Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Troosten en zo zelf getroost worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Troosten en zo zelf getroost worden

Jubilerende dr. Den Hertog is "met vreugde gemeentepredikant"

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

LEIDEN - Een dominee die woont in het huis waar Maarten 't Hart ooit woonde. Dr. G. C. den Hertog uit Leiden, christelijk gereformeerd predikant, valt met zijn gezin deze 'eer' te beurt. Vandaag staat de vijftigjarige telg uit een geslacht van theologen een kwarteeuw in het ambt. Zijn ambtelijke 'loopbaan' had een unieke start. Nog tijdens de bevestigingsdienst doopte hij in Kornhorn hun eerste kind. De grootvaders van de kleine, beiden predikant, keken toe.

De Leidse Lorentzkade heeft iets stijlvols, oogt bijzonder degelijk. Dezelfde mooie eiken deuren met een kijkgat, voorzien van smeedijzeren ornament, sieren elk huis. Maarten 't Hart, de bekende schrijver, schreef ooit dat hij nog eens langs nummer veertien gefietst was: "Er lijkt nu een keurig gezin te wonen", schreef hij, niet wetend dat het een pastorie was.

Het theologisch handwerk ligt dr. Den Hertog goed, maar hij voelt zich ook voluit thuis in de gemeente. "Na een pastoraal gesprek heb ik wel eens de gedachte dat dat meer betekenis heeft dan menig artikel dat ik schreef."

Dat lang niet alle kinderen van predikanten genoeg hebben van kerk en theologie bewijst het gezin van de Leidse dominee. Aan de reeks namen van familieleden die in de theologie hun brood en genoegen vinden, komt bijna geen einde. "Vader en opa waren predikant, twee broers studeerden theologie, mijn schoonvader, prof. dr. W. van 't Spijker, en twee zwagers zijn predikant. Onze oudste wordt binnenkort bevestigd in Boskoop. Twee andere zoons staan aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn ingeschreven en onze dochter studeert weliswaar Nederlands, maar schrijft met graagte haar column in het Kerkblad van het Westen."

Roeping

Van jongs af aan wilde Den Hertog de pastorie in, al lag dat tijdens zijn puberteit, toen het gezin in Harderwijk woonde, anders. Hij liet zich inschrijven voor de studie medicijnen, maar op de valreep werd het toch de Utrechtse theologische faculteit. "Toen had je het admissie-examen in Apeldoorn nog, maar daarvoor was ik te laat en haalde dus mijn propedeuse in Utrecht. Ik zat trouwens wel met de vraag naar de roeping. Opa Kok (ds. R. Kok, SCB) zei toen we het daarover hadden, dat ik maar moest gaan studeren. Als er een beroep werd uitgebracht, zou daar de roeping wel uit blijken. Toen ik slaagde voor het admissie-examen vervolgde ik mijn studie in Apeldoorn."

De student had ondertussen tuberculose opgelopen en moest in onder andere Sonnevanck worden opgenomen, maar mocht daar wel tentamens afleggen. "De hoofdzuster was best een beetje trots dat er hoogleraren kwamen." Liggend studeerde hij en deed er vele contacten op: van een Marokkaan tot een gereformeerd vrijgemaakte student.

Van meet af aan boeide hem de dogmatiek. Student Den Hertog betreurde het de hoogleraren Van Ruler en Hasselaar in Utrecht vanwege zijn ziekte te moeten missen. Afstuderen in Apeldoorn was er toen (nog) niet bij. "Ik twi jfelde over de keus tussen de VU en Kampen (Oudestraat). De keus viel op Kampen, waar prof. dr. J. T. Bakker de dogmaticus was. Deze promoveerde zelf op een prachtige studie over Luther."

Iwand

De reformator Luther boeide Den Hertog, net als de Zwitserse theoloog Karl Barth. Zodoende kwam hij als vanzelfsprekend op de theoloog Hans Joachim Iwand, die beide polen in zich verenigt. Hij raakte door die theoloog geboeid en promoveerde cum laude. Door veel leden uit zijn kerken werd de stap naar Kampen niet echt begrepen.

De jubilaris reageert hierop nogal laconiek. "Waar promoveerden mannen als mijn schoonvader en prof. J. P. Versteeg dan? Toch ook in Amsterdam? Ik begon in Kampen mijn promotiestudie voordat Apeldoorn het promotierecht kreeg. Maar ik heb er niet onder geleden hoor. Ik voel me voluit geaccepteerd, vervul tal van taken in onze kerken, zit in flink wat redacties, waaronder die van Ambtelijk Contact en Vrede over Israƫl en ben tot juni 2000 ook nog eens president-curator van onze universiteit."

Hoewel sommige insiders voor hem een docentenstoel in het verschiet zagen, theologiseert de dogmaticus niet vanachter een katheder. "Ik voel me in het gemeentewerk rijk gezegend, preek met veel vreugde en ga met liefde de gemeente in. Bovendien vraag ik me af of ik wel zou aarden in het wetenschappelijk bedrijf met al zijn jaloezie. Bovendien, theologiebeoefening moet de gemeente dienen. Ik zie in mijn leven Gods weg en voel me in de pastorie nog steeds een gezegend mens".

De jubilaris begon 25 jaar geleden in christelijk gereformeerd Kornhorn en werkte mee aan de instituering van de gemeente in Surhuisterveen. "Daar heb ik gezien dat als je elkaar als mensen van verschillende 'ligging' in gehoorzaamheid ten opzichte van Christus zoekt, dat ook gezegend wordt. Het leek op een bepaald moment beter te stoppen omdat er zich tegenstellingen openbaarden tussen leden van de beide moedergemeenten, Drogeham en Kornhorn. Tegen de stroom in zijn we twee diensten gaan belegg en en kort daarna kon de instituering van een nu bloeiende gemeente plaatshebben."

Opleiding

De president-curator ziet het nog steeds als een wijs besluit om niet samen met de vrijgemaakte opleiding in Kampen in de toen mogelijk leeg komende gebouwen aan de Oudestraat en de Koornmarkt te trekken. "Opeens diende zich het probleem aan dat onze gebouwen te krap werden, dat er aanpassingen moesten komen in het kader van de Arbo-wetgeving. Tegelijkertijd was het zo dat het aantal faculteiten moest inkrimpen. Bovendien is het nodig om op langere termijn goede gereformeerde theologiebeoefening in samenwerking met anderen te bedrijven. Als curatoren denken we echter dat het van wijsheid getuigt om niet overhaast, maar verantwoord naar een meer intensieve samenwerking met Kampen te zoeken."

Overeind blijft dat er uitbreiding van de gebouwen moet komen als het aantal eerstejaars niet afneemt en als een Calvijn-instituut zou worden opgericht. "Of we moeten omzien naar een andere locatie. Maar daarover zou een generale synode zich moeten uitspreken. Ik verwacht dat niet op korte termijn. Ik ben geen voorstander van paniekoplossingen."

Vreugde

Graag brengt ds. Den Hertog de vreugde van het predikantschap onder woorden: "Dat is: merken dat het echt waar is als Jezus zegt dat het zaliger is te geven dan te ontvangen. Merken dat als je als pastor troost, je zelf ook getroost wordt. Ik hoef de kerk niet in stand te houden. Het is mijn opdracht Gods Woord uit te dragen in het midden van het leven. Het is ook de vreugde van het predikantschap te zien dat er in de preek echt iets gebeurt. Terwijl je zelf soms denkt: Wat lukte er nou van die preek? Vreugde geeft het me ook als je merkt dat je dienstbaar mag zijn in het pastoraat. Al vraagt dat een scherpe luisterhouding. Soms breekt er dan iets open en gaat Christus lichten."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 oktober 1999

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's

Troosten en zo zelf getroost worden

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 oktober 1999

Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's