„Ik ben een beetje jong begonnen”
Burgemeester Hardonk van Barneveld zet punt achter carrière
BARNEVELD - A.C. Ph. Hardonk was 26 jaar oud toen hij werd gekozen in de gemeenteraad van Vlaardingen. Nog geen tien jaar later zat hij in het college van Nieuw-Lekkerland. Als burgemeester. „Ik ben een beetje jong begonnen”, zegt de 63-jarige Hardonk bijna verontschuldigend. Vrijdag zet de SGP’er na ruim 28 jaar een punt achter zijn loopbaan als burgemeester. Het eindstation is -via Oldebroek- Barneveld.
De benoeming van Hardonk in zijn laatste gemeente was uitzonderlijk, vindt hij zelf. „Het is de grootste gemeente die ooit door een SGP’er werd bestuurd.” De gemeente Barneveld telt zo’n 48.000 inwoners en bestaat uit negen kernen. Dat Hardonk door een SGP’er wordt opgevolgd acht hij zo goed als uitgesloten. „De huidige SGP- burgemeester zitten bijna allemaal vrij kort op hun huidige plek en Barneveld is geen gemeente voor een nieuwkomer. Hier mag je alleen een burgemeester verwachten die doorstroomt.” De politieke kleur van de kandidaten lijkt Hardonk gelijk te geven: er solliciteerde slechts één SGP’er.
U bent nog geen 65. Toch stop u al?
„Dit vak gaat je niet in de koude kleren zitten, want het is geen baantje van negen tot vijf. Je bent meestal ook ’s avonds in de weer, er is vaak druk, vaak spanning. Soms ben je bij nacht en ontij aan het werk. Daar praat je thuis wel eens over, na veel vijven en zessen, want daar hebben we echt wel een poosje over gedaan, hebben we besloten dat ik ermee stop. We willen een beetje tijd aan elkaar besteden, aan de kinderen, aan de kleinkinderen, en ook eens wat reizen. Na achtentwintig en een kwart jaar burgemeesterschap vinden we het wel genoeg. We blijven overigens in Barneveld wonen. Het is een fijn dorp, ik zou nergens anders naar toewillen.”
U heeft strak tijd voor hobby’s...?
„Nee, nee, ik ben geen postzegelverzamelaar. Ik heb twee commissariaten in het bedrijfsleven, overigens buiten de gemeente Barneveld. Ik ben penningmeester van de Gereformeerde Zendingsbond, ik heb een functie in de Nederlandse Hervormde Kerk gekregen als lid van de generale raad voor facilitaire zaken, nou, ik vermaak me wel.”
Wonderlijke weg
Hardonk komt niet uit een burgemeestersgeslacht. Ook niet uit een SGP-gezin trouwens. „Integendeel zelfs, zou ik haast willen zeggen. En toch werd ik naar het orthodoxe christendom, als ik het zo mag uitduiden, toegetrokken. Op die manier kwam ik bij de SGP-beginselen terecht. Ik beschouw dat altijd als een wonderlijke weg, waarop de Heere mijn heeft geleid.” Tekenend voor de gezinssituatie was dat Hardonk pas op 4-jarige leeftijd werd gedoopt. „Dat was op aandringen van een oude grootmoeder, die mijn ouders er voortdurend op aansprak. Als ik mijn weg overzie, denk ik wel eens: Dat is geen vrucht van eigen akker. Daar heeft de Heere mij op geleid. Daar ben ik van overtuigd.”
Toch bent u altijd een kritische SGP’er gebleven...
„Ik ben al wel 25 jaar geleden begonnen met in de partij te roepen dat wij veel meer aandacht moeten besteden aan onze jeugd. Ook in onze kring is ijverig gestudeerd; veel jongeren hebben een academische of hbo-opleiding. We moeten proberen hen te bepalen bij de staatkundig gereformeerde beginselen. Maar ze laten zich in geen knollen voor citroenen verkopen. Je moet er een goed verhaal bij houden. En ik vind dat wij er een goed verhaal bij kúnnen houden, maar het moet wel gebeuren. Als we een taal blijven spreken die voor jongeren nauwelijks meer begrijpelijk is, dan denk ik: Mensen, we doen iets verkeerd.”
Toch zijn er positieve signalen, vindt Hardonk. Grote waardering heeft hij voor de beslissing van de SGP-fractie in de Tweede Kamer om veel meer te functioneren als een echte oppositiepartij. „Dat heeft me een deugd gedaan. Ik ben het daar roerend mee eens. Ook wij moeten politiek bedrijven en dat mag best een zekere radicaliteit hebben. Ik denk dat die manier van werken ook de jeugd weer zal aanspreken. Die ziet dan dat de SGP ergens voor stáát.”
Vrouwen
Ook voor de positie van de vrouw binnen de SGP heeft Hardonk zich sterk gemaakt. Toen de kwestie van het lidmaatschap aan de orde was, trad de Barneveldse burgemeester op als woordvoerder van de werkgroep Bouwen, die ijverde voor een volwaardig lidmaatschap van de vrouw. „Ik ben nog altijd van mening dat Paulus het kerkelijke gebeuren op het oog had toen hij schreef dat de vrouwen niet mogen leren. Ik geloof stellig dat deze teksten niet van toepassing zijn op het politieke en bestuurlijke leven.”
Hardonk betreurt de commotie in zijn partij. „Veel jongeren hebben de SGP de rug toegekeerd en zijn overgestapt naar de RPF. Ik zie dat in m’n eigen gezin. Onze oudste zoon zit in de federatieraad van de RPF. We hebben toch geen kans gezien dat soort jongeren bij de SGP te behouden.”
Toch legt Hardonk zich neer bij de uiteindelijke beslissing dat vrouwen geen (gewoon) lid van de SGP kunne worden. „Ik ben het absoluut niet eens met wat hier gebeurd, maar ik ben geen querulant, die aan de gang blijft.”
Ondanks zijn kritische opstelling is Hardonk een volbloed SGP’er. „Ik kan geen partij vinden waarin ik mij beter zou thuisvoelen. Ik hoor met hart en ziel bij de SGP, het is een partij die me lief en dierbaar is. Maar ik slik niet alles.”
Uw plaatsgenoot dr. K. Van dr. Zwaag promoveerde onlangs op een proefschrift over artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Kunt u met de daarin genoemde invulling van het overheidsambt uit de voeten?
„Ik lees in artikel 36 dat de overheid geroepen is valse kerken uit te roeien. Dan denk ik wel eens: Waar zou ik moeten beginnen? De kerkelijke verdeeldheid is zo groot, ik kan als overheidsdienaar niets met deze oproep. Bovendien is onze Grondwet de band tussen kerk een staat doorgesneden en heb ik net de ruimte om op te treden. Maar al dat wel het geval zijn, waar zou ik dan het recht vandaan halen om een kerk al „vals” te bestempelen? Dat wil echter niet zeggen dat ik de betekenis van artikel 36 kleineer, want er staan ook andere waardevolle dingen in. Maar in de dagelijkse praktijk van het besturen weet ik geen raad met die omstreden eenentwintig woorden.”
Zondag
Dus toch maar schrappen?
„Nee hoor, laat dat maar rustig staan. Maar laten we er geen ruzie om maken. Dat mag in elk geval niet gebeuren.” Ondanks alle kerkelijke verdeeldheid is burgemeester Hardonk toch blij dat al die kerken er in Barneveld zijn. „Dat waardeer ik in hoge mate, hoewel ik weet dat de kerken soms mijlenver uit elkaar liggen qua inzichten. In Barneveld is nog elke zondag sprake van een kerkgang waar veel mensen in andere plaatsen op jaloers zijn. Zondag is hier nog behoorlijk zondag.”
Vindt u het uw taak de zondagsrust te bevorderen?
„Ja, waar ik dat kan, doe ik het. Ik neem in elk geval nooit deel aan activiteiten die op zondag plaatsvinden. Zo probeer ik de mensen wat voor te leven. Er zijn hier op zondag trouwens geen activiteiten in de amusementssfeer. Kijk er de krant maar op na.”
Maar er wordt wel aan geknabbeld aan de rust op zondag...
„Ja, en ik weet niet waar dat op den duur op uitmondt, maar het ligt opgesloten in de ontwikkeling van de tijd. De Heere Jezus vraagt niet voor niets: „Als Ik wederkom, zal Ik dan nog geloof vinden op de aarde?” Dat is nog maar de vraag. Wettelijke mogelijkheden om aantasting van de zondagsrust te voorkomen zijn er niet. We mogen in dat opzicht geen belemmeringen opwerpen. Vroeger kon een plaatselijke overheid bepalen of de cafés op zondag open waren of dicht. Dat is aan het oordeel van de gemeenten onttrokken.”
De burgemeester signaleert allerlei tendensen die haaks staan op christelijke inzichten. „Natuurlijk merk je dat ook in Barneveld. Het gaat hier wat langzamer, maar het gaat wél door. En ik juich die ontwikkeling bepaald niet toe.” Hardonk is daarom blij dat de Barneveldse sportverenigingen de zaterdag benutten voor hun activiteiten. „Ik ga wel ‘ns naar het volleyballen kijken, of naar het korfballen. Dat vinden ze prachtig, want het betekent ook een stukje waardering voor het feit dat ze de zondag ontzien. Trouwens, lichamelijke oefening is een gezonde bezigheid. Nogmaals, activiteiten op zondag, ze zijn hier niet of nauwelijks, maar ze kunnen mijn er niet verwachten. Want ik ga op zondag naar de kerk.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 september 1999
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 21 september 1999
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's