Leider huiskerk in Guangzhou gearresteerd

De arrestatie volgt op verscherpte regels omtrent religieuze activiteiten in de provincie Guangzhou. De 65 nieuwe regels gingen per 1 maart van kracht. China Ministries International, de organisatie waaraan dr. Jonathan Chao leiding geeft, ziet de arrestatie van Li Dexian als een direct gevolg van het aangescherpte beleid in Guangzhou.

Circulaire

Li Dexian gaf leiding aan huisgemeenten in zijn omgeving. Hij kreeg zijn opleiding tot evangelist bij de huiskerkleider Samuel Lamb. In een circulaire van de afdeling van de Chinese Communistische Partij (CPP) in Huadu is te lezen dat de overheid hem beschouwt als een "capabele en actieve zendeling die een leider achter de schermen is van de illegale beweging".

Volgens de overheid werd de huisgemeente van Li Dexian steeds agressiever en groeiden de bijeenkomsten in omvang, zodat ze een grotere invloed hadden op de omgeving. Telden de autoriteiten tien jaar geleden 150 bezoekers van de huissamenkomsten, inmiddels zijn dat er twee keer per week 500. De huiskerk geldt daardoor als "bolwerk" voor illegale religieuze activiteiten in de omgeving, waardoor de bevolking "grondig wordt misleid". Van overheidswege is de huisgemeente vaak onder druk gezet, vervolgt de circulaire, maar dat mocht niet baten.

In het document roept de CPP haar leden, overheidspersoneel en de hele bevolking op om extra waakzaam te zijn om "illegale religieuze activiteiten tegen te gaan", om problemen te rapporteren en daarmee te handelen zoals de wet voorschrijft. "Alle betrokken departementen moeten samenwerken om de ontwikkeling van de beweging nauwkeurig in de gaten te houden en zijn opmars te onderdrukken". Als dit gebeurt, verwacht de communistische partij dat de onderdrukking van de "illegale religieuze beweging" in Huadu een succes zal zijn. "Dat zal een goed klimaat scheppen voor de stabiliteit in Huadu".

Vrijheid en respect

De nieuwe regels omtrent godsdienstige zaken in de provincie Guangzhou behelzen volgens de autoriteiten "de bescherming van de vrijheid van religieuze overtuiging van de burgers en de bescherming van normale religieuze activiteiten". De vierde regel verklaart dat "elke burger vrijheid van godsdienst geniet". "Burgers met verschillende religies moeten elkaar respecteren".

Direct daarop volgt een artikel dat voorschrijft dat "religieuze activiteiten gehoorzaam moeten zijn aan de wetten van het land, om zo de nationale eenheid te beschermen". In artikel 11 krijgt dit een aanvulling in de verplichting de overheid te helpen met het uitdragen van "de religieuze wetten van het land en de opvoeding in patriottisme, socialisme en legalisme".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen