Protestanten en "het sociale probleem"
Roberto Argel en Nadin Hadechini over de stem van de kerk in Colombia
ZEIST - Wanneer Roberto Argel en Nadin Hadechini praten over "el problema social" (het sociale probleem) bedoelen ze wat anders. Deze verhullende term is een synoniem voor de toestand van totale ontwrichting waarin Colombia zich bevindt. Twee insiders over geweld, angst, pijn, wolken zonder water en de enige hoop.
Zelfs in de bedehuizen is het al lang niet meer veilig. Zeker niet nadat guerrillero's eerder dit jaar zo'n honderd kerkgangers ontvoerden. Roberto Argel en Nadin Hadechini zitten zo langzamerhand ook in de gevarenzone. Beiden behoren tot de Presbyteriaanse Kerk van Colombia, ooit ontstaan uit de arbeid van de Verenigde Presbyteriaanse Kerk van Noord-Amerika.
Argel is predikant van de Tabita-gemeente in Barranquilla. Hadechini, arts, was lid van die gemeente en ging later theologie studeren aan het Bijbels Seminarie van Colombia in Medellin. Onlangs waren zij in Nederland op uitnodiging van de Gereformeerde Zendingsbond om de contacten met de Hervormde Kerk te intensiveren en cursussen te volgen.
Het protestantisme staat in Colombia min of meer nog in de kinderschoenen. Vanouds is het land rooms-katholiek. Argel: "De door de staat erkende kerk is de Rooms-Katholieke Kerk. Daardoor geniet ze voorrechten die de protestanten in ons land niet hebben. Wanneer de regering over de kerk spreekt, bedoelt ze de RK-Kerk en denkt ze niet aan het veelvoud van gelovigen die Colombia inmiddels kent. Dat houdt ook in dat de RK-Kerk inkomsten krijgt van de staat. Daarmee kan zij bijvoorbeeld werk doen op sociaal vlak, waar wij, protestanten, weinig geld voor hebben."
Wolken zonder water
Presbyterianen in Colombia bezitten zeker wel sociale bewogenheid. "De ellende van Colombia doet ons zeer. We zouden daar veel aan willen doen, we werken bijvoorbeeld met gezondheidsbrigades in de wijken. Er zijn zo veel ontheemden die moeten worden geholpen. De kerk heeft daar een verantwoordelijkheid liggen."
In Colombia groeien kerken en gemeenten. Argel en Hadechini voegen er meteen aan toe dat ook het syncretisme zijn duizenden verslaat. Het régent gewoonweg sekten en stromingen. "Mensen zoeken een uitweg. Kerken, maar ook allerlei sekten, haken hierop in." "Handel van het geloof", noemt Argel het. "Wij als presbyterianen met 8000 tot 10.000 leden hebben het als behoudende kerk best moeilijk. We willen het Woord centraal houden, Jezus Christus als Heere en Zoon van God erkennen in de Heilige Geest, zonder buitensporigheden."
Hadechini stelt dat het oprukkende liberalisme eerder de RK-Kerk bedreigt dan de protestantse. "Voor ons zijn de fundamentalistische pinkstergemeenten uit de VS juist bedreigend. Ze zijn veelal extreem, beschikken over veel geld en televisiezenders. Ze zuigen dan ook vooral arme mensen aan door middel van shows en de blijde boodschap."
Het is niet gemakkelijk voor de traditionele kerken op te boksen tegen de 24-uurseconomie van de pinkstergroepen. "Die zijn 24 uur per etmaal in de ether. Je gaat ermee naar bed en je staat er mee op."
In werkelijkheid vinden veel gedesillusioneerde Colombianen er tijdelijk geestelijk onderdak. "Toch treffen ze daar aan wat ze zoeken om hun gewonde zielen te balsemen. Het zijn echter wolken zonder water. Snel om het Evangelie te brengen, het wondergeloof aan te bieden, maar met een tegenstrijdige theologie. Er wordt gepreekt voor de armen en tegelijkertijd krijgen dezen te horen dat het hun eigen schuld is dat ze arm zijn. Dat is hoop meteen de grond inboren. Zo iemand krijgt ten onrechte een schuldgevoel aangepraat", constateren Argel en Hadechini.
Oorlog
Al meer dan veertig jaar woedt in Colombia een uiterst complexe oorlog waarin het leger, guerrillagroepen, doodseskaders en drugshandelaren figureren. Het is een oorlog die niemand buitensluit. "Ons land is vol van haat. Ontvoeringen en geweld zijn er schering en inslag. Dat wreekt zich op de gezinnen."
De Presbyteriaanse Kerk is aanwezig in Barranquilla en in Cartagena. Beiden stippen het werk aan in de wijk Nelson Mandela in Cartagena. Daar wonen meer dan 24.000 mensen, overwegend "desplacados" - een eufemisme voor vluchtelingen en ontheemden uit de rest van het land. "Ze hebben niets en bezorgen de stad een enorm sociaal probleem. Waar moeten ze van leven? Wat moeten wij als kerk doen? We brengen het Woord van God, maar we moeten ook barmhartigheid betrachten. Als je nauwelijks middelen hebt, kun je de mensen niet helpen."
Op hun pastorale rondes ontmoeten Argel en Hadechini vooral pijn en nog eens pijn. "Tallozen hebben familieleden verloren, vaders, zoons. Velen hebben hun woning waar ze altijd hadden gewoond, moeten verlaten. Ze trekken naar een stad waar het leefklimaat heel anders is." Hoe zijn de mensen gestemd? "Ze zijn op hun hoede. Ze zwijgen veelal."
Het geweld escaleert en raakt ook de kerk. De laatste weken zijn er rk-bisschoppen ontvoerd, zegt Argel. In de achterliggende twee tot drie jaar zijn er van de Presbyteriaanse Kerk zo'n 200 kerken gesloten en 35 voorgangers vermoord. "De daders zijn vaak niet te achterhalen. Alle strijdende partijen maken zich hier schuldig aan."
De twee merkten de verschillen op in de kerkgang tussen Nederland en Colombia. Argel: "Ik zou bijna adviseren dat de reformatorische kerken iets wijzigen in de dienst en liturgie. Er is zo weinig actieve betrokkenheid." Hadechini: "De kerk dient afhankelijk zijn in het gebed. Ik geloof dat de verwachtende kerk niet mag slapen. De invloed van de kerk op het persoonlijk leven is heel belangrijk."
Bestaat er in uw land zoiets als een debat over waarden en normen?
"De kerk moet een bijbelse stem tot uitdrukking brengen. In Colombia wordt natuurlijk ook nagedacht over humaniteit, over wetgeving. De RK-Kerk is erg machtig om bijbelse waarden te verkondigen als het over ethische zaken gaat. Wij als protestantse kerk zijn een minderheid. We worden jammer genoeg niet gehoord."
Argel en Hadechini keren met gemengde gevoelens terug naar hun land. Ze bewonderen de graad van georganiseerdheid in Nederland, maar zagen ook "veel slechtheid in Amsterdam." Colombia is doordrenkt van geweld en corruptie. Geen snelweg en geen school is veilig, om maar wat te noemen. Ze zouden dat graag anders zien. "De mensen leiden een onzeker leven. Vandaag hebben ze werk, morgen niet meer. Ze leven bij de dag. Vandaag kan het gezin één zijn, morgen valt het ten prooi aan gebrokenheid. Dat maakt het leven uiterst ongewis."
Bidden
Bidden is de enige uitweg in de misère, vinden Argel en Hadechini. "Het is de tragiek van een rijk land dat arm is. We hebben alles in Colombia: delfstoffen, mooi klimaat, fruit, juwelen, ertsen en koffie. Het kent mensen met een groot en goed hart. Maar tegelijkertijd is het een slecht bestuurd land met een bevolking die lijdt en machteloos is."
Het sleutelwoord in Colombia is verzoening. De beide Colombianen trekken een sceptisch gezicht. "Een woord dat je moet zien in de context van veertig jaar burgeroorlog, verval en corruptie. God alleen kan het land wederopbouwen. We hebben nog veel zware jaren voor de boeg."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 oktober 1999
Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 oktober 1999
Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's