"Evangelie is veel rijker dan koran"
Prof. Jongeneel: Godsbegrip in islam blijft in verhevenheid opgesloten
BUNNIK - Joden, christenen en moslims geloven in een en dezelfde God, alleen geven ze een totaal andere invulling aan de inhoud. Dat vindt de Utrechtse missioloog prof. dr. J. A. B. Jongeneel. Hij ziet weliswaar grote verschillen in het godsbeeld van islam en christendom, maar gelooft toch dat zij -uiteindelijk- dezelfde God vereren. "Moeten we van een vrijzinnige en orthodoxe christen dan ook zeggen dat ze een andere God kennen?"
Vanuit zijn ervaring in Indonesië en het werk op het terrein van de bijbelwetenschappen stelt Jongeneel vast dat het duidelijk is dat Allah gewoon een Arabisch woord voor God is. "Ook de christenen in de Arabische wereld gebruiken deze term. Het verschil zit meer in de visie op Gods eigenschappen. Christenen stellen dat God "vlees" is geworden, terwijl bij de islam God "boek" is geworden. De moslims accepteren het kruis niet als een historisch feit en erkennen dan ook niet wat christenen in dat kruis zien, namelijk verzoening, vergeving en geweldloosheid. Ze zíen het kruis niet omdat het voor hen gewoon niet bestaat."
Verheven
Prof. Jongeneel stelt dat Allah in de ogen van de moslims een verre, onbekende God blijft. "Hij is de hoog Verhevene. Maar is dat ook niet een begrip dat christenen past? Het gevaar bij christenen is dat wij God te veel onze buurman maken, zodat we de eerbied en de afstand niet meer zien. Op dat punt kunnen we van moslims leren. Het beven en verwonderd zijn uit Psalm 19 is bij ons misschien wat op de achtergrond geraakt."
Jongeneel is het echter niet met moslims eens dat je God buiten Christus zou kunnen kennen. "Het is kenmerkend voor God dat Hij Zijn liefde en nabijheid laat zien door in de diepten van het menselijk bestaan te komen. Het godsbegrip in de islam is niet zozeer onbijbels als het gaat om het feit dat God oneindig groter is dan ons verstand, maar dat Hij verborgen blíjft. Mohammed kende de openbaring van God niet in de diepte van het menselijk bestaan zoals die in Christus gegeven is."
Niet pastoraal
De opvatting van Hanna Kohlbrugge in haar recente boek ("De islam aan de deur") vindt bij Jongeneel deels bijval, deels niet. "Zij is sterk beïnvloed door K. H. Miskotte, die over Allah en de islam spreekt in termen van demonische vervalsing en afgoderij. Ik denk dat we zeker een profetisch getuigenis moeten afleggen van de hoop die in ons is, maar aan de andere kant past ons een pastorale verantwoordelijkheid naar de moslims toe. Die vind ik bij Hanna Kohlbrugge niet sterk aanwezig. Het gaat er toch om hoe we de moslim benaderen en brengen bij het Evangelie en de openbaring van God in Christus.
Als een moslim bidt tot God kan ik niet zeggen dat zijn gebed niet verhoord zal worden. Het ligt er wel aan hóe een moslim bidt. Als hij bijvoorbeeld voor Bin Laden bidt en voor het ontketenen van een heilige oorlog, is dat vanuit het Evangelie niet te verantwoorden. De islam kent vergelding. Bidden om vergelding hoort in het christelijk geloof niet thuis."
Volgens Jongeneel is de begintijd van de islam gekenmerkt door geweldloosheid. "De islam en de koran stonden oorspronkelijk in een profetische traditie. De eerste openbaringen in de oude gedeelten van de koran kenmerken zich door geweldloosheid. Toen Mohammed strijdend naar Medina trok, ging de islam buiten deze profetische traditie staan en werd het geweld ook gelegitimeerd."
Overigens is dat agressieve karakter van de godsdienst, die oproep tot heilige oorlog, ook aanwezig in het Oude Testament. "Dat zit in elkaars verlengde. De vergeldingsgedachte ontbreekt in het Nieuwe Testament ten enenmale."
Geen vervalsing
Dat de islam kritisch staat ten opzichte van het christelijk godsbegrip heeft volgens Jongeneel alles te maken met de "totale kritiek op het polytheïsme." "De triniteitsleer ziet de islam als een softe vorm van polytheïsme. De kern van de islam is de "sjirk"-gedachte: niets is aan God gelijk, dus ook de Heilige Geest en Christus niet."
Er is bij de islam geen sprake van vervalsing of bewuste demonisering. In het verleden. Ook in de gereformeerde theologie is de islam als een afvallige religie gezien, erkent Jongeneel. "Ook Voetius zag dit. Toch kende hij een vierdeling in de religies: Joden, christenen, moslims en heidenen. Moslims rekent hij dus niet onder de heide-nen. Later, bij Misko tte, neemt de islam geen zelfstandige plaats in. Waarom? Ik denk dat hij te weinig kennis van de islam als godsdienst heeft gehad."
Prof. Jongeneel bepleit een missionaire houding ten opzichte van de moslims. "De islam heeft veel dingen van het christendom overgenomen, soms letterlijke teksten uit de Bijbel in de koran. Maar het is net alles omgedraaid en in een nieuw perspectief geplaatst. Christenen zien de islam als een afbuiging van de God van het Nieuwe Testament. De vraag is of Mohammed het christendom werkelijk heeft begrepen. Of hij zijn leer heeft ontwikkeld uit onwetendheid of uit verzet, ik denk dat we deze vraag open moeten laten. Christenen hebben ook een schuld in het ontstaan van de islam. Er was bijvoorbeeld geen bijbelvertaling in het Arabisch voor Mohammed beschikbaar, wel in andere talen."
Osiander
Wanneer we de moslim willen bereiken, moeten we niet, zoals vroeger, alleen geïnteresseerd zijn in het weerleggen van de islam. "Luthers tijdgenoot Osiander pleitte ervoor om de koran in het Latijn uit te geven. Dat getuigt van een positieve benadering. Dat zei hij niet als godsdienstwetenschapper, maar als christelijk theoloog. Christenen moeten het tegenwoordig vooral van hun houding hebben. Als moslims op de Molukken kerken in brand steken, verwachten moslims vanuit hun gedachte van vergelding dat christenen ook moskeeën in brand steken. Als ze dat niet doen, getuigt dat volgens hen van tekenen van zwakte of van innerlijke kracht om dat niet te doen."
"Laten moslims kennis opdoen van de rijkdom die in Christus ligt. De Bijbel is een veel rijker boek dan de koran. De rijkdom ligt in het Evangelie voor het opscheppen. Wanneer moslims tot geloof in Christus komen, zien ze dat er registers opengetrokken worden die ontbreken in de godsleer van de islam."
Deze discussie werd gisteren geopend in een tweegesprek met ds. J. Slomp en drs. C. W. Rentier. Morgen de mening van dr. ir. J. van der Graaf.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 2001
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 2001
Reformatorisch Dagblad | 22 Pagina's