De pijn achter een pianokleedje
Ronny Naftaniel: Ik heb teruggevraagd wat van de Joden is gestolen
Hij haalde het afgelopen halfjaar 768 miljoen gulden binnen voor de Joodse gemeenschap. Als genoegdoening voor het gebrekkige rechtsherstel na de Tweede Wereldoorlog. Nu die klus is geklaard, trekt drs. Ronny Naftaniel (51) zich terug als woordvoerder en onderhandelaar namens het Centraal Joods Overleg.
Voor nu en nog eens: Naftaniel is zonder trema op de e. "Ja, daar is nogal eens verwarring over", lacht de directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) in de woonkamer in Amstelveen. "Wat? Staan op het naamplaatje op de voordeur puntjes op de e? Ik woon hier al twintig jaar en hoor dat nu pas. Da's dus fout. Vader zou er niet blij mee zijn.
Na de Kristallnacht in 1938 is vader vanuit Duitsland naar Nederland gevlucht. Eerst kwam hij in Nieuweschans terecht, later in Hellevoetsluis. Nog voor de oorlog werd hij opgevangen in kamp Westerbork, dat door de Nederlandse autoriteiten was opgericht voor Joodse vluchtelingen. Daar leerde hij moeder kennen. Die was werkzaam geweest in een tehuis voor zwakzinnigen in de bossen bij Apeldoorn.
Vader werd in Westerbork aangesteld als magazijnchef. Daardoor handhaafden de Duitsers hem zo lang mogelijk. Hij zou pas in laatste instantie worden weggevoerd. De Spoorwegstaking in september 1944 is zijn redding geweest. Daardoor vertrokken er geen treinen meer vanuit Westerbork. Zo'n 900 Joden zijn daardoor niet gedeporteerd. Of mijn ouders later met een soort schuldgevoel rondliepen? Ik denk dat iedere overlevende Jood zichzelf heeft afgevraagd: Waarom ik wel en anderen niet? Vader en moeder zagen elke dinsdag een trein richting Duitsland vertrekken. Opnieuw verdwenen kennissen, familieleden. Twee broers van vader, die uit een gezin van dertien kinderen kwam, zijn in de oorlog omgekomen. De vader van mijn moeder is in Auschwitz vermoord."
"Lotsverbondenheid drijft me om me in te zetten voor de Joden en Israël. Ik denk dat het buitengewoon zinvol is om eraan bij te dragen dat mijn volksgenoten, ook immigranten die naar Israël komen, een veilig en rustig bestaan krijgen. Ik wil de band met Israël levend, vitaal houden. Ik beijver me voor een uitwisseling van kennis, cultuur, vriendschappen, religieuze inspiratie.
Via een vriendin kreeg ik eind jaren zestig belangstelling voor mijn Jood zijn. Dat koppelde ik aan mijn politieke interesse. In die tijd dreigden de Drie van Breda, oorlogsmisdadigers, vrijgelaten te worden. Een van hen had huisgehouden in kamp Amersfoort. Tegen de vrijlating hebben we ons fel verzet. Samen met andere studenten organiseerden we een demonstratie op het Binnenhof. Een kunstenares las voor uit het bijbelboek Esther. Daarin wordt verhaald van verraad jegens het Joodse volk.
We maakten pamfletten met daarop het woord "Overbodig". Die plakten we op standbeelden van verzetsstrijders en op straatnaamborden van oorlogshelden. We wilden zeggen: Als je oorlogsmisdadigers vrijlaat, wat was dan de zin van het verzet? De protesten hadden succes. De Drie van Breda bleven vastzitten."
De laatste jaren is de behandeling van de Joden na de oorlog in de schijnwerpers gekomen. De berooide Joden wachtte in Nederland een kil onthaal. Diverse onderzoekscommissies -zoals de commissie-Van Kemenade, -Scholten, -Kordes- namen de houding van de overheid en financiële instellingen na de oorlog onder de loep. Gebleken is dat er voor vele milj oenen aan Joods bezit is geroofd en achter gehouden, ondanks het rechtsherstel na de Tweede Wereldoorlog.
Het Centraal Joods Overleg, opgericht in 1996, heeft zich de laatste jaren beijverd voor de teruggave van Joods bezit. Naftaniel, boegbeeld van het CJO, dat ongeveer 70 procent van de Joodse oorlogsslachtoffers vertegenwoordigt: "Ik denk dat wij erin zijn geslaagd het juiste beeld te creëren van de rol van Nederland in en na de oorlog. De knop in de samenleving is om. Het zelfbeeld is gewijzigd. Het verzet is te veel bejubeld, hoezeer ik ook respect heb voor de verzetsmensen. Nederland was geen gastvrij land. Dit land was na de oorlog eerder hardvochtig.
De verhalen daarover zijn de laatste jaren pas doorgedrongen. Joden die terugkeerden, geen cent op zak, kregen hun huizen niet meer terug. Buren liepen in hun jurken rond. Bedrijven waren verwoest. Lange tijd haalden de Nederlanders de schouders erover op. Nu is dat anders. Het besef is doorgedrongen dat de Joden niet alleen systematisch zijn vermoord. Ze zijn ook systematisch beroofd. Maar de zaken liggen niet zwart-wit. Ik ken ook verhalen van Nederlanders die Joodse spullen verkochten om met de opbrengst daarvan eten voor onderduikers te bekostigen.
De meeste Nederlanders hebben hun hoofd afgewend toen de Joden zijn weggevoerd. De gordijnen gingen dicht. Dat is normaal, nee, dat is het natuurlijk niet. Laat ik het zo zeggen: Dat is begrijpelijk. De Joden zouden hetzelfde hebben gedaan als een andere bevolkingsgroep zou zijn gedeporteerd. Mensen zijn mensen. Maar er is dan wel reden tot zelfkritiek. Dan mag je het beeld van een louter heldhaftig, vastberaden Nederland niet laten bestaan. Je mag de volgende generatie geen zand in de ogen strooien. De echte helden, laat die de echte helden blijven."
De ophef over Joodse tegoeden op Zwitserse bankrekeningen heeft de discussie over de naoorlogse misstanden aangezwengeld. Eind 1997 barstte in Nederland de Liro-affaire los. Liro staat voor Lipmann-Rosenthall, een door de nazi's opgerichte roofbank die beslag legde op Joodse bezittingen. In een Amsterdams pand werd in 1997 een verloren gewaand Liro-archief opgeduikeld. Op gedetailleerde lijsten stonden kleinoden die de Joden moesten inleveren. De meeste eigenaars vonden de dood in de gaskamers.
Naftaniel: "Duizenden nabestaanden van omgekomen Joden willen die lijsten inkijken. Er staat van alles op. Persoonlijke spullen. Dingen met een verhaal. Een ring. Een schilderijtje, al is het een nepdingetje. Een pianokleedje. Het schokkendst aan de Liro-affaire vond ik dat ambtenaren van Financiën in de jaren zeventig Joodse kleinoden hebben verhandeld en meegenomen. Die ambtenaren dansten rond met de oorbellen van vergaste Joden. Juridisch valt hun niets te verwijten, ethisch gezien is hun gedrag volstrekt verwerpelijk. Die ambtenaren hadden, toen zich geen nabestaanden meldden voor de achtergebleven kleinoden, moeten melden bij de Joodse gemeenschap."
Naast de Liro-affaire wierp ook het vorig jaar verschenen boek "Roof - De ontvreemding van Joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog" van historicus dr. G. Aalders licht op de wijze waarop is omgesprongen met Joods eigendom. Aalders beschrijft onder meer hoe topmensen op de Amsterdamse beurs handelden in geroofde Joodse effecten. Naftaniel: "Het was voos. Joods bezit is simpelweg door de nazi's gejat. En Nederlanders wilden geld verdienen aan geroofde spullen."
De laatste maanden heeft Naftaniel uitputtend onderhandeld met financiële instellingen over het bedrag waarmee ze over de brug moesten komen. Uiteindelijk is overeengekomen dat de banken de beurs de Joodse gemeenschap 314 miljoen gulden betalen.
U hebt heel wat uren om tafel gezeten. Wat moet een goede onderhandelaar in zijn mars hebben?
"Geduld. En nog eens geduld. En baseer je verhaal op cijfers."
Kwade woorden gevallen?
"Natuurlijk. Maar daar moet je je niet door laten afschrikken. De onderhandelaars van de banken hebben natuurlijk de opdracht meegekregen om geen dubbeltje extra uit te geven dan nodig is. Logisch."
Bankonderhandelaar Blocks sprak van chantage. Hij doelde op uw dreiging met een boycot van Amerikaanse bedrijven.
"Hein Blocks heeft gezegd dat hij de onderhandelingen soms heeft ervaren als chantage, maar dat het dat niet was. Wij hebben gezegd dat we het Joods Wereldcongres inlichten als de banken niet akkoord zouden gaan. Als Nederlandse banken niet voldoen aan de holocaustclaims, kunnen ze in Amerika moeilijkheden krijgen. We hebben de banken op hun morele verantwoordelijkheid gewezen."
U schijnt de publiciteit goed te kunnen bespelen.
"Laat ik het zo zeggen: Ik ben niet bang voor publiciteit. Als ik dacht: Dit moeten de Nederlanders weten, dan heb ik nooit geaarzeld om de publiciteit te zoeken. De beurs kwam op een gegeven moment met een bod van 8 miljoen. Veel te laag. Dan denk ik: Ik geloof dat je de Nederlanders daar verontwaardigd over krijgt. En dat is ook zo. De wenkbrauwen werden gefronst.
Ik vind dat de Nederlandse samenleving goed heeft gereageerd op de onderhandelingen over genoegdoening aan de Joodse gemeenschap. In het buitenland, Oostenrijk bijvoorbeeld, verschenen lelijke artikelen over Joodse schraperigheid en zo. Hier gelukkig niet. Ook bij de onderhandelaars heb ik emoties over het Nederlandse verleden gemerkt. Ik bespeurde fatsoen."
Oppervlakkig fatsoen wellicht?
"Dat geloof ik niet. Afgelopen zaterdag deed ik met mijn zoontje boodschappen bij de Makro. Ik werd door vijf mensen, niet-Joden, aangehouden. Ze feliciteerden me allemaal met het bereikte onderhandelingsresultaat. Verreweg de meeste reacties zijn positief. Een op de 25 brieven die ik krijg is negatief, antisemitisch soms. Maar dat soort brieven krijg ik als directeur van het CIDI al jaren. Ik lig daar niet wakker van."
Critici binnen de Joodse gemeenschap maken bezwaar tegen de onderhandelingen om honderden miljoenen guldens. Ze voelen zich er ongemakkelijk bij.
"Ik zou leed in geld vertalen. Dat is niet zo. Wij willen het geld dat de Joodse gemeenschap toekomt. Het is van ons gestolen en wij willen het terug. Het verdriet is niet goed te maken. Het wrange, machteloze gevoel blijft, vooral bij hen die de oorlog bewust hebben meegemaakt."
Naftaniel is te schraperig, zeggen critici.
"Dat is echt de wereld op zijn kop. De Joodse gemeenschap is beroofd. Het minste wat je dan kunt doen is financiële genoegdoening vragen. Het totaal van wat er aan Joods bezit is ontvreemd, ligt tussen de 1 en 2 miljard gulden, de huidige waarde ligt tussen de 20 en 40 miljard. De Joden hebben volstrekt onevenredig geleden. Als de Joden net als de rest van de Nederlanders waren behandeld, had je ons niet gehoord. Zou ons optreden volgens critici sluimerende gevoelens van jodenhaat aanwakkeren? Nonsens. Antisemieten zullen altijd een reden vinden om Joden te grieven."
Inclusief de 400 miljoen tegemoetkoming van de overheid heeft de Joodse gemeenschap 768 miljoen gulden gekregen.
U bent de man van de 768 miljoen.
"Haha, straks krijg ik hier nog inbrekers. Denken ze dat het geld hier ligt."
Bent u trots op het bereikte resultaat?
"Trots vind ik niet echt het goede woord. Ik ben blij dat we, samen met Nederlanders uit Israël, een streep onder deze materiële affaire kunnen zetten. Dat is zegenrijk voor de geschiedschrijving. Het duurt nog een paar maanden voordat er overeenstemming is over de verdeling van de gelden over de nabestaanden. M'n eigen moeder zegt: "Ik hoop dat ik het nog mag meemaken." Het moet snel gebeuren. Wekelijks sterven er nabestaanden."
U gaat zich weer toeleggen op uw werk bij het CIDI. Wat wilt u bereiken?
"Ik hoop dat de contacten tussen Israël en Nederland verstevigd worden. Ook op cultureel gebied. We willen hier Israëlische kunstenaars en schrijvers naar toe halen. Zelf zie ik me niet als een religieuze Jood. Ik ben niet echt belijdend. Ik lees nauwelijks in de Bijbel. We hechten wel waarde aan de Joodse tradities. Onze kinderen hebben Joodse les. Ze leren wat Hebreeuws, ze krijgen de tradities bijgebracht."
In welke mate komt antisemitisme in Nederland voor?
"Ik heb niet het idee dat er een stijgende lijn in zit. Het accent verschuift van uitingen op pamfletten naar internet." Weten jongeren in de toekomst nog van de verschrikkingen die de Joden hebben meegemaakt? "Ik ben daar niet pessimistisch over. De belangstelling bij de jeugd voor bijvoorbeeld het dagboek van Anne Frank en de 4-meiherdenking is best groot. We moeten de geschiedenis levend houden. Daarom is het goed dat 5 miljoen van de gelden beschikbaar wordt gesteld aan een digitaal monument waar alle omgekomen Joden worden herdacht."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 2000
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 2000
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's