de kerk.

N.a.v. “Calvijns opvolger Theodorus Beza; zijn verkiezingsleer en zijn belijdenis van de drieënige God", door C. van Sliedregt,- uitg. Groen, Leiden, 1996,416 blz.,-ƒ 42,50.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1996

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Beza is een eigen weg gegaan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 juli 1996

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's