"Er is geen vast punt in Schrift en belijdenis"
Prof. De Kruijf tijdens Hoedemaker-symposium:
UTRECHT - Er is geen vast punt in Schrift en belijdenis. Als de belijdenisgeschriften canonieke waarde zouden hebben, dan had God zich volgens prof. dr. G. G. de Kruijf in die teksten in plaats van in de Schrift geopenbaard. Belijden doorbreekt wel de willekeur en subjectiviteit, zei hij zaterdag in Utrecht tijdens een bijeenkomst van de vereniging Hoedemaker rond het thema "Belijden zonder belijdenis?"
De Leidse dogmaticus legde -in de lijn van de kerkorde van de Samen-op-Wegkerken- de nadruk op de belijdenis als "het begaan van een weg". Dat is niet willekeurig, maar het gaat om een gebaande weg, die je gaat in gemeenschap met het voorgeslacht. Belijdenisgeschriften zijn geen theologische uiteenzettingen, noch zijn er belijdenissen waarin Gods openbaring adequaat is uitgedrukt, zei De Kruijf verder. Prof. Graafland komt volgens De Kruijf van de regen in de drup wanneer hij zekerheid zoekt in de Schrift. "De Schrift is een menselijk getuigenis. God heeft Zich niet te kennen gegeven in 95 stellingen, in een leer, maar in ontmoetingen met mensen die dat uitdrukken in verhalen."
Prof. De Kruijf bepleitte "volstrekte relativering" van de belijdenisgeschriften. Dat betekent niet dat ze in de archiefkast moeten. "Het gaat om de erkenning van de betekenis van de strijd van ons voorgeslacht voor onszelf." Het afschaffen van de orthodoxe meetlat heeft voor mij altijd iets spannends gehad, zei hij. "Het hellend vlak is de normale bodem van onze theologie", zo citeerde hij Noordmans. "Het is alleen gevaarlijk voor wie niet gewend is zich daarop te begeven."
Geen twee-eenheid
Drs. H. de Leede, rector van seminarie Hydepark, wilde elke suggestie van een twee-eenheid van Schrift en belijdenis vermijden. Deze twee-eenheid leidt tot twist om de zuivere of zuiverste interpretatie van de belijdenis en tot afknelling van de vrijheid van de Schrift, zei hij. Hij vergeleek de belijdenis met een bedding. "Een bedding moet vooral breed en diep zijn, en pas aan de randen rijzen de dijken op. Die horen ook bij de bedding. Het water kan niet alle kanten op en bij extreme omstandigheden houden de dijken de rivier in bedwang."
Drs. De Leede bepleitte om door de belijdenissen heen te gaan, de bedding te verdiepen en te verbreden en "dan van God geleerd de Bijbel opnieuw te lezen."
De kerk verkondigt niet haar belijdenissen en de belijdenissen bepalen niet -laat staan beperken- wat de kerk zegt of moet zeggen. De kerk verkondigt en belijdt in de actualiteit. De Leede noemde het "het grote drama van de kerk" dat zij vier eeuwen lang niet tot een nieuwe belijdenis is gekomen.
Gesprek met gids
Dr. W. Verboom vergeleek de belijdenis met een gids. "Dat verplaatst onze aandacht van een iets naar een iemand, een persoon, die de weg wijst bij het lezen en interpreteren van de Schrift. De gids gaat vaak op platgetreden paden, dat wel, maar hij zegt ook vaak: kijk uit, of: blijf eens hier een tijd staan. Met een gids is een gesprek mogelijk."
De Leidse docent keerde zich tegen twee uitersten: de belijdenis als absolute waarheid of als reductie van de waarheid. Beide zijn negatief. De belijdenis wil de Schrift naspreken en niet voorspreken. Dr. Verboom zei h et belangrijk te vinden dat je liefde tot de belijdenis uitstraalt, omdat je daarin steeds nieuwe dingen daarin ontdekt. Maar elke liefde is ook kritisch, waarbij hij onder meer noemde het schoolse denken, de formulering van de dubbele predestinatie en de stelling dat de doop in plaats van de belijdenis gekomen is - die zijns inziens stoelt op de gedachte dat de kerk in plaats van Israƫl ingenomen heeft.
Vrijheid
Tijdens de discussie kwam onder meer de verbindende kracht van de belijdenis aan de orde. De Leede constateerde dat er op basis van de Schrift grote vrijheid is, "maar die is er niet vanuit de belijdenis." Verboom stelde dat de belijdenis meer dan richtinggevend is: er zitten ook normatieve elementen in.
De Kruijf vond dat in de botsingen der meningen de Geest Zich een weg baant. Er blijft een element van toetsing nodig. Toetsing ook door de belijdenis? vroeg De Leede. De Kruijf vond dat het geheel van het belijden van voorgeslacht hier een rol dient te spelen. "Maar wij moeten echt niet denken dat wanneer we de belijdenis herhalen het veiligst koersen. We zullen met eigen taal de geloofszaken moeten beleven en in het heden belijden. De rechtvaardiging van goddeloze, vertel dat eens voor de camera." Verboom: "Dat zou ik wel willen proberen."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 16 oktober 2000
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 16 oktober 2000
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's