Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De brieven van ds. Blaak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De brieven van ds. Blaak

Voorgangers in de noodkerk van Bergambacht

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wat ik u nog schrijf van mijn doorleven, daar bent u zeker gepaster en verootmoedigder in geleerd”. Ds. W. H. Blaak schreef deze woorden aan de Bergambachtse voorganger C. van der Graaf. Deze bewaarde de brieven die hij kreeg zorgvuldig. Een aantal geeft een rijk getuigenis van de gemeenschap der heiligen, die dwars door kerkmuren ging. In het boek “Voorgangers in de noodkerk” verschenen de brieven in druk.

Twintig jaar geleden verscheen het boekje “De vereniging van Uitgetredenen uit de Ned. Herv. Kerk 1916 1976”. L. Boon vertelde in deze uitgave de geschiedenis van de gemeente in Bergambacht waarvan hij een tijdlang voorganger was. Als aanvulling op dit historische verhaal verscheen dit jaar “Voorgangers in de noodkerk”, van de hand van H. Florijn en J. P. Neven.

De opzet van het boek is redelijk uniek. De basis wordt namelijk gevormd door een aantal brieven gericht aan de eerste voorganger van de Bergambachtse gemeente, Cornells van der Graaf De epistels zijn geschreven door predikanten en oefenaars uit verschillende kerkverbanden en vrije gemeenten. Van der Graaf schreef hen aan om in Bergambacht voor te gaan. Zo ontstond een uitvoerige correspondentie, waarin niet alleen zakelijke mededelingen te vinden zijn.

Ds. Keek

Het eerste hoofdstuk van het boek behandelt het ontstaan van de Bergambachtse gemeente. De hervormde predikant ds. D. Th. Keek weigerde toestemming te geven om Bergambachtse kinderen elders te laten dopen. Hun ouders wensten een vrijzinnige prediking in plaats van die van ds. Keek. Na een procedure van een jaar werd de predikant, samen mét drie ouderlingen en twee diakenen, uit het ambt ontzet. Ds. Keek ging nog drie jaar voor in Bergambacht, eerst in de christelijke school, later in een houten noodgebouw.

In 1920 besloot ds. Keek een aanvraag in te dienen om hersteld te worden in de volle rechten van predikant in de Hervormde Kerk. In een verantwoording schreef de predikant dat hij in zijn verlaten van de kerk te veel de mensen volgde voor wie hij hoogachting had en te weinig acht gaf op Gods Woord. Daarin lees ik, zo schreef ds. Keek, geen bevel of toelating om de kerk, hoe verdorven ook, te verlaten,

Ledeboeriaans

Een van de ouderlingen die met hem waren afgezet, C. van der Graaf, probeerde zijn vroegere herder en leraar te weerhouden van terugkeer tot de Hervormde Kerk. Het lukt niet. Vanaf die, tijd begon Van der Graaf sprekers uit te nodigen in de houten noodkerk. Als er geen voorganger was, las hij zelf een preek.

Van der Graaf hield vast aan een ledeboeriaans kerkelijk standpunt. In een brief aan de vrije predikant ds. G. van der Garde gaf hij toe dat de kerkelijke toestand in Bergambacht onordelijk was, „maar, vriend, waar blijven wij met de breuk der Kerk? ...De één zegt: Bij ons moet ge zijn, en een ander zegt: Bij ons moet men wezen. Maar men hoort niet: Wij zijn het kwijt”.

In de Bergambachtse samenkomsten werd het avondmaal niet gevierd. De kerk zit in Babel en daar hebben zij geen feest te houden, vond Van der Graaf Florijn en Neven plaatsen in een slotbeschouwing over de gemeente een kritische kanttekening bij dit standpunt, evenals bij het ontbreken van de ambten in de noodkerk. Het is goed dat zij de belijdenis als maatstaf nemen. Zelfstandige gemeenten hebben soms de neiging om aan de persoonlijke overtuiging van een voorganger onevenredig gewicht toe te kennen.

Meerwaarde

De hoofdstukken van het boek zijn gegroepeerd rond de personen van wie Van der Graaf brieven kreeg. Het betreft 21 predikanten en oefenaars. Onder hen zijn bekende predikanten zoals D. J. van Brummen, C. de Jonge en W. C. Lamain, maar ook minder bekende oefenaars zoals G. Fransen en A. Ch. J. Schepper.

De brieven worden ingekaderd door de levensgeschiedenis van de voorgangers in Bergambacht. Het betreft vaak (uitvoerige) citaten uit reeds bekende briografieën. Op dit punt biedt het boek niet zo veel nieuws. Het laat wel zien hoe vrije predikanten soms van het ene naar het andere kerkverband zwierven. Persoonlijke overtuiging liet nogal eens een teleurgestelde gemeente achter. In andere gevallen bleek de drang om te preken sterker dan de begeerte om een ordelijke weg te bewandelen.

De toonzetting van de brieven is zeer verscheiden. De brieven van ds. J. Fraanje uit Barneveld tellen vier, vijf regels. De epistels van ds. L. Boone bevatten steevast korte maar krachtige lessen. „Stel een tederen consciëntie op hoge prijs. Sta verre van alle zonden. Verbreek de band van de kinderlijke vreze niet”. Zulke vermaningen geven het boek een meerwaarde. De woorden van ds. J. J. Otte hebben, vijfenzeventig jaar na dato, nog weinig aan zeggingskracht ingeboet. „Een wenend Sion krijgt te maken met een juichende godsdienst zonder God en zonder schuld”, schreef de predikant van een vrije gemeente in Rotterdam.

Van 1924 tot 1931 leidde oefenaar A. Ch. J. Schepper bijna de helft van de diensten in Bergambacht. De openhartige brieven geven op ontroerende wijze blijk van de zielenworstelingen van de voorganger uit Amerongen. „Dan veroordeling, dan hope, dan bescherming, even vernedering en vertedering en dan, o Cornells, daarop weer zo neerslachtig”, schreef hij aan zijn vriend in Bergambacht.

Zachtmoedig

Het boek geeft een boeiende impressie van een stuk kerkelijk leven dat zich buiten enig kerkverband voltrok. We leren Van der Graaf kennen als een voorganger voor wie een bevindelijke prediking de kerkmuren verre overtrof. De oudere generatie in Bergambacht kent hem nog als een zachtmoedig man, die strijd vermeed en zichzelf op de achtergrond plaatste. „Wat ik u nog schrijf van mijn doorleven, daar bent u zeker gepaster en verootmoedigder in geleerd”, schreef ds. W. H. Blaak. „U komt het meer met gewicht uit te leven en u bent gepaster in het spreken en in het zwijgen”, voegde hij daaraan toe. Het zal de reden zijn waarom vele predikanten graag in Bergambacht preekten.

N.a.v. “Voorgangers in de noodkerk”, door H. Florijn en J. P. Neven; uitg. De Groot Goudriaan, Kampen, 1997; ISBN 90 6140 519x; 216 blz.; ƒ 39,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1997

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

De brieven van ds. Blaak

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1997

Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's