"Christelijke fracties niet intolerant"
Borst vindt verhouding met Rouvoet en Van der Vlies duidelijk verbeterd
Christenen zijn de achterliggende jaren met afschuw vervuld geweest over de wetsvoorstellen die minister Borst van Volksgezondheid door het parlement heeft geloodst. De euthanasiewet is daar wel de belangrijkste van. De bewindsvrouw kan de bezwaren begrijpen. Ze deelt ze niet. "Het gaat om het democratisch proces." Dat de christelijke fracties zich daarin intolerant opstellen "zult u uit mijn mond niet horen."
De kloof tussen mevrouw Borst en de christelijke fracties was tijdens de euthanasiedebatten in de Tweede en Eerste Kamer op sommige momenten onoverbrugbaar. Er was een fundamenteel verschil van opvatting over de vraag of iemand die ernstig lijdt op zijn verzoek door middel van medisch ingrijpen eerder mag sterven.
Borst heeft dat ook zo ervaren: "Op een gegeven moment stokt het gesprek omdat alleen standpunten worden herhaald. Je zou graag anders willen, maar je nadert elkaar geen millimeter. Dat zij dan zo. Daar moeten we mee leren leven in dit land, waar zoveel levensbeschouwelijke opvattingen aan de orde zijn", zegt ze nu, enkele maanden na die harde confrontaties.
Direct na de aanvaarding van de euthanasiewet door de Eerste Kamer gaf minister Borst een interview in NRC Handelsblad. Het was net voor de paasdagen van dit jaar. Daarin zei de bewindsvrouw met het oog op de voltooide debatten: "Het is volbracht." Ook poneerde ze dat er nu een maatschappelijk debat over de pil van Drion moet komen. Mensen die vinden dat ze het leven moe zijn en zich "te pletter vervelen" zouden zo zelf het tijdstip kunnen bepalen waarop ze een einde aan hun leven maken. De christelijke fracties waren boos en verdrietig tegelijk. Tijdens een interpellatiedebat dienden ze een motie van afkeuring in. Die werd verworpen.
Er is heel wat gebeurd in de achterliggende periode. Hoe is nu de relatie tussen u en de vertegenwoordigers van de protestantse fracties?
"De dialoog met de woordvoerders van de SGP en de ChristenUnie is weer hervat. Wij debatteren weer en spreken weer met elkaar in de wandelgangen. Het was geen oorlog, hoewel er pittige woorden gevallen zijn. De heren Van der Vlies en Rouvoet heb ik weer ontmoet en we hebben geconstateerd dat we samen verder moeten. Ik in de rol als minister van dit kabinet en zij als volksvertegenwoordigers. Dat gaat ook weer goed. Er is niets van afstand of onaangenaamheid meer aanwezig."
De uitdrukking "Het is volbracht" in de stille week was met het oog op de aangenomen euthanasiewet heel hard. Hoe kijkt u daar nu tegen aan?
"Ik heb daar in de Kamer al mijn excuses voor aangeboden. Als ik me had gerealiseerd dat dit de laatste woorden van Jezus uit het Johannes-evangelie waren, had ik die niet zo gebruikt. Het was eruit voor ik het wist.
Ik begrijp heel goed dat deze partijen bij dit onderwerp, waar het gaat om de diepste overtuiging aangaande het leven, zeer veel moeite hebben met de richting die de regering en de meerderheid van de Kamer hebben ingeslagen. Maar we moeten wel beseffen dat het hier op geen enkele manier gaat om een verplichting. Het gaat erom dat er ruimte komt voor mensen die vanwege het ernstig en uitzichtloos lijden waarmee ze te maken hebben, hun leven willen beëindigen. Het gaat ook niet om een recht. Een patiënt kan een verzoek doen aan een arts en die moet in overleg met een collega beslissen of hij op het verzoek ingaat. Het zou onaanvaardbaar zijn als we er iets van dwang of drang in hadden gestopt."
Maar in de praktijk werkt het soms wel zo. Veel ouderen zijn daar bang voor.
"Er worden soms indianenverhalen verteld, maar op basis van de regelgeving mag dat nooit gebeuren. De wet beschermt de arts tegen sterke aandrang van de familie of van de patiënt. De arts mag het verzoek tot levensbeëindigend handelen ook weigeren. Zou hij echter de neiging hebben toe te geven aan een onterecht verzoek, dan is er altijd het verplichte tweede consult. We moeten ook beseffen dat deze wet alleen kan in landen waar een uitstekende medisch zorg is en waar mensen tot het allerlaatste worden verzorgd, ook al liggen ze jaren in coma. In landen waar het anders is, ligt misbruik voor de hand."
Die drang of dwang mag er wat u betreft ook nooit komen?
"Nee, die mag er absoluut niet komen. Dat is helemaal strijdig met de geest van de wet. Als de toetsingscommissie iets dergelijks constateert, dan wordt direct de officier van justitie ingeschakeld. Er is tegenwoordig ook deskundige consultatie mogelijk vooraf. Degenen die daarbij zijn betrokken, weten bijvoorbeeld heel veel van palliatieve zorg af. Palliatieve zorg kan niet ieder euthanasieverzoek voorkomen, maar als er geen goede zorg is, gaat men eerder pijn lijden en komen er mogelijk meer verzoeken. Euthanasie mag nooit op zichzelf staan, maar moet zijn ingebed in een systeem van goede zorg voor stervenden op lichamelijk en geestelijk niveau."
Sommigen vonden het wel erg lang duren voor u de palliatieve zorg ging ondersteunen.
"Ik heb die tak van zorg in de afgelopen jaren mondeling en via subsidies sterk gestimuleerd. Eigenlijk gaat het met alles nooit snel genoeg, dat geldt ook voor palliatieve zorg. Dat heeft ook iets met geld te maken."
Uw uitspraak dat er zoiets als een pil van Drion moet komen voor bejaarden die zich "te pletter vervelen", heeft ook veel losgemaakt. Moet dat zelfdodingsmiddel er nu komen of toch maar niet?
"Die gewraakte uitspraak was afkomstig van een 95-jarige vrouw die een brief aan mij schreef. Ik heb nooit zoveel brieven over een onderwerp ontvangen als in dit geval. Zoals Drion het zelf wil, kan het in ieder geval niet. Daar kan misbruik van worden gemaakt. Voor artsen is het ook een hele nieuwe stap. Er is een fundamenteel verschil tussen mensen die een ernstige ziekte hebben, ondraaglijk lijden en willen sterven en degenen die levensmoe zijn. Artsen voelen er ook niets voor. Verder ga je de ouderdom erg stigmatiseren.
Als er veel mensen zijn die hiermee worstelen en het probleem leeft breed, moet je als overheid bereid zijn om het debat aan te gaan. Mogelijk dat er een oplossing voor kan komen die niet de bezwaren in zich heeft die ik zojuist opsomde. Ik zie nog niet hoe dat zou moeten. Misschien is er voor dit probleem wel geen oplossing te vinden."
Echte tolerantie doet pijn omdat zij ruimte geeft aan de opvatting die je zelf niet deelt. Wat vindt u van die stelling? Tolerantie kan ook verworden tot onverschilligheid.
"In ons land heb je enkele partijen op christelijke grondslag. Zij vertegenwoordigen een deel van onze samenleving. In het politieke debat moet je daar serieus naar luisteren en kijken of je ze iets tegemoet kunt komen, zonder je eigen principiële inzet prijs te geven. Het probleem is natuurlijk dat er in onze samenleving vele levensbeschouwingen zijn. De overheid gaat niet meer uit van het principe dat kerk en staat min of meer samenvloeien. Wij baseren het kabinetsbeleid niet op één bepaalde levensbeschouwing. In het kabinet zitten gelovige mensen, er zijn ook trouwe kerkgangers bij. In hun politieke handelen laten ze zich daardoor niet direct leiden, terwijl het voor hen persoonlijk waarschijnlijk wel een inspiratiebron is.
Het christendom is niet het enige wat ons normen- en waardepatroon heeft beïnvloed. Ik denk ook aan de klassieke oudheid, het Jodendom, het humanisme en in zekere zin via Spanje ook de islam. Naast verschillen zijn er ook overeenkomsten. Ik denk aan respect voor elkaar, bescherming van het leven, opkomen voor het zwakke, rechtvaardigheid, vrijheid van meningsuiting en opkomen voor mensenrechten. Dat zijn gemeenschappelijke waarden in onze samenleving.''
Mensen die zich ook in het politieke leven willen laten leiden door Gods Woord, worden in de hoek gedrukt. Argumenten vanuit de Bijbel spelen geen rol meer, zo zeggen zij.
"Ik heb respect voor mensen voor wie de Bijbel het enige richtsnoer is in hun leven. Zij zullen misschien met verlangen terugkijken naar een situatie waarin kerk en staat één waren en de Bijbel richtsnoer was ook voor het staatkundig handelen, maar zo regeren wij het land niet meer. Maar we staan lang niet altijd tegenover elkaar. Onafhankelijk van de bron waaruit je put, kom je soms toch bij elkaar."
Toch komen mensen door het regeringsbeleid in de knel. De overheid biedt gemeenten die geen bordelen willen geen ruimte. Ook is er geen wettelijke bescherming van trouwambtenaren die geen zogenaamd homohuwelijk willen sluiten.
"U vraagt nu naar beleidsonderdelen die niet onder mijn verantwoordelijkheid vallen. Op het gebied van de volksgezondheid is er geen sprake van dwang of drang. Daar is alles goed geregeld. Je hoeft echt niet mee te werken aan euthanasie of voorbereidende handelingen daarvoor te doen als je gewetensbezwaren hebt. Toch moet de overheid wel eens kiezen tegen de gewetens van mensen in. Ik denk aan het verbod voor moslimvrouwen om in de rechtszaal als griffier of rechter hoofddoekjes te dragen."
De Amerikaanse historicus prof. James Kennedy zegt dat paars een "blanke, seculiere meerderheidsopvatting" vertegenwoordigt en dat daardoor de positie van minderheden in gevaar komt. Wat is uw reactie daarop?
Resoluut: "Seculier is niet waardevrij. De overheid met haar set van waarden en normen probeert ruimte te laten voor mensen om te leven zoals zij willen. In een democratie kun je niet zo ver gaan dat wat de minderheid graag wil ook wordt gedaan, omdat anders die minderheid zich ongelukkig voelt."
Maken de christelijke partijen zich schuldig aan intolerantie, zoals VVD-leider Dijkstal en zijn D66-collega De Graaf stelden?
"Dat verwijt zult u uit mijn mond niet horen. Ik denk dat de kleine christ elijke partijen voor hun overtuiging vechten en proberen terrein te winnen voor hun opvatting. In politieke zin stuit je dan toch algauw op de scheiding van kerk en staat. Ik heb bijvoorbeeld de heer Van der Vlies horen zeggen dat hij bepaalde standpunten direct baseert op de Bijbel, zoals hij die interpreteert. Hij zou het fijn vinden als wij die mening met hem deelden. In alle vriendschap zeg je dan dat het kabinet dat niet zo ziet. Ik vind dat van zijn kant geen intolerante houding. Het mooie van de democratie is dat je je zo mag opstellen, dat doen we allemaal. Uiteindelijk beslist in een democratie de meerderheid."
Waar baseert u uw standpunten op?
"Die baseer ik op wat ik al eerder omschreef als die breed ontwikkelde Nederlandse beschaving en natuurlijk mijn opvoeding. Ik ben gelukkig fatsoenlijk opgevoed. Ik denk dat dat voor alle leden van het kabinet geldt. Ik kan me goed vinden in de opvattingen van de theologen Harry Kuitert en Dorothee Sölle, maar ja, die zijn wel buitengewoon vrijzinnig."
De minister heeft zorgen over de hedendaagse opvoeding. "De tijd dat gezin, kerk, school en sportvereniging dezelfde boodschap uitdroegen is voorbij. Er mag best wat harder getrokken worden om kinderen op te voeden in de waarden van onze samenleving met de daarbijbehorende rechten en plichten."
Is er te veel weggegooid in de revolutie van de jaren zestig?
"Er is veel verdwenen en hier en daar is er te weinig voor teruggekomen. De school zou meer tijd moeten hebben om zich actief bezig te houden met de opvoeding van kinderen. Ik herinner me nog hoe mijn juffen en meesters bijdroegen aan mijn vorming en zich daarvoor interesseerden. Het onderwijs in de klas moet daarom ook niet te massaal zijn. Ik heb daar zorgen over."
De theoloog ds. H. Klink spreekt van een wrange vrucht van de jaren zestig. Hoe ziet u dat?
"Ik lees af en toe nog wel eens mijn klassieken, Seneca en Plato. Wat me opvalt, is dat er sinds de Oudheid niet zo veel is veranderd. Je kunt zeggen dat we in het denken over goed en kwaad geen meter zijn opgeschoten. Je kunt ook zeggen dat ze in de Oudheid al wisten waar het om draaide. Daar ben ik dus optimistisch over. Dat besef zit in de mens en blijft in de mens. Je wordt echter niet vanzelf een fatsoenlijke burger. Je moet voorbeelden hebben in je leven en kinderen moeten wel een beetje gestuurd worden."
Is Nederland anders geworden onder paars?
"Er zijn natuurlijk veranderingen, maar hebben die met paars te maken? Als ik denk aan zinloos geweld dan zie je dat in alle landen om ons heen. Dat is een breder maatschappelijk fenomeen. Ik kan wel concrete zaken noemen zoals het grote aantal werklozen dat een baan heeft gekregen. Er is verbetering gekomen in een aantal grote stadswijken. De leefbaarheid in de wijken is toegenomen, daar zie ik wel vooruitgang. In de gezondheidszorg zie ik een sterkere positie van de patiënt.''
Acht jaar paars heeft D66 geen goed gedaan, gezien de peilingen. Bent u het daarmee eens?
"Straks bij de verkiezingen zullen we zien hoe de balans uitvalt. Het is wel duidelijk dat wanneer een middenpartij, zelfs een radicale middenpartij, in een kabinet gaat zitten, dat electoraal minder oplevert dan een plek in de oppositie. Veel van wat D66 in het kabinet heeft gedaan om de voortgang te stimuleren, is voor de kiezer onzichtbaar. D66 gaat altijd op en neer in de kiezersgunst, daar ben ik niet echt verdrietig over. Ik vind wel dat je in de regering wezenlijk iets in te brengen moet hebben, anders moet je niet meedoen als partij. Je moet er niet gaan zitten omwille van het pluche."
Moet het CDA weer in de regering? "Daar heb ik geen opvatting over. Dat moeten de kiezers maar uitmaken.''
Wie is de ideale premier? Zalm, Dijkstal of Melkert? "Daar laat ik me niet over uit. Het zijn alledrie zeer capabele mensen. Een premierfunctie is ook iets waar je in groeit. De drie die u noemt, hebben allemaal het premierschap in hun ransel."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 2001
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 2001
Reformatorisch Dagblad | 44 Pagina's