Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paus Leo III kroont   Karel de Grote tot keizer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paus Leo III kroont Karel de Grote tot keizer

Beschermer van het christendom krijgt meer gezag

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

ROME - Terwijl Karel de Grote de Kerst in Rome doorbracht, heeft paus Leo III hem tot keizer gekroond. Toen koning Karel zich op 25 december na zijn gebed bij het graf van Petrus weer wilde oprichten, trad de paus naar voren en zette hem de keizerskroon op het hoofd. Naar verluidt is dit tegen Karels zin gebeurd. In de wandelgangen wordt gezegd dat hij van tevoren van niets wist. Anderen suggereren dat hij de kroon zelf op zijn eigen hoofd had willen zetten. In Constantinopel is met ontzetting gereageerd op de eigenmachtige daad van de paus.

De altijd eenvoudig geklede Karel blijft voor de Franken gewoon hun koning, maar zal naar buitenlandse volken toe meer aanzien genieten. Hij heeft vanwege de kroning voortaan het recht geraadpleegd te worden bij een pauskeuze.

Het valt niet moeilijk te raden waarom deze eer hem te beurt viel. Toen de paus bedreigd werd door de Germaanse Longobarden, die in het noorden van Italië wonen, veroverde Karel het Longobardische rijk. Hij zette zichzelf de ijzeren kroon van de Longobarden op het hoofd en beschermde Rome. De veroverde streek rond Ravenna stond hij af aan de paus.

Karel geldt bovendien als de grote beschermer en verbreider van het christendom. Hij voelt zich door God geroepen om kerk en christendom te beschermen, maar heeft daarmee, in tegenstelling tot Willibrord en Bonifatius, staatkundige bedoelingen. Waar de Franken heersen, moet ook het christendom heersen, is zijn devies. Tegenstand wordt met geweld neergeslagen.

Kloosterscholen

Voor Karel is het christendom de enige weg waarlangs het heil van het volk bevorderd kan worden. Hij liet inmiddels diverse kloosters en kerken bouwen. De verordening dat geen vrije of slaaf op zondagen en kerkelijke feestdagen mag werken, is van hem afkomstig. In zijn kanselarij is voor het eerst de christelijke jaartelling, die de monnik Dionysius in de zesde eeuw al had vastgesteld, officieel gebruikt op regeringsstukken.

Twee jaar geleden schreef hij voor dat er scholen gesticht moeten worden. Het gaat om kloosterscholen die dienen voor het opleiden van geestelijken en voor de verbreiding van de christelijke waarheden. Kerkzang, als belangrijk onderdeel van de eredienst, staat bij Karel hoog in aanzien. Kunsten en wetenschap vinden in hem een groot beschermer. Hij spreekt vloeiend Latijn en hij verstaat Grieks. In de schrijfkunst heeft hij het echter nog niet ver gebracht. De koning dringt nogal eens aan op het houden van preken in de volkstaal. Het moet voor iedereen verstaanbaar zijn. Hij is geen voorstander van vasten. "Dat schaadt mijn lichaam", zegt hij daarover.

In 781 wist koning Karel de leider van een kloosterschool in York, Alcuïn, ertoe te bewegen zich aan het Frankische hof te vestigen. Tien jaar terug werd Alcuïn benoemd tot abt van het klooster te Tours. Dat is inmiddels uitgegroeid tot een middelpunt van hoger onderwijs.

Veroveringen

Karel kreeg na het overlijden van zijn vader Pippijn de Jonge in 768 West-Gallië onder zijn hoede. Drie jaar daarna, toen zijn broer Karloman het leven liet, kreeg hij de heerschappij over het gehele rijk der Franken. Dertien jaar geleden strekte zijn macht zich uit tot Midden-Italië. Toen kwamen de paus van Rome en de kerkelijke staat onder bescherming van de Frankenvorst.

Een eerste poging Spanje in te lijven, 22 jaar geleden, mislukte jammerlijk en kostte veel Franken in de strijd tegen de mohammedanen het leven. Twaalf jaar terug zag Karel wel kans om Beieren bij het rijk te voegen. Op de Avaren veroverde hij zo veel schatten dat Karel de paus een karrenvracht goud en zilver verstrekte.

Sinds Karel de alleenheerschappij voert, strijdt hij al tegen de Saksen. Dezen vertikken het echter zich te onderwerpen aan de Franken en weigeren christen te worden. Sinds hun aanvoerder Widukind zich vijftien jaar geleden aan Karel onderwierp, het christendom aannam en zich liet dopen, lijkt de ergste strijd gestreden, al pogen tot op de dag van vandaag Saksen het juk af te werpen.

Om de Saksen zo snel mogelijk onder Frankisch bewind te brengen, probeerde de koning hen te kerstenen. Karel kondigde zware straffen af voor ieder die de heidense godsdienst trouw bleef. Op het verbranden van doden stond de doodstraf. Verder gaf hij bevel dat christenen in of om de kerk begraven moesten worden. Kinderen moesten binnen het jaar worden gedoopt. Zo niet, dan werden de ouders onthoofd of verbrand. Op zon- en feestdagen was ieder verplicht naar de kerk te gaan. Verder moesten de Saksen de kerkelijke tienden opbrengen. Daarover zijn ze nog altijd zeer ontstemd. Drie jaar geleden verzachtte Karel de regels enigszins. Hij acht zijn gezag inmiddels voldoende gevestigd.

28 december 800

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 november 1999

Reformatorisch Dagblad | 71 Pagina's

Paus Leo III kroont   Karel de Grote tot keizer

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 november 1999

Reformatorisch Dagblad | 71 Pagina's