Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CGK wijzen vrouwen in het ambt af

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CGK wijzen vrouwen in het ambt af

Synode roept wel op "optimaal gebruik te maken van diensten van zusters"

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

NUNSPEET - De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) heeft gisteren in Nunspeet de toelating van de vrouw tot het ambt afgewezen. Een meerderheid van 47 stemmen voor en vijf tegen sprak uit dat "het standpunt over de vrouw in het ambt dat in de CGK steeds heeft gegolden, schriftuurlijk verantwoord is". Wel komt er een oproep naar de kerken om "van de diensten van zusters van de gemeente optimaal gebruik te maken".

In een pastorale brief wordt de uitspraak van de generale synode toegelicht. De kerken zullen dan tevens de oproep lezen om in de kwestie van vrouw en ambt de eenheid van het kerkverband te bewaren. De synode besloot ook tot het instellen van een studiedeputaatschap "dat, gelet op de grote diversiteit van gaven en diensten waarmee de Heilige Geest in de nieuwtestamentische gemeente zowel mannen als vrouwen heeft toegerust, onderzoekt of en in hoeverre in de kerkelijke praktijk van de CGK (voldoende) recht wordt gedaan".

Discussie gesloten

Met het besluit is voorlopig de discussie gesloten die formeel begon toen de synode van Zierikzee 1995/1996 opdracht gaf om tot een "schriftuurlijk gefundeerde uitspraak" rond de vrouw in het ambt te komen. De in Zierikzee ingestelde deputaten voor de vragen rond vrouw en ambt konden echter de afgelopen tijd niet tot een eensluidend standpunt komen en kwamen uit met een meerderheids- en een minderheidsrapport.

Een meerderheid van de deputaten was van mening dat binnen het kader van de gereformeerde schriftbeschouwing en ambtsopvatting het onmogelijk is de ambten open te stellen voor de zusters van de gemeente. Achter het meerderheidsrapport schaarden zich zes deputaten: de predikanten P. den Butter, J. W. van Pelt, W. Kok en H. Korving alsmede de dames drs. A. Veldhuizen-de Graaf en G. van der Laan-de Boer.

Het minderheidsrapport wenste dat de synode zou uitspreken dat de openstelling van de kerkelijke ambten voor de vrouw noch in strijd is met wat de Schrift als Woord van God leert, noch met de belijdenis der kerken, die op de Schrift gegrond is. Voor dit rapport tekenden de predikanten G. L. Born, J. Groenleer en R. W. J. Soeters.

Positief eindigen

Adviseur prof. dr. H. G. L. Peels (die mede namens de hoogleraren J. W. Maris en H. J. Selderhuis sprak; met prof. dr. T. M. Hofman had hij nog geen contact kunnen opnemen) vond dat de conclusie van het synodevoorstel over een "schriftuurlijk verantwoorde" standpunt van de CGK inzake de vrouw in het ambt "helder en niet dubbelzinnig" is, maar toch ook iets van een terughoudendheid laat zien. "Het eigen standpunt wordt duidelijk gemarkeerd, maar niet verabsoluteerd. Er blijven draden die niet compleet zijn afgehecht, wat ook het meerderheidsrapport trouwens erkent".

Verder vond hij de constatering onterecht dat er wel bij het meerderheidsrapport een link zou zijn met de gereformeerde schriftbeschouwing en niet bij het minderheidsrapport. "Beide rapporten bewegen zich immers binnen hetzelfde kader".

De kritische kanttekeningen bij het minderheidsrapport vond hij wel heel breed uitgemeten ten gunste van het meerderheidsrapport. Bovendien vindt prof. Peels dat wanneer de synode vaststelt dat de ambten alleen voor mannen openstaan, dit de kerken ook verplicht om te zeggen wat de plaats van de vrouw dan wél is in bijbels licht. "Als de zogenaamde 'zwijgteksten' ons verhinderen vrouwen tot de ambten toe te laten, hoe vertalen we dan de 'spreekteksten' in het Nieuwe Testament, zoals over diaconessen en vrouwen die profeteren? Er studeren in Apeldoorn meisjes die staan te popelen om in de kerken te dienen, maar niet weten welke taken ze in de kerk hebben", aldus prof. Peels.

Hij verwees hierbij naar de hoogleraren J. Hovius en W. van 't Spijker, die in hun afwijzing van de vrouw in het ambt tegelijkertijd nader onderzoek bepleitten van wat de ruimte voor de vrouw dan wel is. "Laten we oppassen dat de besluitvorming niet in het negatieve blijft steken", aldus prof. Peels.

De synode sprak uit dat de visie van de meerderheid van de deputaten -in tegenstelling tot die van de minderheid- "een deugdelijke en overtuigende onderbouwing is van het standpunt dat in de CGK steeds als het schriftuurlijke heeft gegolden". Uit het geheel van de Heilige Schrift is het volgens de synode duidelijk dat "het gezaghebbend leidinggeven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt".

Gewetensvraag

Ds. J. Groenleer stelde voorafgaande aan de stemming als "gewetensvraag" of het standpunt van het minderheidsrapport dan nog wel langer toelaatbaar is in de CGK. Preses ds. J. Westerink vond dat een vraag die de Amsterdamse predikant zichzelf en de kerkenraad moest stellen, maar niet de synode.

Ds. D. Visser vond dat in het rapport van de deputaten de relevante schriftgedeelten nog niet volledig zijn geëxegetiseerd. De 'zwijgtekst' 1 Korinthe 14:34-35 wordt wel grondig behandeld, maar nauwelijks in de context van het hoofdstuk dat gaat over het spreken in tongen en de gaven van de Geest. "Waarom slaat deze tekst dan ineens op het ambt?" Een van de hermeneutische regels is volgens hem ook het lezen van een tekst in de context. "Dat hebben we in Apeldoorn geleerd, anders is er sprake van dogmatisch schriftgebruik".

Ds. H. van den Heuvel vroeg zich af of deputaten zich niet wat bescheidener moeten opstellen in plaats van te spreken van dé gereformeerde visie op de ambten. Samen met ds. Visser diende hij een voorstel in om nieuwe deputaten te benoemen die de vragen rond de ambten en de positie van de vrouw in de gemeente verder zouden bestuderen. De synode besloot echter alleen tot het instellen van een studiedeputaatschap "dat, gelet op de grote diversiteit van gaven en diensten, waarmee de Heilige Geest in de nieuwtestamentische gemeente zowel mannen als vrouwen heeft toegerust, onderzoekt of en in hoeverre in de kerkelijke praktijk van de CGK (voldoende) recht wordt gedaan".

Kunststukje

Ds. Westerink sprak na de stemming, die vanwege het belang van het onderwerp hoofdelijk plaatsvond, zijn dankbaarheid uit dat het besluit met overgrote meerderheid en in een goede sfeer werd genomen. "Daar mogen we de Heere voor danken. We hebben er de afgelopen tijd ook voor gebeden. We hopen dat de goedkeuring van de Heere erop mag rusten en dat ook het werk van het studiedeputaatschap een zegen mag zijn in de kerk".

Hij typeerde de totstandkoming van het voorstel van de commissie als een lang zoeken en worstelen om tot overeenstemming te komen. "Aan tafel werd al gezegd: Er is weer een christelijk gereformeerd kunststukje verricht. Daar zit iets van zwakte van onze kerken in, maar ook het mooie dat we tot een dergelijke beslissing kunnen komen. Er zullen er in onze kerken zijn die moeite met het besluit hebben, maar laten zij niet het gevoel hebben dat zij erbij hangen en niet meetellen. Als het over de kerk gaat, mogen we niet spreken in termen van winnaars en verliezers, maar dan het gaat om de vraag: Wat wil de Heere van ons?"

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1998

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

CGK wijzen vrouwen in het ambt af

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 november 1998

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's