Spurgeon schrijft over het kruis
Selecteren van beperkt aantal preken heeft iets riskants
„In al zijn preken heeft Spurgeon het over de verzoening van de zonde”, schrijft Marten Visser in zijn voorwoord op “Het kruis”. Het boek bevat zeven nieuw vertaalde preken van de prins der predikers. Visser onderstreept de door de auteur uitgestalde dierbaarheid van Christus in Zijn lijden.
„Wij hoeven geen prestatie voor God neer te leggen. Hij heeft zelf voorzien. Hij heeft het offerlam voor ons gegeven. Wij mogen dat offer dankbaar aannemen”, zo brengt de inleider naar voren. Spurgeon laat zien dat „Christus’ lijden geheel en al om onzentwil was. Hij koppelt daar een vraag aan vast: als Christus dat allemaal voor ons gedaan heeft, wat willen wij dan voor Hem doen? Hij heeft Zijn leven voor ons gegeven. Laten wij daarom ons leven aan Hem geven”. Over de vraag wie deze Visser is, laat de uitgave ons in het ongewisse. Was het nodig om er nog ‘een schepje bovenop’ te doen?
Inhoud
Het boek begint met een preek over Klaagliederen 1 vers 12. Spurgeon past de passage „Gaat het ulieden niet aan, gij allen, die over de weg gaat? Schouwt het aan en ziet, of er een smart zij, gelijk mijn smart” toe op Christus. Uitvoerig schildert de prediker aan de hand van de Schrift de diepte en de ernst van het lijden van de Heere Jezus. Hij vraagt een persoonlijke beslissing: „Wilt u Christus wel of niet?”
In de preek over Matthéüs 27 luidt het: „Ik ben bang dat sommigen niet voor Christus hebben gekozen, maar welke keus maakte u dan?... Veel mensen doen door hun keus voor een bepaalde zaak in het leven precies hetzelfde als wat de mensen deden die Barabbas in plaats van Jezus kozen”.
De verhandeling over 1 Korinthe 5 vers 7b betreft „het Pascha voor ons geslacht, namelijk Christus”. Uitvoerig doet Spurgeon „de hoogtepunten” uit „de hele geschiedenis en mysterie van het Paasfeest”, ook bij de uittocht uit Egypte, uit de doeken.
Selectie
Het is „de taak van de prediking om het onderscheid te tekenen tussen hen die slechts in naam christen zijn en hen die het werkelijk zijn en tot Christus hebben leren vluchten”, zo las ik recent van ds. Maurice Roberts, redacteur van het blad The Banner of Truth, via een vraaggesprek in deze krant. Hij zit in zo’n uitspraak op dezelfde lijn als de bijbelse notie dat de voorbijganger een boom aan zijn vrucht kent. Geloof komt openbaar in de vrucht. Evangelische heiligmaking mag als toetssteen fungeren. Ik roer dat aan omdat er een tendens zichtbaar is waarin het schijnt dat oude schrijvers of opwekkingspredikers vooral op het geloof aandringen. De selectie van preken lijkt soms gericht op tekstgedeelten waarin de ervaring van de dagelijkse afbraak van de mens der zonde en de strijd tussen vlees en geest blijven liggen of slechts terloops aan de orde komen. Er bestaat een gebruik om vooral die toespraken en bemoedigende meditaties te vertalen van buitenlandse auteurs die geloofszekerheid en -blijdschap aan de orde laten komen. Zo heeft de selectie van preken altijd iets riskants. Niemand die het hele Woord Gods serieus neemt en waakt voor biblicisme, zal de consumptiedrang van onze tijd toch voedsel willen verschaffen? Ik hoop dat Boekhout deze valkuil weet te vermijden.
De tweede kanttekening. Ik onderstreep gaarne de passage uit de Dordtse Leerregels dat „de belofte des Evangelies... zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden, met bevel van bekering en geloof’. (DL,II,5) En tevens dat Christus’ dierbaar lijden en sterven overvloedig genoegzaam is voor de zonden van de gehele wereld. Maar lopen wij door het overvloedig gebruik van de uitdrukking „voor ons”, of „voor u en mij” -waar het gaat over Christus’ voldoening- geen risico op z’n minst het eveneens in de Leerregels onderkende onderscheid tussen verwerving en toepassing van de zaligheid uit het oog te verliezen?
Waarom deze gedachte? Spurgeon was baptist. Ik heb daar geen moeite mee. Maar wij moeten in het oog houden dat een voorstander van de volwassendoop in een andere gemeente staat dan een gereformeerd theoloog die tweeërlei kinderen des verbonds onderscheidt. Iemand zal aanvoeren dat het bij een opwekkingsprediker nog weer anders ligt. Dat is zo. En het zij zo. Ik wil maar aangeven dat het presenteren van preken van buitenlandse predikers in onze Nederlandse situatie op een bedachtzame wijze moet gebeuren.
N.a.v. “Het kruis”, door C. H. Spurgeon; uitg. Boekhout, Scherpenisse, 122 blz.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1997
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1997
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's