Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De les van het zendingsveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De les van het zendingsveld

Drs. G. Nieuwenhuis, veranderd én verrijkt na 25 jaar zendingsdienst

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zending bedrijven is werken aan de fronten van Gods Koninkrijk. Woensdag stond drs. G. Nieuwenhuis, algemeen secretaris van de Zending van de Gereformeerde Gemeenten (ZGG), bepakt en bezakt weer op Schiphol. Bestemming: Moskou. Nieuwenhuis is een reislustig man. Visitatie, coördinatie, advisering en het uitzetten van nieuw beleid, het is maar een greep uit de veelzijdigheid van zijn functie. Volgende week is hij 25 jaar in dienst van de ZGG.

In die kwarteeuw is het zendingswerk ingrijpend veranderd. En wat Nieuwenhuis betreft kan het thuisfront van de eigen zendingskerken best nog wat leren.

Op dit moment verblijft Nieuwenhuis in Tasjkent (Oezbekistan), waar hij samen met de voormalige evangelist uit Guinee, Joh. Commelin, lezingen houdt tijdens een conferentie van niet-geregistreerde baptisten. Het evangeliseren onder moslims vormt de hoofdmoot van het programma. Ook dat typeert Nieuwenhuis, ook dat typeert de ZGG. Zending is niet meer een solo-activiteit van een bepaalde kerk, maar krijgt gestalte in samenwerking met andere kerken en organisaties.

Goede leerschool

1974. Nieuwenhuis wordt als zendingswerker uitgezonden naar Igede in Nigeria, in samenwerking met de Methodist Church of Nigeria. "Daar gaf ik les aan de bijbellandbouwschool. Ik werd daar vrij snel voorzitter en coördinator van het zendingsteam. Het was voor mij een goede leerschool. Op verzoek van het deputaatschap ben ik in 1980 in Nederland gaan werken als algemeen secretaris van het zendingsdeputaatschap en tegelijkertijd als hoofd van het zendingsbureau. Het ging om een nieuwe functie, die nog ingevuld moest worden. De functie was bedoeld om de besluiten van de zendingsdeputaten uit te voeren en hen te adviseren ten behoeve van nieuw beleid. Ik kreeg alle correspondentie van de velden en van de zendingskerken, die ik vervolgens voorzag van opmerkingen en adviezen."

Wat is er in de afgelopen 25 jaar allemaal veranderd?

"De kerken zijn zelfstandig geworden en hebben soms zelfs de leiding in het zendingswerk gekregen. Er is een ontwikkeling geweest van pionierswerk naar begeleiding en kennisoverdracht. Wij zijn traditioneel op het platteland begonnen en nu zijn we, zoals in Ecuador, Albanië en Guinee, ook in de steden terechtgekomen. Terwijl we 25 jaar geleden nog zelfstandig konden werken, zonder al te veel overheidbemoeienis, is dat nu anders geworden. In Ecuador kom je niet eens meer op eigen kracht binnen, maar alleen via Mission to the World. De overheid stelt ook steeds meer eisen. In Indonesië en Nigeria mag je bij een vastgesteld quotum alleen bepaalde mensen binnenhalen, die gekwalificeerd zijn. Op Irian Jaya werken al veel inheemse mensen met een volwaardige universitaire opleiding. Het beeld van zending bedrijven is in 25 jaar tijd erg veranderd."

Men zegt wel dat zendingswerkers veranderen tijdens hun werk. Is daar een verklaring voor?

"Zendingswerkers genieten een grote mate van vrijheid en de begeleiding vindt grotendeels plaats op afstand. Ze komen in aanraking met andere zendelingen, met andere culturen en gewoonten. Dat leert het eigen kerkelijk leven relativeren. Er zijn christenen die bijvoorbeeld moeite hebben met onze rookcultuur, maar er geen enkel punt van maken om op zondag te reizen. Als je tegen mensen buiten je kerkelijke kring zegt dat je gereformeerd bent, denken ze direct aan de uitverkiezing. Waarom doe je dan aan zending? vragen ze. Als God mensen uitverkoren heeft, worden die toch wel behouden? Je ziet dat mensen karikaturen hebben van "gereformeerd". Als je aan Amerikanen vertelt dat je voorstander van de kinderdoop bent, hebben ze het idee dat je een soort oecumenische zendingsorganisatie vertegenwoordigt. Bij kinderdoop denkt men dat alle gedoopte kinderen als kinderen van God beschouwd worden. Die opvatting ben ik verschillende keren tegengekomen, bijvooorbeeld in Brazilië."

Bent u ook zelf veranderd? "Ik merk dat best wel. Je ontmoet mensen van andere tradities, baptisten, mensen van de Christian Mission of Albania, van de Society of International Mission, mensen die het gereformeerde belijden niet of nauwelijks kennen, maar met wie je je toch verbonden voelt vanuit het Woord. Toen ik in Guinee begon, wist ik heg noch steg, maar ik ben geweldig geholpen door de plaatselijke directeur van de Cama-zending. Hij zei dat de geestelijke nood in Guinee zo groot was en dat er zo veel te doen was, dat hij graag zijn medewerking wilde verlenen aan een zendingsorganisatie die het Woord van God mede hielp verbreiden. Datzelfde geldt voor de niet-geregistreerde baptisten in Rusland. Ten aanzien van een zaak als de uitverkiezing verschil je van mening met elkaar, maar je voelt je tegelijkertijd nauw met hen verbonden vanwege hun eerbied voor het Woord. Het "uit genade alleen" is het wat ons op zulke momenten verbindt."

Levert de vrijheid van de zendingswerker spanning op met het thuisfront?

"Het kan inderdaad zover gaan dat men ook het gereformeerde belijden gaat relativeren. Maar dat hoeft helemaal niet. Ik ben juist voor mezelf tot de ontdekking gekomen dat in de ontmoetingen met mensen van andere culturen het gereformeerde belijden waarde krijgt. Het vergt wel behoedzaamheid van zendingswerkers die weer terugkomen naar Nederland. Ze hebben vele jaren geprobeerd zich de cultuur van het zendingsgebied eigen te maken en in die context Gods Woord te brengen. Als je thuis bent, heb je eigenlijk weer eenzelfde taak: die mensen te respecteren die minder ver over de grens hebben gekeken. In Nederland leeft nog wel eens het idee dat zoals er hier tegen het eigen kerkelijk leven wordt aangekeken, dat de enig juiste weg is. Je moet hen echter niet meewarig bekijken. Elke kerk heeft haar eigenaardigheden, waar je als buitenstaander altijd even van opkijkt. En alle kerken wijzen ook op bijbelse argumenten daarvoor."

Het blad Paulus biedt een uitgebreid scala aan activiteiten. Kunt u zeggen dat zending leeft in de Gereformeerde Gemeenten?

"Daar zeg ik eerlijk "ja", maar even eerlijk "nee" op. Ja, omdat ik weet dat er veel meeleven is. Ik denk onder meer aan het grote aantal vrijwilligers, aan de inzet voor papieracties (waardoor in de loop der tijd miljoenen zijn binnengehaald) en aan het werk van de vrouwenverenigingen. Tegelijkertijd zit er ook een stukje pijn. Er is wel gezegd: "Zendingswerk is jezelf in de collectezak stoppen." Wij leggen de laatste tijd vooral de nadruk op kerkelijk opbouwwerk, zoals evangelisatie- en jeugdwerkactiviteiten. Maar juist voor kerkenwerker zijn er maar liefst zeven of acht vacatures en die staan al enkele jaren open. Al zijn niet alle gemeenten even betrokken, we proberen wel de breedte van de kerk vast te houden en vooral contact te houden met het grondvlak. Dáár komen immers de zendingswerkers en de financiën uit voort. We willen in onze voorlichting niet provoceren. Aan de andere kant moeten de lezers van Paulus wel een beeld van het zendingswerk krijgen dat correspondeert met de werkelijkheid."

Als er zo veel vacatures zijn, is de eigen kerk dan wel werkelijk een zéndende kerk?

"Het is erg moeilijk aan mensen te komen. Dat is waar. Aan de andere kant is er juist onder jonge mensen een hernieuwde belangstelling voor en grote betrokkenheid bij de zending. We zijn echter vooral op zoek naar mensen in de leeftijd tussen 30 en 40 jaar, naar mensen die een stuk levenservaring en ambtelijke ervaring hebben. Maar we denken ook aan wat oudere mensen van wie de kinderen het huis uit zijn. Veel zendingswerkers keren namelijk terug vanwege familieomstandigheden."

Achterkant

Zendingswerk is niet alleen het mooie werk van de grote daden des Heeren. Er gaat ook moeite en strijd mee gepaard. Daarvan is drs. Nieuwenhuis overtuigd. "Er is een voorkant, maar ook een achterkant van het zendingswerk. Zendingswerk is het werken aan de fronten van Gods Koninkrijk, en dat gaat met strijd en teleurstelling gepaard. Dat is een van de ergste dingen die je kunnen overkomen. Soms heb je hoge verwachtingen van mensen, maar dan gebeurt het dat ze terugvallen in het heidendom, of dat ze zelfs bittere vijanden van de waarheid worden. Zendingswerkers zijn over het algemeen sterke persoonlijkheden en dat verhoogt ook de kans op conflicten, wat weer afbreuk doet aan Gods Koninkrijk. Ook in het zendingswerk zit veel menselijks. Dat leert ons dat het werk uiteindelijk niet vastligt in handen van mensen, maar dat het vastligt bij God. Als je vraagt wat mij nu eigenlijk blijdschap geeft, is het dat je ziet dat God overal bezig is Zijn Kerk te bouwen. Gods Koninkrijk is wereldwijd en de ingang is overal hetzelfde, namelijk door gees- telijke wedergeboorte en geloof, door de persoonlijke kennis van de Heere."

Op het zendingsveld worden waarschijnlijk andere discussies gevoerd dan in Nederland.

"Generaliserend gesproken: de discussie over de vraag of het om het hoofd óf om het hart gaat, kom je, althans bij de eerste generatie van christenen, nauwelijks tegen. Gods Woord is voor hen ook werkelijk Gods Woord en het is geen vraag of je dat gelooft met je hart of met je verstand. De boom wordt aan zijn vruchten gekend. In het leven van bekeerlingen op het zendingsveld blijkt wat er in hun hart leeft, terwijl ze niet altijd goed in staat zijn om dat precies te verwoorden. Wanneer die mensen horen dat er hier in Nederland gemeenteleden zijn die altijd twijfelen en nooit geloven dat God ook hun God is, dan is dat voor hen moeilijk te begrijpen. Dat reflecterende, of de genade wel voor mij is, komt daar minder voor. Men beleeft op het zendingsveld meer een kinderlijk geloof, in de goede zin van het Woord. Je ontmoet daar mensen die bidden voordat ze bijvoorbeeld in de auto stappen en die God nodig hebben voor de kleinste dingen in hun leven. Dat wil niet zeggen dat zij nooit strijd kennen. De polen van zonde en genade wordt ook door hen gekend."

Nederland kan nog leren van de zendingskerken.

"Jazeker, in onze tijd van individualisme leven we in de kerk steeds meer langs elkaar heen. We hebben wel eens mensen van het zendingsveld een zorgcentrum laten bezoeken. Na een rondleiding zeiden ze: We hebben nu de grootouders gezien, waar zijn de kinderen? Ook de visitatoren die op bezoek gaan in de zendingsgebieden doen positieve indrukken op. Ik zeg niet dat het daar alles goud is wat er blinkt, integendeel, maar er is toch betrokkenheid bij de dienst des Heeren. Men hecht daarbij minder aan tradities. Er zijn geen mooie kerken en het is alles minder goed georganiseerd. Wat we van hen vooral kunnen leren, is de drang om anderen met het Evangelie te bereiken."

De ZGG heeft grote behoefte aan zendingspredikanten. Het geld daarvoor is, voor het eerst na verschillende jaren, weer aanwezig. Maar er zijn geen mensen beschikbaar.

"En dat is erg jammer. Wanneer er nu meer geld binnenkomt, klemt het des te meer dat er vacatures zijn. De stijging van de inkomsten betekent heel concreet dat het opvullen van vacatures nu goed mogelijk is. We zouden zendingspredikanten kunnen gebruiken in Albanië, in Guinee of in Ecuador. Het gegeven dat we moeilijk aan zendingswerkers kunnen komen, is toch een bepaalde geestelijke thermometer. Als je geestelijk bloeiende gemeenten hebt, komen er ook mensen met gaven en met drang om het Evangelie te verkondigen. Je ziet dat de bloeitijd van de kerk altijd gepaard ging met actieve verbreiding van het Evangelie. Het is beschamend dat er zo weinig aanmeldingen zijn. Er wordt wel gezegd dat wij zo veel mensen zouden afwijzen, maar er zijn zo weinig aanmeldingen. Dáár ligt het probleem."

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1999

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's

De les van het zendingsveld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1999

Reformatorisch Dagblad | 26 Pagina's