De strijder in de studeerkamer
Ds. Koolen: De kerkelijke procedure rond "Sions worstelingen" was zeer onbillijk
Hij moet wel een strijdlustig predikant geweest zijn, Jacobus Fruytier (1659-1731). Althans, zo willen tijdgenoten en historici uit later eeuwen het doen geloven. De Rotterdamse predikant is afgeschilderd als een stijfhoofdige scheurmaker, een rusteloze roervink. Het werd tijd voor eerherstel, vond de hervormde ds. J. Koolen. Dat nam de vorm aan van een uitvoerige biografie, die eind deze maand verschijnt.
"Mijn perfectionisme is mijn val", verzucht ds. Koolen. "Het is zelfs zo mijn val dat ik tot het laatste toe de drukproef heb zitten corrigeren. En nog heb ik kleinigheden moeten laten zitten, anders was het einde zoek."
Dat geldt ook de inhoud? "Soms denk ik: Had ik dit hoofdstuk niet wat moeten uitbreiden, had ik hier nog over moeten schrijven? Maar kom, je kunt niet aan de gang blijven."
Studeren
Wie zou denken dat de hervormde predikant met zuchten zijn boek over Fruytier geschreven heeft, vergist zich. Ds. Koolen studeert graag, maar kwam er als gemeentepredikant onvoldoende aan toe, zegt hij achteraf. Het geven van godsdienstlessen op drie scholen (in zijn eerste gemeente Reeuwijk), het voorzitterschap van de protestants-christelijke vleugel van het Gorinchemse ziekenhuis (in Werkendam) en het eindredacteurschap van het regionale kerkblad (in IJsselstein) slokte naast het predikantschap zo veel tijd op dat van serieus doorstuderen weinig kwam. De ruimte kwam er toen ds. Koolen in 1993 met emeritaat ging.
De persoon van Fruytier boeide de hervormde predikant al langer. "Er is eens een scriptie over hem geschreven, een lezing gehouden, een artikel geschreven, de Fruytierscholengemeenschap gaf een boek uit, maar er bleven nog witte vlekken over." Het boek had een dissertatie kunnen worden? "Dat lijkt me een te lange weg te worden, gelet op mijn leeftijd."
Het boek mag dan geen dissertatie zijn, een grondige studie is het wel. In ruim 300 bladzijden, inclusief meer dan 1000 noten, geeft ds. Koolen een beeld van de "strijdvaardige vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie." Na een schets van Fruytiers leven volgen hoofdstukken over onder meer Fruytiers polemiek met Verschoor, Röell en Lampe, de problemen rond zijn boek "Sions worstelingen", alsmede Fruytiers visie op de Joden, de geschiedenis en zijn belangstelling voor de jeugd.
Verwond
Het maken van een levensschets was niet eenvoudig, omdat alleen kerkenraadsnotulen bewaard zijn gebleven uit de eerste (Aardenburg) en de laatste gemeente (Rotterdam) die Fruytier diende. Het doorlezen van de notulen van Aardenburg hebben ds. Koolen "min of meer verwond", bekent hij. "Bladzijde na bladzijde worden tuchtgevallen vermeld wegens dronkenschap, ontucht, vloeken, vechtpartijen, herbergbezoek en winkelopenstelling op zondag."
Het heeft de emeritus predikant in Fruytiers ambtsbediening in Aardenburg juist weer "pijnlijk getroffen" dat de acta volslagen voorbijgaan aan verdrietige gebeurtenissen in Fruytiers leven. "Op de dag dat zijn eerste echtgenote begraven werd, was er gewoon kerkenraadsvergadering. De notulen reppen met geen woord over het sterfgeval. En later zouden de Rotterdamse notulen zelfs het overlijden van Fruytier zelf niet noemen."
Welke beeld had u van Fruytier voordat u uw onderzoek begon?
"Eigenlijk hetzelfde beeld als de biografische woordenboeken tekenen. Deze willen ons doen geloven dat Fruytier een zwartkijker was, een driftig man ook. Al studerend ben ik erachter gekomen dat hem daarmee geen recht gedaan wordt. Het spijtige is dat historici elkaar nogal eens hebben nageschreven, zonder zelf op onderzoek uit te gaan.
Je zou kunnen zeggen dat ik Fruytier eerherstel heb willen geven. Vóór alles is hij in mijn ogen een verdediger van de gereformeerde waarheid. Zeker, ik wil erkennen dat ook Fruytier een kind van zijn tijd was. Hij was richting zijn tegenstanders ook wel eens heel scherp. Toch vind ik dat hij op zijn manier een mildheid laat zien en personen met achting behandelde. Opvallend vind ik bijvoorbeeld dat hij bijna eindeloos de orthodoxe coccejanen de handen boven het hoofd hield en hun de broederhand toereikte."
Onbillijk
Vooral rond de uitgave van het boek "Sions worstelingen" is Fruytier zeer onbillijk behandeld, vindt ds. Koolen. "Inderdaad kreeg Fruytier geen toestemming van de classis om het boek te drukken, maar de uitgever heeft het tegen zijn wil toch gedaan. En daarvan kreeg Fruytier de rekening gepresenteerd."
In zijn boek wijdt ds. Koolen een apart hoofdstuk aan deze donkere bladzijde uit de ambtsbediening van de Rotterdamse predikant, die zelfs enige tijd werd geschorst. "Hij is schandelijk behandeld", zegt de predikant uit IJsselstein. "Zelfs op Fruytiers sterfbed was deze wond nog niet genezen."
Volgens ds. Koolen richtte de boosheid zich vooral tegen de inhoud van "Sions worstelingen". "Fruytier pakte daarin het opkomende rationalisme aan, waar de meer vooruitstrevende coccejanen zo achteraan liepen."
Geschiedenis
In de twee delen "Gerigts-handelingen" belicht Fruytier de geschiedenis van de Gereformeerde Kerk in Nederland. De onkunde, de ongodsdienstigheid en de ijverloosheid van het Nederlandse volk zijn voor de predikant redenen waarom God met Nederland in het gericht zou treden.
De geschiedschrijving van Fruytier, zegt ds. Koolen, lijkt op die van Richteren en Kronieken. "God is de handelende Persoon in de geschiedenis. Dezelfde God oordeelt een volk naar zijn daden."
Welke betekenis heeft een dergelijke geschiedschrijving voor deze tijd?
"In de eerste plaats wijst Fruytier erop dát de geschiedenis van de kerk van belang is. Hij wilde met zijn boek bevorderen dat mensen de geschiedenis niet zouden vergeten.
Fruytiers geschiedschrijving heeft ook iets aantrekkelijks, maar misschien trok hij wel te haastige conclusies. Ds. J. J. Poot zei eens tegen me: "Ik heb er Gods hand in gezien dat jij predikant in Reeuwijk werd. Jij ijverde voor een kerk in Reeuwijk-Brug, waar toen slechts een paar huizen stonden. De kerkenraad ging erin mee, de kerkvoogdij niet, maar toch kwam er een kerk.""
"Zulke dingen", zegt ds. Koolen, "kun je alleen achteraf zien en in het geloof belijden. Al te gemakkelijk passen we anders de geschiedenis in ons straatje in.
Nee, ik zou op Fruytiers manier toch geen geschiedenisboek kunnen schrijven, denk ik. Misschien zijn wij ook weer te veel kind van onze tijd, ja. We zijn te voorzichtig, bang een historische blunder te begaan."
Dwalingen
Fruytier heeft, vooral in zijn Rotterdamse tijd, veel energie gestoken in de bestrijding van allerlei dwalingen. "Hoeveel tijd zou hij aan zijn gemeente besteed hebben?" vroeg ds. Koolen zich wel eens af.
Fruytier schreef het ene boek na het andere. De medaille heeft ook een andere kant. "Fruytier leunde in wat hij schreef sterk op anderen", vindt ds. Koolen. "Voor het boek "Sions worstelingen" heeft hij het eerste deel van Triglands kerkgeschiedenis geplukt. Verder nam hij nogal eens wat van Abraham van de Velde over en ook Witsius' werk was voor hem een dankbare bron. Eigenlijk wil ik niet graag iets negatiefs over Fruytier zeggen, ik wil hem juist eerherstel geven, maar toch moet je eerlijk bekennen dat hij niet echt origineel was."
Blijkbaar vond Fruytier het gewoon nodig om dezelfde dingen nog een keer te zeggen. Ds. Koolen: "Ik denk dat die tijd dat met zich meebracht. Fruytier voelde dat de gereformeerde religie werd aangerand door het opkomende verlichtingsdenken. Daarom heeft hij onophoudelijk en scherp gewaarschuwd tegen het rationalisme."
Geloof en zekerheid
Dogmatisch gezien waren het discussies van betekenis die Fruytier voerde. Zo moest hij het opnemen tegen de Middelburgse oefenaar Jacobus Verschoor. Deze keerde zich tegen de "roomse inmengsels" die hij onder de gereformeerden zag. Het heil zou afhankelijk gemaakt zijn van menselijke plichten.
Verschoor legde zelf sterke nadruk op de rechtvaardiging in de kruisdood van Christus. Hij benadrukte dit echter zo dat de rechtvaardiging door het geloof niet meer was dan een bewustwording van de schuldvergeving. Verschoor wilde ook geen onderscheid maken tussen de geloofsdaad van het zich aan Christus overgeven en de zekerheid van de vergeving van zonden.
Voor ds. Koolen is de les uit deze discussie dat de zekerheid van het heil inderdaad buiten de mens ligt. "Zolang we blijven wroeten in onszelf en als we niet verder komen dan de vraag: Is het wel voor mij? dan zit er iets fout. Een predikant zal zijn gemeente moeten voorhouden dat we zonder Christus niet gelukkig zijn. Hij moet het appèl tot het geloof aan de gemeente voorhouden. Op dat punt heb ik van Kohlbrugge geleerd dat zoekende zielen, met al hun vuile zonden, tot Christus gebracht moeten worden.
Aan de andere kant kun je er ook zo veel nadruk op leggen dat Christus voor de zonde is gestorven dat dit iets vanzelfsprekends wordt. Fruytier vond dat Verschoor bij een algemene verzoening uitkwam. Hij weigerde daarom Verschoor gereformeerd te noemen."
Joden
Wie de emeritus predikant aan het einde van zijn studie vraagt naar zijn persoonlijke indruk van Fruytier krijgt een gedreven antwoord dat binnen de kortste keren belandt bij de visie op de Joden. "Kijk, daar heb je zo'n punt. Veel nadere reformatoren hadden verwachtingen van het Jodendom, terwijl Fruytier daar niets van laat blijken. Hij schrijft juist altijd negatief over de Joden. Voor hem was duidelijk dat de kerk de plaats van Israël heeft ingenomen."
Eigenlijk is Fruytiers houding voor ds. Koolen nog een raadsel. "Heeft hij in zijn Rotterdamse tijd dan helemaal niets opgestoken van zijn collega's Hellenbroek en W. à Brakel, die uitzagen naar de bekering van het Joodse volk?"
Jeugd
Zeer positief is ds. Koolen over Fruytiers warme belangstelling voor de jeugd. Op 66-jarige leeftijd gaf de Rotterdamse predikant "Salomo's raad aan de jeugd" uit, twee jaar later gevolgd door "Groot voorrecht van de christenkinderen".
In "Salomo's raad" keerde de Rotterdamse predikant zich onder meer tegen de opvatting van zedenmeester Jacob Cats, die begrip wilde wekken voor de 'gekkigheid' van jongeren. Dat zou met de leeftijd vanzelf verdwijnen. Fruytier stelde daartegenover juist Gods oproep om Hem in de jeugd te zoeken. Bovendien, in het dienen van God is veel meer blijdschap te vinden dan in het genieten van de wereld, schreef Fruytier.
De Rotterdamse predikant beklaagde er zich in zijn tijd overigens al over dat de samenwerking tussen kerk, school en gezin onder druk stond. Volgens hem verstonden ouders onvoldoende hun plicht om de kinderen naar Gods Woord op te voeden.
Voor de jeugd zelf blijft de oude predikant gunnend en royaal. "Fruytier schreef op pastorale toon hoe rijk het is om in de jonge jaren de Heere te dienen. Hij probeerde de jeugd te winnen voor een godzalig leven. Ook op dat punt heb ik mijn mening over Fruytier moeten bijstellen. Ik dacht dat hij een star orthodox predikant was. Maar de weinige preken die van hem zijn overgeleverd, ademen een heel andere geest. Daarin prijst hij juist de heerlijkheid van de Heere Jezus aan."
Mede n.a.v. "Jacobus Fruytier; een strijdvaardig vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie", door drs. J. Koolen; uitg. De Banier, Utrecht, 2000; ISBN 90 336 04 809; 320 blz.; 39,50.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2000
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 november 2000
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's