Eén recept voor alle gemeenteleden
Ds. Harkema: We zijn drukker met kerkpolitiek dan met barmhartigheid
ONSTWEDDE - "Het aanmeten van de toga, bij de firma Jörg in Utrecht, was destijds een hele belevenis. De centimeter ging rond je hoofd en hij zei: 56, mijnheer. De schouders. Vijftig, mijnheer. Het kwam op de centimeter nauwkeurig". De kraag is inmiddels enkele keren gerestaureerd. Het fluweel van de mouwen is nu, 25 jaar later, aan vervanging toe. De naaister van het plaatselijke modehuis in Onstwedde ontfermde zich over het ambtskleed van ds. H. Harkema.
Vandaag is hij een kwarteeuw predikant in de Nederlandse Hervormde Kerk. Meer dan de helft daarvan, dertien en een half jaar, staat hij in het weinig centraal gelegen Oost-Groningse Onstwedde. Het is, na Sint Philipsland en Brakel, zijn derde gemeente. Ds. Harkema: Heel eerlijk gezegd, dacht ik toen ik het gevoel had dat ik dit moest aannemen: Gelukkig houd ik van autorijden. Anders is het een post van grote eenzaamheid". Hoewel ds. Harkema in 1983 bedankte voor een toezegging van beroep van de noordelijke plattelandsgemeente, nam hij een jaar later het tweede beroep "zeer vrijmoedig" aan. "Nooit heb ik getwijfeld of ik ergens op mijn plek ben. Ook heb ik nooit twijfels gehad als ik voor een beroep moest bedanken".
De drie gemeenten waar ds. Harkema stond en staat, typeert hij als gewone bondsgemeenten. Pastoraal is er echter een groot verschil, stelt hij vast. "In Zeeland kreeg je als predikant pastorale vragen rondom de verkiezing. Dat leefde onder de mensen. Het is niet zo dat ze er allemaal mee worstelen, maar het is wel een vraag die steeds bovenkomt".
In Brakel leefden meer de vragen rond de toe-eigening van het heil. "Brakel heeft uiteindelijk een vrijzinnige achtergrond. Buys Ballot, de vader van de oprichter van het KNMI, is er vroeger predikant geweest. Omdat de ambachtsheer zo machtig was, kon men ten tijde van de Afscheiding niet afscheiden. Daardoor floreerde het gezelschapsleven. De vragen rond wedergeboorte en bekering lagen pastoraal vaak moeilijk. Je hoorde wel: Ik heb niet meegemaakt wat die heeft meegemaakt. Soms legde men de maat zo hoog dat niemand eraan voldeed".
"Onstwedde is een gemeente waarin Schrift en belijdenis altijd al aan de orde werden gesteld in de prediking. De mensen stellen hier meer vragen over de heiliging. Dat komt, denk ik, ook omdat de mensen hier veel meer geïsoleerd leven. Hoe kunnen we Christus belijden in deze tijd en getuigenis geven? is een vraag die in Onstwedde leeft".
Prekenseries
Voor al deze verschillende problemen hanteert ds. Harkema slechts één recept: terug naar het "Er staat geschreven". "In eerste instantie geldt dat van het Woord. En de prediking heb ik altijd als woordbediening willen uitoefenen. Ik houd niet van motto's. In alle gemeenten heb ik heel veel series gehouden. Heel Openbaring, Galaten, Hebreën en Genesis vanaf hoofdstuk 11 heb ik bepreekt".
Daarnaast hecht de predikant ook veel waarde aan de kennis van de belijdenis. In alle gemeenten heeft hij behalve de Heidelbergse Catechismus ook de Nederlandse Geloofsbelijdenis doorgepreekt. "Wie kennis van de belijdenis heeft", zegt hij, "is toegerust om zelf met pastorale vragen aan het werk te gaan".
Boerenhart
Na alle jongensidealen over het vak van brandweerman en politieagent voelde ds. Harkema al jong dat hij predikant mocht worden. "Mijn enige probleem daarmee was dat ik een boerenhart heb. Tot ik predikant werd, heb ik altijd op een boerderij gewerkt. Op mijn zestiende kreeg ik een boerderij in Linschoten aangeboden. Dat is mijn enige wankeling geweest. Toch heb ik toen eerlijk gezegd: Ik mag dominee worden".
Het boerenhart beschouwt ds. Harkema nu hij predikant is in een plattelandsgemeente als een voordeel. "Bid- en dankdag beleef ik heel intensief. Het zijn geen kerkelijke feestdagen, maar wel hoogtepunten in het gemeenteleven". Vandaar dat Onstwedde nu twee kerkdiensten heeft op deze dagen en niet langer één, zoals voorheen.
De predikant houdt niet van vergaderingen die gehouden worden om andere redenen dan bestuurlijke. "Daar heb ik moeite mee". Bijeenkomsten van bijvoorbeeld het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond met predikanten in het noorden of van de Noorderkring bezoekt hij eigenlijk nooit. "In Brakel ging ik toch ook niet naar Amersfoort om een paar collega's te ontmoeten. Daar heb ik geen behoefte aan. Dat komt waarschijnlijk ook door de fijne broederlijke contacten die ik binnen de kerkenraad heb". In gemeenten die in de loop der tijd zijn omgegaan van vrijzinnig of midden-orthodox naar de gereformeerde belijdenis zijn veel meer spanningen, denkt ds. Harkema. Predikanten hebben daar meer zorgen om de vraag: Hoor ik er nog wel bij?
Speciale herinneringen bewaart ds. Harkema aan zijn vader, die ook predikant was. Drie keer bevestigde deze hem. En één keer bevestigde de zoon zijn vader. "Je hoort vaak dat pastoriekinderen het geloof de rug toe keren. Dan denk ik: Ik had toch een andere vader".
Gehandicapten
De rol die die zijn moeder in het leven van ds. Harkema speelde, is zeker niet kleiner. Toen in hervormd-gereformeerde kring de vraag opkwam naar het organiseren van vakantieweken voor mensen met een lichamelijke handicap, heeft de vrouwenbond gezegd: Dat is niet onze eerste verantwoordelijkheid, maar we lopen er niet voor weg. De eerste week had 23 jaar geleden plaats in de Blije Werelt in Lunteren. Men zocht een predikant. De moeder van ds. Harkema, die destijds presidente van de vrouwenbond was, zei daarop: Dat wil mijn zoon misschien wel doen. "En zo is het gekomen".
Ds. Harkema is nog steeds betrokken bij het gehandicaptenwerk. "Je krijgt zo veel levensverhalen te horen, dat je denkt: Wat is de kerk toch vaak om mensen heengelopen. De kerk laat hen nog zo gemakkelijk links liggen. Daarom is vijf jaar na de eerste vakantieweek de vereniging "Op weg met de ander" opgericht. Het belangrijkste doel is, aldus voorzitter ds. Harkema, gemeenten bewust te maken van hun roeping.
De gemeenten springen er meer en meer op in, is zijn ervaring. "Maar het gaat traag hoor. Alle hervormd-gereformeerde diaconieën schreven we 23 jaar geleden aan. Eenderde nam de moeite te reageren. Eenzesde ging op zoek naar mensen die mee zouden kunnen op een vakantieweek. Het gaat nu beter. Er zijn inmiddels zeventien vakantieweken, maar de gemeenten zijn nog steeds laks. Ze zijn drukker met kerkpolitiek dan met barmhartigheid".
De belangstelling die ds. Harkema voor zijn gehandicapte medemens heeft, komt niet doordat hij daar in de familiekring speciaal bij betrokken is. "Al van kindsbeen af heb ik een hart voor mensen die een moeilijke weg hebben".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 april 1998
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 8 april 1998
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's