Op zoek naar vonkjes in het geweten
Ds. D. J. Cuperus: Ik ben geboeid door een actuele verkondiging
NIEUWERKERK A/D IJSSEL - "Het klinkt me nog na in mijn oren: Calvijn heeft ons trinitarisch leren preken". Woorden van ds. W. L. Tukker, bij wie ds. D. J. Cuperus vijf jaar vicaris was. Ook de actuele toepassing daarvan herinnert hij zich nog. "De confessionelen kennen soms een eenzijdig christomonisme, de evangelischen een eenzijdig pneumamonisme en de vrijzinnigen een eenzijdig patrimonisme".
De vicaris van toen preekt zondag afscheid van de hervormde gemeente van Nieuwerkerk aan den IJssel. De op 23 augustus 1936 in een domineesgezin geboren predikant treedt vervroegd uit. Ds. D. J. Cuperus diende twee gemeenten: Aalst (1966-1972) en zijn huidige gemeente, waar hij 27 jaar heeft gestaan.
Wie de moeite neemt het hervormde jaarboek bij de "C" op te slaan, komt vijfmaal de naam Cuperus tegen. Het zijn allemaal zoons van de bekende predikant J. R. Cuperus, die onder andere in Doornspijk en Waddinxveen stond. De associatie met zijn vader heeft de nu scheidende predikant nooit als een schaduw ervaren. "Ik ben wellicht altijd wat zelfbewust geweest en maakte eigen keuzen". De predikant maakt er geen geheim van dat de vraag naar een eigentijdse verkondiging hem van jongs af aan boeide. "Toen ik nog thuis, in Waddinxveen, woonde, kwam er een man langs met een bakfiets en een klein aggregaatje. Hij bracht in de straat geestelijke muziek ten gehore en deelde als evangelisatieblad de "Goede Tijding" uit. Dat sprak me aan".
Vluchtgedrag
"Ik ben wel eens bang dat er in onze kring sprake is van vluchtgedrag. We vluchten uit de werkelijkheid van ons alledaagse, geseculariseerde bestaan en lijken alleen oog te hebben voor de binnenkant. Maar een christen moet iets kennen van de verantwoordelijkheden die de Heere ons opdraagt. Als we het goede evenwicht kunnen vinden tussen onze binnenkant, het geestelijke, en de buitenkant, ons staan in de maatschappij, is dat juist verrijkend.
Zó christen zijn en zó voorganger zijn, houdt ook in dat we álle woorden Gods spellen. Dat betekent uiteraard dat we de voetstappen van de Heere Jezus volgen. Het christendom, zeker ook het vroege christendom, de jonge kerk, heeft zich zo een weg gebaand door de wereld, omdat het Evangelie handen en voeten kreeg".
Sociale ethiek
De predikant ziet als voorbeeld Calvijn: "De grote motor achter het werklozenproject in Genève. In die tijd werden de stadswallen opgeworpen". Student Cuperus ontdekte dat toen hij zich voor zijn doctoraalscriptie bij prof. dr. J. de Graaf verdiepte in de sociale ethiek. Bij de Hervormde Bond voor Inwendige Zending (IZB) verscheen later een verkorte versie van zijn onderzoek in de informatieserie onder de titel "Arbeid en vrije tijd". De schrijver benadrukt daarin de eis van bekering tot God, en werkt ook uit wat dit voor gevolgen heeft op sociaal-economisch vlak.
Voeding
Ds. Cuperus staat ook al meer dan twintig jaar een aantal uren voor de klas op een middelbare school in Zoetermeer. "Dat wil ik blijven doen. Dat houdt me scherp waar het gaat om wat geseculariseerde jongeren beweegt. Tien jaar geleden sprak je als vanzelfsprekend over het huwelijk, maar de argumenten die je uit een bijbelse mensleer ontleent, slaan nu nauwelijks meer aan. Dan kies je vaak voor een sociaal-psychische insteek en je probeert te versterken wat aan vonkjes in het geweten is overgebleven. Zo kun je soms het gesprek naar een hoger niveau tillen. Ik acht dit contact onmisbaar om als predikant gevoed en opgescherpt te worden. Ik probeer door te laten klinken wat de woorden Gods betekenen in een verwereldlijkte maatschappij. Veel meer dan we willen beseffen, zijn wij allen besmet met het postmoderne levensgevoel".
Ds. Cuperus denkt dat dat ook het geheim was van Paulus op de Areópagus. "Hij gaf er blijk van zijn tijd te kennen, nam nota van de moderne mens. Dan mag ik ook zeggen aan het eind van mijn ambtelijke loopbaan dat de schat gedragen wordt in aarden vaten".
Niet spectaculair
Straalt de christelijke gemeente vandaag nog iets uit van de dynamiek van het Woord? Ds. Cuperus: "Het hoeft alleen niet altijd spectaculair te zijn, maar het kan al liggen in de bereidheid je buren te helpen. Dat is soms moeilijker dan het goedkoop uitspreken van een stichtelijk woord. De vraag is alleen of we onszelf over hebben voor die wervende taak".
Het gevaar is introvertie, het bescherming zoeken in eigen kring, zegt ds. Cuperus. "Dat verschraalt geweldig. Een zeker isolement kan, ik geeft het toe, nodig zijn. Maar zowel in de kerk als in de maatschappij moeten we het geheel in het oog houden. Dat is onze roeping. Als dat besef ontbreekt, zíjn we geen kerk, maar denken we de kerk in handen te hebben".
Enerzijds ziet ds. Cuperus om zich heen de positieve invloed van de evangelische beweging. "Zij leren radicale keuzen te maken, geven hun kinderen bijbelse namen. Het leert ons ook allerlei beslissingen weer te bezien vanuit bijbels perspectief. Maar het gevaar is aanwezig dat de eenzijdige nadruk op het werk van de Geest opgaat in het gevoel, dat uiteindelijk misleidt".
Lijden aan de kerk
Ds. Cuperus had zitting in enkele kerkelijke organen. Zo was hij actief in de Provinciale Kerkvergadering van zowel Gelderland als Zuid-Holland en had hij zitting in het college voor toelating tot de evangeliebediening (de hervormde pendant van het afgescheiden curatorium). Met name de laatste functie heeft hij ervaren als lijden aan de Hervormde Kerk. "Zo'n commissie heeft beperkte bevoegdheden, in het verleden kregen we geen informatie van kerkelijk hoogleraren en onze beslissing was niet absoluut bindend. Er was altijd het beroep op de generale commissie mogelijk en ik ervoer het als een functie waarbij je met een stuk onmacht moet leren omgaan.
Ik heb wel gemerkt dat veel jonge studenten, kandidaten bedoel ik dan, enthousiast zijn. Dan dacht ik wel eens: Beseffen jullie je voorland wel? De gemeenten worden kleiner, de secularisatie slaat toe. Het aantal jonge predikanten met een irreëel verwachtingspatroon dat daardoor steeds meer in de moeilijkheden geraakt, neemt toe. Dit leidt meermalen tot losmaking van de gemeente. Gelukkig kennen we sinds kort het mentoraat, waardoor met name ook aan dit soort predikanten begeleiding geboden wordt en men bijtijds probeert bij te sturen".
In de trend van verdergaande emancipatie ziet ds. Cuperus (los van het feit dat vrouwen predikant zijn) dat de pastorie minder het huis van de gemeente is. Ook het aantal deeltijdpredikanten neemt toe. "Mede door de vervrouwing van de kerk verandert het aanzien van kerk en pastorie. De keerzijde van deze negatieve ontwikkeling is dat er steeds meer nadruk wordt gelegd op het ambt aller gelovigen. Dat vind ik positief".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1998
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 oktober 1998
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's