Dalits van India verheffen hun stem
UTRECHT - "Als iemand van ons een verhouding aanknoopt met iemand uit een hogere kaste, wordt de hele gemeenschap gestraft en ons dorp platgebrand", aldus de Indiase Jyothi Raj van de "Campaign on Dalit Human Rights". Met haar landgenoot Mahendra Pratap Rana was zij deze week (12-14 april) in ons land voor de afsluiting van een handtekeningenactie tegen schending van de mensenrechten van dalits, zoals de kastenlozen of onaanraakbaren van India zichzelf noemen.
De handtekeningenactie werd georganiseerd door de Landelijke India Werkgroep (LIW), ICCO, Hivos, Kerken in Aktie, Justitia et Pax, Centraal Missie Commissariaat en Centrum voor Zending en Werelddiakonaat. Zo'n tienduizend Nederlanders hebben hun handtekening gezet uit solidariteit met de dalits. Die willen met hun internationale campagne druk uitoefenen op de Indiase regering om hun rechten te respecteren. De VN vragen ze om discriminatie van dalits op te nemen in het internationale verdrag tegen rassendiscriminatie en een speciale rapporteur te benoemen voor kastendiscriminatie. De Nederlandse regering zou moeten helpen de kwestie op de internationale agenda te krijgen, vinden ze. De term dalit is ontleend aan het Sanskriet stamwoord "dal", dat vertrapt of vernietigd betekent. Een dalit is iemand die behoort tot de laagste kaste en vertrapt is onder de voeten van de hogere kasten. Of die beter gezegd als outcast of "onaanraakbare" buiten het eigenlijke kastensysteem valt.
In de marge
De dalits vormen met 240 miljoen mensen een kwart van de Indiase bevolking. Het zijn kastenloze hindoes, maar ook (nakomelingen van) vroegere kastenloze hindoes die zich hebben bekeerd tot bijvoorbeeld christendom, islam of boeddhisme, maar door de maatschappij onverminderd als kastenloos worden beschouwd. Zowel sociaal, economisch als politiek gezien leven ze in een gemarginaliseerde positie en ze zijn vaak slachtoffer van geweld, legt Mahendra Pratap Rana uit. "Als je kijkt naar het landbezit, dan bezitten die 25 procent dalits in de deelstaat Uttar Pradesh maar 7 procent van het land." In Zuid-India is de situatie niet veel beter met bijvoorbeeld 8 procent landbezit in de deelstaat Karnataka. De Noord-Indiase, straatarme en feodale deelstaat Bihar spant echter de kroon. Daar hebben volgens Rana zo'n dertig families uit hoge kasten de zeggenschap over vrijwel al het land. Deze deelstaat is dan ook het schouwspel van het ergste kastengeweld in India. Sommige dalits kiezen voor tegengeweld en dat geldt met name voor Bihar, waar ze reageren op massamoorden op dalits door de privélegers van rijke grootgr ondbezitters. Maar ook elders is er sprake van veel geweld tegen dalits. Volgens de Indiase misdaadstatistieken werden er in 1997 alleen al 8500 misdaden tegen dalits officieel gerapporteerd. Elk uur worden er twee dalits aangevallen, elke dag drie dalitvrouwen verkracht, twee dalits vermoord en twee huizen van dalits platgebrand. Maar geweld met geweld beantwoorden leidt alleen maar tot escalatie van geweld, zoals in Bihar duidelijk blijkt, en daar is niemand mee gediend, vindt Jyothi Raj.
Vreedzame weg
De Campaign for Dalit Human Rights kiest duidelijk voor de vreedzame weg. Niet geweld, maar het mobiliseren van de internationale publieke opinie en juridische stappen vormen dan ook de weg om eerbiediging van hun rechten af te dwingen, vinden Raj en Rana. Het probleem van de dalits is niet dat ze geen wettelijke rechten hebben, maar dat die niet gerespecteerd worden. Rana: "Wij vragen geen gunsten, maar eisen onze rechten op." De Indiase grondwet verbiedt onaanraakbaarheid, maar vooral in de dorpen op het platteland, waar driekwart van de bevolking woont, is er weinig veranderd. Dalits wonen als vanouds afgescheiden van de hogere kasten, doen het zware en het onreine werk en worden sociaal uitgesloten. "Wij werken in de velden. We bouwen de wegen, we bouwen het land. Maar we mogen niet eens in de tempels komen die we zelf hebben gebouwd", vertelt Jyothi Raj. Dat geweld tegen dalits vindt plaats ondanks een speciale wet uit 1989 die geweld tegen dalits moet tegengaan. De Indiase regering is ook grondwettelijk gebonden aan een beleid van positieve discriminatie om de achterstand van dalits op te heffen. Dat doet ze door overheidsbanen en plaatsen aan universiteiten te reserveren voor speciaal geregistreerde kastengroepen. Raj beschouwt reserveringen als een belangrijk hulpmiddel, maar ze hebben de ongelijkheid nog lang niet kunnen wegnemen. Ze zouden volgens haar ook samen moeten gaan met ander sociaal beleid, zoals goed en gratis universeel onderwijs. Volgens Rana valt te vrezen dat het belang van reservering in de toekomst zal afnemen. "Sinds de economische liberalisering worden steeds meer staatsondernemingen geprivatiseerd en daarmee gaan veel banen binnen die ondernemingen die gereserveerd waren voor dalits, verloren voor onze gemeenschap."
Uitgespeeld
Raj verduidelijkt dat het voor dalits nog steeds zeer moeilijk is op de vrije arbeidsmarkt te concurreren met mensen uit hogere kasten, vanwege achterstand op het gebied van onderwijs en vooroordelen bij werkgevers. Op de vraag waarom de dalits er niet in slagen meer politieke vertegenwoordiging te verwerven, antwoordt Rana dat stemmen van dalits vaak met geld en beloften worden gekocht en dalits tegen elkaar worden uitgespeeld. Daarin komt wel verandering met de opkomst van politieke "dalitpartijen", geleid door dalitpolitici, zoals de BSP, die het in Noord-India goed doet, maar evenredige vertegenwoordiging van dalits in het parlement is nog ver weg, meent Rana. Beide dalitvertegenwoordigers verwachten dat het geweld tegen dalits de komende tijd zal toenemen, omdat hun groeiende sociale en politieke bewustzijn leidt tot spanningen met de hogere kasten. Over de mate waarin het Westen kan bijdragen aan verbetering van het lot van de dalits tonen Raj en Rana zich redelijk positief. Internationale druk kan helpen. De Indiase politiek is volgens hen zeker gevoelig voor blootstelling van de sociale werkelijkheid aan de wereldopinie. Ook het feit dat de wetten die de democratische rechtstaat India zelf in het leven heeft geroepen onvoldoende worden nageleefd, ligt gevoelig. Peter van der Veer, hoogleraar godsdienstwetenschappen en maatschappij, toonde zich tijdens de manifestatie "Doe recht aan de dalits", afgelopen dinsdag (13 april) in Utrecht, hierover sceptisch: "De situatie lijkt op het rassenvraagstuk in de VS. Als je invloed van buitenaf wil uitoefenen, moet je je ook afvragen: Kunnen we invloed uitoefenen op de situatie in de VS?" Tweede-Kamerlid J. L. van den Akker (CDA) ziet daarentegen meer mogelijkheden voor de Nederlandse regering om invloed uit te oefenen. "Nederlandse bewindslieden zouden tijdens bezoeken aan India elk punt moeten aangrijpen om de dalitkwestie bij de Indiase regering aan te kaarten", zei Van den Akker in Utrecht. Hij verwees daarbij naar bezoeken aan China, waar mensenrechten steevast een rol spelen, iets dat nu weer actueel is vanwege het bezoek van koningin Beatrix, prins Claus, kroonprins Willem-Alexander en een politieke en zakelijke delegatie aan dat land.
Zuid-Afrika
Ook verwees hij naar de situatie zoals destijds rond Zuid-Afrika. "Ook daar konden we een behoorlijke case opbouwen", aldus de parlementariër. Die vergelijking met de situatie in het vroegere Zuid-Afrika maken veel dalitorganisaties en -leiders zelf ook. Zoals de christelijke dalitleider dominee James Massey, die in maart ons land bezocht. Hoewel het Indiase kastenstelsel zijn eigen karakteristieken heeft, zoals het feit dat het s ysteem al extreem lang (zo'n 3000 jaar) bestaat en de sterke relatie tussen kaste en beroep, ziet Massey duidelijke overeenkomsten met het apartheidssysteem. Maar in Zuid-Afrika was het systeem van de apartheid van overheidswege gesanctioneerd, en in India hebben de dalits in ieder geval wetten waar ze een beroep op kunnen doen en naleving via de rechter kunnen proberen af te dwingen. Makkelijk zal dat volgens Jyothi Raj niet zijn. "Van de vierhonderd hogere rechters in India zijn er slechts dertien dalit."
Drs. H. Boon is freelance journalist en publiceert met name over de derde wereld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1999
Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1999
Reformatorisch Dagblad | 48 Pagina's