"Wij hebben altijd gelijk, dat is de grap"
Bejaarden uit Amsterdam bekampen met succes zaadveredelingsbedrijven
Waarmee vult een bejaarde, alleenstaande vrouw, wonend in een Amsterdams bovenhuis, haar dag? Door het spionnetje kijken, kopje thee drinken, breiwerkje? Mevrouw Lily Eijsten (82) niet. Zij vecht met succes vergunningen aan voor het verbouwen van genetisch gemanipuleerde gewassen en bestookt het ministerie van VROM met bezwaarschriften. "Ze worden daar gek van ons."
Bedrijvig scharrelt mevrouw Eijsten door haar huis. De lange, steile trap naar haar bovenwoning bewijst dat zij nog goed ter been is. In haar woonkamer staan een ouderwetse typemachine, allerhande ordners en twee grote dossierkasten. "Zonnebloemen", vermeldt een van de labels. "Maïsgluten" en "Aardappels/Agrevo", staat op de volgende laatjes te lezen. Wie een strijd voert tegen de grote zaadbedrijven, moet goed gedocumenteerd zijn.
Serieus genomen
Maar liefst 38 beroepsprocedures heeft Eijsten op dit moment bij de Raad van State lopen. Allemaal gericht tegen het ministerie van VROM. Het departement verleent naar haar stellige overtuiging veel te gemakkelijk vergunningen aan bedrijven die proeven willen nemen met genetisch gemanipuleerde gewassen. De beroepschriften van Eijsten zijn goed onderbouwd en worden door de Raad van State serieus genomen.
Mevrouw Eijsten steunt bij haar acties op geen enkele organisatie of achterban. Wel werkt ze dagelijks samen met haar 74-jarige 'compagnon', de heer Van der Meulen, die enkele straten verderop woont. Samen pluizen de ouderen NRC Handelsblad uit op bekendmakingen van het ministerie van Milieu. Daarin maakt het departement publiek welk bedrijf welke vergunning heeft aangevraagd. Als het even kan, klimmen de twee Amsterdammers in de pen om een commentaar of een bezwaarschrift in te leveren. Neemt VROM hun schrijverij niet serieus -wat meestal het geval is-, dan stappen zij naar de Raad van State. Dinsdag 15 juni reist Eijsten weer naar Den Haag. Op die dag worden drie van hun beroepszaken behandeld.
Ingetrokken
Het grootste succes van Eijsten en Van der Meulen betreft een zogenaamde parapluvergunning van een bedrijf in Lelystad. De onderneming heeft de vergunningsaanvraag, nadat de Amsterdammers in het geweer waren gekomen, zelf ingetrokken. Alle andere procedures lopen nog. Maar ook die hebben nu al hun effect, want de beroepsgang heeft een opschortende werking. Zolang de raad geen uitspraak heeft gedaan, mogen bedrijven zoals Van der Have en Avebe hun proefvelden niet volzaaien. "Witheet zijn ze daar als wij weer eens aan de bel trekken. Maar wij hebben altijd gelijk, dat is de grap."
Eijstens betrokkenheid bij genetische manipulatie ontstond in 1992. Toen kwam ze in het nabijgelegen Beatrixpark in aanraking met het onkruidbestrijdingsmiddel Finale SL14. Ze kreeg vreemde verschijnselen: rood uitgeslagen benen, oedeem en ademhalingsmoeilijkheden. Aangezien medici haar weinig konden vertellen over de aard en oorzaak van haar aandoeningen, begon zij zelf literatuuronderzoek te doen. Eijsten beet zich in de zaak vast, inmiddels bijgestaan door de gepensioneerde chemicus Van der Meulen, "die ik kende van de bridgeclub."
Ergernis
De rasechte Amsterdamse hield aan de affaire een been over dat nog regelmatig opspeelt -volgende week moet ze weer naar het ziekenhuis-, maar ook een flink brok ergernis. In die tijd is de kiem gelegd voor haar acties tegen proeven met genetische manipulatie. Want die hebben alles te maken met het gebruik van bestrijdingsmiddelen, legt Eijsten uit.
"In de traditionele landbouw moeten bestrijdingsmiddelen heel voorzichtig gedoseerd worden. Ze moeten wel het onkruid raken, maar niet de maïs. Genetisch gemanipuleerde maïs op de proefvelden is resistent tegen bestrijdingsmiddelen, die dus veel royaler en ongecontroleerder gebruikt kunnen worden. Volgens de gebruikers is dat niet gevaarlijk. Die middelen verwaaien binnen de kortste tijd, zegt men dan. Maar dat is niet waar, hoor. Daar heb ik heel dikke rapporten over."
"Mede daarom verzet ik me zo tegen al die proefvelden met genetisch gemanipuleerde gewassen. Je hoeft daar toch niet heen te gaan? zeggen ze dan. Jaja, maar als je niet weet waar ze liggen, kun je ze ook niet vermijden. Ik zou niet weten waar ik in Nederland wel en waar ik niet op vakantie zou kunnen. Die velden liggen door het hele land. Er zijn vergunningen afgegeven voor 8500 hectare, dat is gelijk aan 17.000 voetbalvelden."
Moeilijke woorden
Ook de genetische manipulatie zelf is gevaarlijk, vindt Eijsten. "Behalve tegen het inbrengen van herbicideresistentiegenen heb ik ook bezwaar tegen het inbrengen van antibioticaresistentiegenen. Ja, het zijn allemaal moeilijke woorden, maar het is wel belangrijk. U moet niet schrijven antibioticaresistenté genen, want dat slaat nergens op, maar antibioticaresistentíégenen. Mensen kunnen daardoor resistent worden tegen bepaalde soorten van antibiotica. Dat vinden wij een gevaar."
"Neem nu de aardappel die Avebe op de markt wil brengen. Daar zit een genconstruct in -vergeef me de woorden-, npt III genaamd, dat resistentie geeft tegen Amikacine, een bepaalde soort antibioticum. Stel dat je oud bent en tbc hebt, of een lage longontsteking of kanker in een bepaalde vorm. Dan heb je een laatste redmiddel nodig. Dat is vaak Amikacine. Dat spul helpt echter niet, als je daartegen resistent bent geworden."
"Dan zegt de Cogem (de commissie die de toelating van genetisch gemodificeerde organismen beoordeelt, AdJ): Het wordt bijna niet gebruikt. Maar ik heb met een deskundige in Leuven gebeld, die zei: Het wordt, áls het gebruikt wordt, heel voorzíchtig toegepast. Dat is heel wat anders! Het zou dus jammer zijn als Amikacine niet meer zou werken door die aardappeleterij. Wij hebben op de aanvraag van Avebe commentaar geleverd en voorlopig mogen ze die aardappel niet op de markt brengen. Ha, ha."
Onderzoek
Hoe komt Eijsten aan al haar kennis?
"Het meeste is afkomstig van Van der Meulen. Die is de echte deskundige. Hij is ernstig ziek, maar door deze bezigheden leeft hij op."
Van der Meulen heeft bij een groot bedrijf in Amsterdam gewerkt als researchchemicus en als literatuuronderzoeker. "In die combinatie kan hij alles boven tafel halen wat hij wil. Bijna niemand in Nederland kan zo goed literatuuronderzoek plegen. Dat is een professie apart. Zo hebben we onlangs het chemische concern Hoechst onaangenaam verrast met een rapport uit 1996 van professor Tomoko Fujii uit Japan. Hadden ze nog nooit van gehoord! Maar dat interesseert ons niet. Het gaat erom of Fujii gelijk heeft of niet. En dan moet Hoechst niet met allerlei drogredenen proberen eronderuit te kronkelen."
U noemt Van der Meulen de echte deskundige, maar u weet er zelf ook heel wat van. Wat hebt u voor opleiding?
"Ja, dat vragen ze nou altijd. Ben je 82 jaar oud, willen ze nog je opleiding weten. Ik ben dom geboren en heb veel bijgeleerd, zeg ik altijd. Maar zonder gekheid: in 1935 heb ik de OHS, Openbare Handelsschool, afgerond: literair-economische richting. Die opleiding bestaat nu niet meer. Laat ik het zo zeggen: het was een school waar je goed leerde jezelf te redden. Daarna ben ik als een haas op kantoor gaan zitten en heb ik bij allerlei bedrijven gewerkt: makelaardij, Fokker, ook nog bij de Verenigde Naties. Ik heb overal rondgekeken. Mij maken ze niet veel meer wijs."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1999
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 april 1999
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's